Onlangs werd ik verrast door het bericht dat Peter de Vilder de Belgische Acupunctuur Federatie zou gaan verlaten. Een jammere zaak maar een welverdiende rust na 25 jaar ten dienste van het vak. Als bezige bij heeft Peter naast zijn praktijk in Brugge eveneens de taak van docent, bestuurslid en president van hét opleidingsinstituut voor Chinese geneeskunde in België OTCG. Wij hadden de eer Peter in zijn drukke schema te mogen onderbreken om met hem een interview te doen. Dit naar aanleiding van zijn toen pas uitgekomen boek: de balansmethode. Een grootheid in het vak en een waar genoegen om met hem dit gesprek te mogen voeren. Geniet met ons mee van dit artikel uit het 16e nr van ons magazine (2e Trimester 2021)
INTERVIEW Peter de Vilder
Mijn naam is Peter de Vilder en ik ben in hoofdzaak acupuncturist, hoewel ik de Chinese geneeskunde en filosofie in al haar facetten beoefen en bestudeer. Maar acupunctuur is mijn specialiteit. Daarnaast werk ik met kruiden, voeding en uiteraard tuina. Dat ben ik toen vanuit mijn vooropleiding kinesitherapie (in Nederland fysiotherapie) gaan studeren, dat was een mooie aanvulling. Ondertussen heb ik al meer dan 25 jaar mijn eigen praktijk. Dat is mijn hoofdberoep. Echter als Vlaming zijnde heb je natuurlijk niet genoeg aan één beroep dus ben ik zo’n 20 jaar geleden begonnen als lesgever bij OTCG. Daar had ik overigens mijn eigen opleiding genoten. Les geven vind ik erg leuk, het is een ware verdieping van je eigen kennis. Het dwingt je jezelf echt te verdiepen in de materie. Ik ben student in hart en nieren. Altijd bezig met studeren, elke dag. Vanuit mijn functie als lesgever ben ik doorgegroeid naar lid van het bestuur en ben daar nu voorzitter van de opleiding Chinese geneeskunde.
En met OTCG zijn jullie verbonden aan de Hogeschool Antwerpen?
In België is het zo dat als je een postgraduaat opleiding wil afleveren, je verbonden moet zijn aan een hogeschool. Enkel die kunnen een diploma uit reiken. OTCG heeft twee postgraduaat opleidingen, nl. die van acupunctuur en massage en bewegingsleer, dat is dan de tuina en medische qigong. Uiteindelijk is dat verhaal zo breed geworden dat we tegenwoordig een heel nauwe samenwerking hebben met de Karel de Grote Hogeschool. Het is een echt partnership geworden. Dat verhoogt heel erg het niveau van ons opleidingsinstituut. Daar zijn we uiteraard heel blij mee, ook naar erkenning in België.
Is de opleiding erkend door de Belgische overheid?
Nee. Er is een vrij vreemde structuur in België. Dan komen we meteen bij mijn derde beroep, nl. die van secretaris van de beroepsvereniging BAF. In België is het zo dat je een vooropleiding dient genoten te hebben wil je acupunctuur studeren. Verpleegkundige, kinesitherapie of arts. Dat is nergens anders ter wereld zo.
De wetgeving in België, de wet Colla heet dat, is zo dat de beroepsvereniging wel erkend is maar de acupunctuur zelf niet.
Dat vraagstuk wordt steeds van regering naar regering doorgeschoven. De beroepsvereniging is al 30 jaar bezig met de aanvraag tot erkenning. Ook nu ben ik in contact met de minister over dit onderwerp. Echter zo lang acupunctuur niet erkend wordt, is de opleiding niet officieel erkend. Maar het postgraduaat diploma wat we afleveren is dan wel weer een erkend diploma. Klinkt raar maar dat is typisch Belgisch. In België zijn er slechts enkele opleidingen. Er is een Franstalige opleiding, ETTC. Dat was ooit een zusterafdeling van OTCG maar functioneert nu volledig zelfstandig. In Brussel heb je de opleiding specifiek voor artsen, een beetje zoals de NAAV in Nederland. Vlaanderen telt er dan weer 2: OTCG en ICZO.
Met OTCG hebben jullie een mooi aanbod. Wat zijn de mogelijkheden?
Wat wij belangrijk vinden is dat alles wat we aanbieden onder TCM valt. Soms vragen mensen wel eens om een cursus homeopathie, shiatsu of osteopathie – maar dan moet ik hen toch teleurstellen. Wij specialiseren echt in die Chinese geneeskunde. Daarin hebben we vijf belangrijke pijlers: acupunctuur, kruidenleer, voeding, qigong en tuina. Daarvan bieden we zowel basis opleidingen als bijscholingen aan. De structuur bij ons is altijd dat je eerst een basisjaar volgt. Dat is vooral een theoretisch jaar. Daar komen alle aspecten van TCM aan bod en daarna kun je verder studeren. Maar dat basisjaar is echt cruciaal. Door de jaren heen heb ik heel veel beoefenaars ontmoet en soms mis ik wel eens die sterke fundamenten. Dat is echt jammer. Het loont nl. heel erg om eerst een stevige basis te hebben.
Vervolgens zit er bij ons steevast een stuk filosofie verpakt in de opleiding. Je kunt niet zonder. Als je over Chinese geneeskunde praat, praat je automatisch over filosofie, astrologie, enz… Het is een stukje verdieping wat elke beoefenaar doorheen zijn of haar carrière zal doormaken. Je begint met het medische maar langzaam aan wordt je steeds dieper in de materie getrokken. Je gaat daarbij achteruit in de tijd. Ik maak wel eens de opmerking: in de westerse geneeskunde zijn we blij als we iets nieuws ontdekken, in de oosterse geneeskunde zijn we blij als we iets ouds verstaan. Wij hoeven niks nieuws uit te vinden. Je mag al blij zijn als je het topje van de ijsberg, de “Classics” kunt leren begrijpen. Het is een bijzonder uitgestrekt vakgebied. Enorm fascinerend.
Je bent zelf gespecialiseerd in acupunctuur. Daar heb je ook een boek over geschreven. Specifiek over de balansmethode. Kun je daar wat meer over vertellen?
De balansmethode is de laatste jaren erg in opkomst. Zelf heb ik dr. Tan voor het eerst ontmoet in 2009 in Berlijn. Als beginnend acupuncturist was ik erg op zoek naar efficiënte technieken. Ik vond het altijd lastig om als klassieke tcm’r een patiënt bij me te krijgen, diagnose stellen, behandelen en dan een week moeten wachten tot ik kon vragen: en, wat was het resultaat? Vervolgens moet je dan gaan bijsturen als het niet meteen de beste resultaten gaf. Vervolgens weer een week wachten, en zo verder.
Toen ik dr. Tan hoorde praten was ik meteen verkocht. Dr. Tan was een show man, een erg charismatisch man. Direct effect – dat was hoe hij het resultaat van zijn methode omschreef. Daar was die efficiëntie waar ik zo naar op zoek was. Als ik nu een patiënt prik hoef ik niet te wachten. Ik vraag meteen: hoe voelt het? Heb ik niet het gewenste effect dan kan ik daar meteen op inspelen. Dat is het grote voordeel van de balansmethode. De efficiëntie van je behandelingen gaat drastisch omhoog. Daarbij is het niet speciaal een symptomatische manier van behandelen maar je her-balanceert de patiënt. Je brengt de mens terug naar zijn centrum. Het woord balans wordt tegenwoordig vaak een beetje te pas en te onpas gebruikt zonder echt de betekenis ervan te begrijpen. Balans is niet stil staan, het is continue in beweging en er is dan ook een voortdurende beweging nodig om telkens weer in dat centrum te staan. Het is dynamisch.
De balansmethode staat vaak bekend als ideaal voor pijnbestrijding, maar zo te horen is het dus meer dan dat?
Zeer zeker. Dat is inderdaad een verkeerde indruk. Binnen de behandelmethodes heb je verschillende mogelijkheden. Je hebt local balans, global balans, meridian conversion etc… Omdat de meeste mensen met name de local balans kennen staat de balansmethode gekend als pijnbestrijding, want dat is wat die local balans doet. Pijn aan je schouder, prik je de heup aan de andere zijde van het lichaam; pijn aan je pols – prik je de enkel. Die principes zijn vaak gekend. Toch is ook dat meer dan louter pijnbehandeling want ook daar balanceer je de meridiaan. Maar je kunt dus nog een heel stuk verder gaan.
Zelf ben ik erg bezig met de seizoensbehandeling. De rol van de mens in de natuur. Die drie-eenheid van hemel – mens – aarde. Hoe zit die verbinding, die relatie in elkaar? Dat boeit me enorm. Vanuit die optiek ga je werken met de energie van het betreffende seizoen. Momenteel zitten we in de herfst, dat is metaal energie. De herfst begon dit jaar overigens op 7 augustus. Dat is heel anders dan onze westerse kalender. Herfst en metaal zijn gekoppeld met de long en dikke darm. Als je op deze meridianen gaat werken lukt het je in deze periode van het jaar makkelijker om de persoon in balans te krijgen. Je past dus je behandelstrategie aan naargelang het seizoen. Althans dat is één mogelijkheid. Je kunt daarbij een persoon niet alleen op pijnniveau behandelen maar ook emotioneel, functioneel of fysiek herbalanceren.
Merk je daarbij even snel resultaat als bij pijnbestrijding?
Met complexere problematiek is het inderdaad wel moeilijker maar toch moet het effect onmiddellijk zijn. Alleen hoe dieper de problematiek zit, hoe meer je zult moeten behandelen. Zoals dr. Tan zei: als je de stok zet, moet je de schaduw zien. Of dat nu emotioneel is of op fysiek niveau. Het effect is dan wel niet blijvend. Iemand moet een aantal keer terug komen voor het daadwerkelijk blijft hangen. In het begin moet je misschien wel om de twee dagen prikken. Je wil vooral dat je volgende behandeling gebeurt voordat het effect van de voorgaande helemaal weg is. Ik noem dat de posologie van het behandelen. Dat is iets waar te weinig bij wordt stil gestaan. Terwijl bij de kruidenleer is dat veel meer vanzelfsprekend. Als je iemand kruiden geeft wil die automatisch weten: hoe lang moet ik dit nemen, hoe vaak, enz… Dat is bij acupunctuur niet anders.
De tijdsperiode die tussen je behandelingen zit kan het effect van je behandeling bepalen. Wacht je te lang, dan is het tevergeefs en blijft iets terug komen. Vaak hoor je ook een patiënt zeggen: ‘ik voelde dat het tijd was om terug te komen’. Op dat gebied is het een stukje de patiënt opvoeden. De frequentie van behandelen is even belangrijk als de punten die je prikt. Ook in onze lessen leggen we daar vaak de nadruk op.
In China zie je soms dat mensen elke dag komen.
Dat klopt ja. Hier is dat in eerste instantie financieel al niet mogelijk maar het verschil is natuurlijk groot als je elke dag kunt behandelen of slecht 1x / week. Het is overigens ook best een tijdsinvestering voor mensen. Dat mag je niet onderschatten. Elke week een ritje naar de acupuncturist en dan een uurtje behandeling, dat is best al veel voor mensen. Terwijl in China gaat men soms 10 dagen na elkaar en dan neemt men een paar dagen rust om vervolgens weer zo’n traject in te gaan. Het is zeker iets wat we in onze opleiding mee geven. Je wil niet die 1x / week als standaard gaan zien maar je wil echt kijken naar wat heeft die patiënt nodig. Vaak probeer ik een patiënt in de beginfase 3 keer in 2 weken te zien. Als de behandelingen goed zijn werk beginnen doen dan schalen we stapsgewijs af. Eerst naar om de twee weken en vaak uiteindelijk naar 1x / maand.
Je had het eerder over de behandeling afstemmen op de seizoenen. Zelf merk ik dat er wel vaak gesproken wordt over het leven en behandelen volgens de seizoenen maar dat er praktisch weinig concreets van terecht komt. Helpt de balansmethode om echt op die manier te gaan denken en daar meer feeling mee te krijgen?
Zeker. We bouwen dat tijdens de opleiding ook helemaal uit. Daarbij gaan we steevast uit leggen waarom we iets doen. Je kunt wel zeggen dat je meegaat met het seizoen maar als je niet weet hoe en waarom blijft het te vaag. Die seizoensbehandeling is letterlijk een berekening. Vaak probeer ik een patiënt in de beginfase 3 keer in 2 weken te zien. Als de behandelingen goed zijn werk beginnen doen dan schalen we stapsgewijs af. Eerst naar om de twee weken en vaak uiteindelijk naar 1x / maand. Die gebeurt via de meridian conversion, via de trigrammen. Elk jaar wordt het begin van het seizoen opnieuw berekent. De datum ligt dus niet vast zoals in onze westerse kalender.
De data variëren. Op dit moment zijn bv. voor de blaasmeridiaan punten 64,60 en 40 belangrijk. De energetica van die punten verandert echter met de seizoenen. Als ik diezelfde blaasmeridiaan in de winter wil gaan prikken dan ben ik beter af met punten 67,65 en 64. Het zijn subtiele verschillen maar het verschil zit erin dat de energie van het seizoen in jouw meridiaan een andere trillingsfrequentie heeft en dus vereist die een andere behandelstrategie. Die punten hebben we neergezet in een tabel zoals je in het boek kunt zien maar we leren de studenten ook hoe je nu tot die punten komt. Dat is belangrijk om het te begrijpen, anders zijn het gewoon punten op een blaadje en geen logische beredenering.
Er is ook zoiets als Master Tung punten – hebben die een link met elkaar?
Master Tung is eveneens balansmethode. Die methode komt dan ook vaak terug binnen onze opleiding maar ook in het boek benoem ik enkele van die punten. Ik gebruik zelf beide. Master Tung is een lineage van een paar duizend jaar oud, overgegeven van vader op zoon. Master Tung zelf heeft echter nooit iets op papier gezet. Toen zijn zoon besloot om de lineage niet verder te zetten hebben enkele van zijn studenten bepaalde zaken op papier gezet. Zo ontstond er toch literatuur over het onderwerp en is zijn methode bekend geraakt. Dr. Tan gebruikte zelf ook heel veel Tung punten zonder het specifiek te vernoemen weliswaar. Tung heeft zijn eigen methode en numerologie. Daar zijn de punten bv. niet per meridiaan ingedeeld maar per lichaamszone. Het is een vorm van balansmethode maar met zijn eigen uitwerking. Vaak zie je wel dat het moeilijker te begrijpen is omdat het weer allemaal andere punten zijn, andere terminologie. Het effect echter is hetzelfde.
Geldt dat ook voor de onderliggende theorie?
Het is gelijkaardig. Er zijn in totaal 7 systemen. Verschillende manieren waarop de meridianen zich tot elkaar verhouden. Systeem 7 kan je als volgt uitleggen: De long wordt gebalanceerd door de milt, die milt balanceert weer de maag dus de long balanceert ook de maag. Dan zie je dat Master Tung bv. zijn longpunten op de maagmeridiaan legt. Waarom de maag? De maag meridiaan is rijk aan qi en bloed en daarmee een erg krachtige versterker. De puntencombinatie genaamd ‘the 4 horses’ – longpunten op de maagmeridiaan bij Master Tung . En de long heeft natuurlijk weer de link met ons immuunsysteem – de wei qi. Die vier paarden is dan ook een enorme boost om te prikken. Het heeft een andere naam en aparte nummering maar het principe van meridianen die elkaar balanceren is gelijk. Als beginnend acupuncturist is Tung vaak erg overweldigend. Ben je blij dat je eindelijk die 365 punten kent, komen er plots weer een hele hoop bij. Dat maakt het vooral complex. Maar in de basis hoeft dat helemaal niet zo te zijn. Het voordeel van Dr. Tan is dat je die numerologie niet hebt. Hij benoemt gewoon de punten zoals je ze kent. Belangrijk om te weten is dat je helemaal niet al die punten hoeft te kennen om ermee aan de slag te gaan. Je begint gewoon met enkele punten die je kent. Als je daar mee aan de slag gaat en je ziet hoe goed het werkt, dan wil je vanzelf meer leren. Het is overigens prima te combineren met de klassieke manier van behandelen.
In je boek komen heel duidelijk de tri- en hexagrammen voor. Kun je daar iets meer over vertellen?
Het is heel belangrijk in Chinese geneeskunde om de link met de Yijing te kennen. ‘When you drink water, never forget the source.’ En de diepste bron van de Chinese cultuur en geneeskunde is de Yijing. Yin en yang. Yang als een volle lijn en yin als een gebroken lijn. Daar begint alles. Vervolgens ga je naar een combinatie van drie lijnen, de 8 trigrammen. Ga je die met elkaar combineren dan kom je uit bij 64 hexagrammen. De trigrammen, die zijn de basis voor de balansmethode. Het zijn de trigrammen die in verband worden gebracht met de meridianen. Maar ook op de hexagrammen kun je de meridianen neerzetten. De Yijing, meridianen en Chinese geneeskunde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom hebben we nu bv. een goede samenwerking met Harmen Mesker, een waar expert op het gebied van de Yijing. Net omdat het zo belangrijk is en die link zo sterk is, willen we dat meegeven aan onze studenten. Je moet de tri- en hexagrammen kennen wil je de balansmethode echt begrijpen.
Waar komt die koppeling met de meridianen vandaan – is dat iets uit de klassieke acupunctuur?
Nee. Dat is echt specifiek iets wat dr. Tan heeft opgezet. Eigenlijk is het dr. Chen die het bedacht heeft maar dr. Tan heeft het echt op de kaart gezet. Dr. Chen legde ook de link tussen de trigrammen en de shu antieke punten. Die vijf shu punten zijn overigens in de klassieke acupunctuur erg belangrijk. Als je die kent dan kun je al heel veel. Zelf gebruik ik in mijn behandeling vaak een combinatie van klassieke acupunctuur, master Tung en de dr. Tan.
Waarin zit het verschil met de klassieke acupunctuur?
Met name in de diagnose. Bij de balansmethode is dat meridiaan gericht, bij de klassieke acupunctuur ga je meer naar de Zang-fu . Lage rugklachten bv. is klassiek gezien vaak een deficiëntie van de nieren terwijl de vanuit de balansmethode kijken we eerder naar de blaasmeridiaan omdat die specifiek in dat gebied loopt. Uiteraard is er de link tussen nier en blaas, het is dus niet zo dat die diagnoses elkaar tegenspreken. Ze vertrekken vanuit een ander standpunt. Het is niet een of / of verhaal maar het is en / en. Beide diagnoses zijn waar. Wanneer ik kruiden gebruik zal ik me meer richten op de TCM diagnose maar voor het inzetten van acupunctuur kijk ik naar de meridiaan. Daarbij maak ik gebruik van het principe van holografie. Bv. elleboog komt overeen met lumbaal 2 of het navelgebied. Ik ga het gebied palperen en zoek naar gevoelige punten. Als een punt niet gevoelig is dan zal ik die niet prikken. Het is een erg praktische methode. En net zoals in de klassieke acupunctuur laat ik vervolgens de naald een bepaalde tijd zitten. Daarbij ga ik overigens geen naaldmanipulatie toepassen wat in de klassieke acupunctuur wel vaak gebeurt. Bij dr. Tan gaat het met name over de puntkeuze en de correcte diepte bij het aanprikken. Acupunctuur voor mij is meridiaan gericht, net zoals tuina en qigong. Daarbij werken we van buiten om naar binnen te gaan. We werken op de meridiaan om de weg naar binnen te vinden. Bij kruiden en voeding is dat omgekeerd. Daar werken we van binnen uit en weerspiegelt zich dat aan de buitenkant.
Hebt u nog drie tips voor onze lezers om gezondheid en welzijn te verbeteren?
- Leef met de seizoenen. Verbindt je met de natuur.
- Beweeg meer en beweeg bewust. Bewust van jezelf maar ook van die natuur om je heen, de seizoenen.
- Maak je minder zorgen. Het leven is mooi!