Begin 2022 waren we te gast in de praktijk in Gent van Jan Eeckhout. Kinesist (fysio), osteopaat en acupuncturist. Maar bovenal een gevorderd beoefenaar van qigong en kenner van Neidan. Een vakgebied waar hij via het OTCG in Antwerpen in les geeft. Een unieke kans voor ons om dieper in deze materie te mogen duiken. Uit het 17e nummer van het YSL magazine.
Interview Jan Eeckhout
Hallo. Mijn naam is Jan Eeckhout en ik heb een praktijk waar ik naast de osteopathie ook het hele spectrum aan Chinese geneeskunde beoefen. Dat wil zeggen; acupunctuur, tuina, kruiden en qigong. Daarnaast ben ik eveneens lesgever in sommige van deze aspecten aan het OTCG in Antwerpen. Niet alleen omdat ik lesgeven erg leuk vindt maar omdat ik het belangrijk vindt dat deze kennis wordt doorgegeven. Oorspronkelijk heb ik kinesitherapie ofwel fysiotherapie gestudeerd. Vervolgens de Chinese geneeskunde en ten slotte osteopathie, wat een opleiding was van zes jaar.
Dat is een flinke opleidingsachtergrond. Welke vakken onderwijst u zelf binnen het OTCG?
Ik assisteer in de basis van Chinese geneeskunde, met name pols en tongdiagnose maar ook specifieke onderdelen neem ik voor mijn rekening. Zoals op dit moment bv. de les over de driewarmer en het pericard. Daarnaast ben ik samen met Vic Wouters hoofddocent medische qigong.
Ik denk dat velen de stroming van qigong wel kennen maar wat is precies medische qigong?
Je zou in eerste instantie kunnen zeggen dat qigong algemeen genomen een medisch iets is. Alleen niet specifiek gericht op een bepaalde pathologie. Wanneer men het dan over medische qigong heeft verwijst men veelal naar het feit dat het op een bepaalde klacht is gericht. Dat is wat in onze opleiding aan bod komt.
Een basispakket waarmee je qigong kunt inzetten specifiek gericht naar een bepaalde klacht of pathologie. Eerder curatief dus. Daar waar taijiquan en qigong eerder preventief medisch van aard zijn. De keuze die wij gemaakt hebben in onze lesstof komt uit de opleiding die ik zelf gevolgd heb in Duitsland onder de noemer Medizinesche Geselschaft Qigong Yangsheng en uit de boeken geschreven door professor Jiao Guorei en uit de opleiding van professor Jerry Alan Johnson.
Omdat de opleiding maar een jaar duurt geven we daarin met name een basispakket mee. Het eerste deel van dit jaar is vooral op uw zelf ontwikkeling gericht, oefeningen om uzelf te cultiveren. Vanaf het 2de deel beperken we ons tot een aantal klachten en concentreren ons op het meegeven van de basisprincipes. Hierdoor kan men gericht oefeningen inzetten en heeft men een goed fundament om zichzelf verder te verdiepen ook naar andere klachten dan diegene die in ons aanbod voorkomen.
Die basisprincipes, wat houdt dat in?
Om te begrijpen wat basisprincipes zijn moet je beginnen met de definitie van datgene wat je wil leren, nl. qigong. Qi en Gong – qi hoef ik niet zozeer uit te leggen, als TCM’r begrijp je heus wel waar hier naar verwezen wordt. Gong kun je kort door de bocht vertalen als kunde. Dat betekent dat qigong de kunde is om met qi om te gaan. Niet alleen om ermee om te gaan maar om het te beheersen. Chinese karakters zijn een heel verhaal op zich. Zo ook voor die Gong. Overigens is qigong een begrip die eveneens een hele vracht aan betekenis heeft. Qigong allereerst is een vrij recente term, het betreft een paraplu term met vele begrippen onder zich. Oefenvormen zoals daoyin, yangsheng, tugunashi, neiguan, enz… vallen allen vaak onder de noemer van qigong. Bewegingsoefeningen en meditaties, vaak in combinatie met een specifieke ademhaling.
Het gaat over voelen en beheersen. Maar het concept wordt binnen een velerlei aan settingen toegepast. Je hebt qigong om te genezen of de vechtsport ondersteunen, het welbekende gongfu. Maar er is ook qigong puur gericht op spirituele ontwikkeling of zoals bij de Confucianisten om de moraliteit te bevorderen, een beter mens te worden. De daoïsten zetten dan weer met name qigong in om te streven naar onsterfelijkheid. De welbekende neidan training. Allemaal verschillende strekkingen die soms erg veel uit elkaar lopen qua methodes en doelstellingen. Echter allemaal hebben ze een gemeenschappelijke factor en dat is dat zij veelal gebaseerd zijn op de traditioneel Chinese geneeskunde. En binnen die Chinese geneeskunde speelt zij een belangrijke rol via de medische qigong. Niet alleen naar het genezende aspect maar eveneens qua terminologie en diagnose. Waar het binnen de TCG vooral gebeurt via pols en tong, anamnese, de acht principes, enz… gebeurt de diagnose binnen de medische qigong eveneens via het kijken en aanvoelen.
Kun je die relatie tussen diagnose en qigong nader toelichten?
Laat het zo zeggen, iedereen kan qigong leren maar de ene mens heeft al meer talent dan de andere. Dat komt zeker meer naar boven bij qigong dan bv. bij TCG. Je hebt mensen die de hele chinese geneeskunde niet nodig hebben om te voelen dat er iets met je lever aan de hand is. Je hebt mensen met die talenten. En je kunt dat voor een deel oefenen maar je hebt ook mensen die dat niet moeten oefenen, die dat gewoon hebben. Wat wij doen is een kapstok bieden zodat men kan plaatsen wat men observeert. Om te weten hoe om te gaan met wat men voelt. Er zijn in de opleiding best wel eens mensen die gewoon beter voelen dan ik dat doe, maar die kunnen het soms moeilijk kaderen, weten niet wat ze eruit moeten besluiten of hoe ze moeten handelen. Dat kader, die van de Chinese geneeskunde, diagnose en differentiatie – dat is wat wij o.a. aanbieden. Nu is het natuurlijk wel zo dat ook die mensen zichzelf aan de hand van de oefeningen nog verder kunnen ontwikkelen. Zo zit de opleiding overigens in elkaar. Het eerste deel doe je vooral voor jezelf. Oefeningen om jezelf op te bouwen. Daarbij is qigong gebaseerd op drie belangrijke pijlers: visualisatie (Yi Nian – Yi is visualisatie en Nian is bewustzijn); ademhaling en ten derde het gebruik van je lichaam, de materie.
Ligt daar een link met de Sanbao theorie – de drie schatten van Jing, qi en shen?
De theorie van sanbao is één van de basisconcepten in de Chinese geneeskunde net zoals yin yang en de trigrammen in de Yijing. De qigong algemeen werkt daar inderdaad mee maar die van de medische qigong specifiek werkt in eerste instantie met het principe van Di – Ren – Tian ofwel aarde – mens – hemel. De principes van sederen, tonifiëren of reguleren. Daarbij is reguleren het hoogste omdat je niets hoeft toe te voegen of weg te nemen. Dat is de weg van de hemel. Tonifiëren als er een tekort of deficiëntie is en sederen als er sprake is van exces. Elke methode binnen qigong berust op gemeenschappelijke principes maar elk heeft zijn eigen specifieke effect. Qigong voor genezing is heel anders dan die voor martiale doeleinden. Maar ook binnen de genezing heeft elke vorm of elke oefening weer een ander doel of effect. Het principe van de Sanbao behoort daarbij niet zozeer bij de medische qigong in de zin van op pathologie gericht maar komt meer voor in meer gevorderde vormen van qigong waar gezondheid uiteraard onderdeel is van de basis. Sanbao theorie in qigong gaat meer over het verenigen van jing, qi en shen in je lichaam. Hemel, aarde en mens die één worden. Jing omzetten naar qi, qi naar hen en shen naar dao. Dan ben je één in je lichaam en verenig je jezelf vervolgens met de hemel. Dat is een stap verder dan gezondheid.
Welke theoretische concepten komen aan bod in de opleiding?
We verwachten van studenten dat zij al een bepaalde basis hebben in de Chinese geneeskunde. Daarvoor hoef je niet persé een volledige opleiding te hebben doorlopen maar het basisjaar Chinese geneeskunde is wel aanbevolen. Voor iets als Taijiquan is dat niet meteen noodzakelijk, voor qigong wel. Daarnaast is kennis van de Yijing, de bagua met zijn trigrammen, heavenly stems en earthly branches een vereiste. Die concepten komen aan bod. Zeker voor ons als leraar is die kennis onontbeerlijk. Kennis van de Yijing wordt overigens niet standaard in opleidingen Chinese geneeskunde meegenomen, daarom besteden we er wel extra aandacht aan. De Yijing is overigens iets wat ook in China niet erg veel aandacht krijgt binnen de opleiding hoewel het toch een basistheorie is. Zo ook binnen onze qigong opleiding proberen we de zaken vooral praktisch te houden. Op die manier krijg je tools waar je mee aan de slag kunt. Wil je jezelf echter verder verdiepen in de materie dan zul je toch kennis moeten nemen van de diepere lagen van de Yijing.
Maakt die kennis je beoefening efficiënter?
Ik denk het wel. Bovenal geeft het je een extra tool, een kapstok om je ervaringen aan op te hangen. Je begrijpt beter waarmee je bezig bent. Het is een extra kader. Veel qigong vormen zijn gebaseerd op oude principes en die vindt je terug in de Yijing. Maar dat werk is zeker niet het enige. Zelf heb ik best wat achtergrond in de meer boeddhistische strekkingen. Die leggen vaak meer nadruk op het cultiveren van de shen. Wanneer de shen zuiverder wordt, wordt de qi – je handelen – automatisch ook zuiverder. De weg van boven naar beneden. Terwijl er ook methodes zijn die van beneden naar boven werken. Eerst het lichaam cultiveren.
Toch gebeurt het veelal samen maar soms ook helemaal niet. Zo zijn er strekkingen binnen het boeddhisme die het lichaam verwaarlozen en alleen aandacht hebben voor de ontwikkeling van de geest, net als bij de katholieke kerk eigenlijk. Een strekking zoals het Tantrayana bv. legt een grote nadruk op het werken met de ademhaling en het zuiveren van de spirit. Ook binnen het Daoïsme ligt er naast de cultivering van het lichaam nadruk op de ontwikkeling van andere gebieden zoals de deugd. De Teh uit de Dao Teh Jing. Ook dat is een basisboek. Net zoals Zhuangzi of de Huang Di Nei Jing.
Waarom zijn dat zo’n belangrijke werken?
De Yijing, dat spreekt voor zich. De wisselwerking tussen yin en yang is een kernbegrip maar ook zijn er methodes zoals de balansmethode die specifiek gebaseerd zijn op de Yijing. Wat betreft de meer filosofische werken van Laozi en Zhuangzi – die kun je zien net zoals we de psychologie hebben als tegenhanger van de Westers lichamelijke geneeskunde. Je moet weten hoe je met patiënten moet omgaan.
Ook voor pijnproblemen en niet alleen voor psychologische problematiek. Je kunt mensen leren een andere kijk te hebben op de problemen die ze ervaren. Een kijk die hen helpt ermee om te gaan. Dat komt in de Huang Di Nei Jing overigens eveneens aan bod. De patiënt – behandelaar relatie is altijd belangrijk in een herstelproces. Uiteraard is het zo dat Chinees geneeskundigen net als hun Westerse collega’s soms tegen het probleem van tijdsdruk aanhikken. Maar daar moet je toch proberen tijd voor te maken. Aandacht voor dat stukje psychologie of zelfs spiritualiteit. Dat hoort nu eenmaal bij een holistische benadering.
De benadering van het lichaam is Westers best verschillend dan de Chinese aanpak – is dat bij de psyche ook zo?
Toch wel ja. Zelf werk ik veel met mindfulness vanuit de Tibetaanse traditie van Tulku Lobsang. Je ziet dat de concepten in de Westerse psychologie steeds meer naar pure fysiologie neigen. Dat betekent dat ze kijken naar het biochemische verhaal zoals de impact van de hormoonhuishouding op het gedrag. Vroeger had je nog meer de benadering vanuit de Jungeaanse theorie maar ik heb de indruk dat dit toch steeds meer naar de achtergrond verdwijnt, hoewel ik me hier best in kan vergissen hoor. Dat zou je aan een echte psycholoog moeten vragen.
Algemeen genomen kun je wel stellen dat vanuit het boeddhisme en overigens ook vanuit Zhuangzi op een heel andere manier gekeken wordt naar het bestaan, de manier van zijn. Boeddhistische psychologie gaat heel erg over lijden. De oorzaken daarvan, hoe je het kunt vermijden, hoe je gelukkig kunt zijn en hoe je dat geluk kunt onderhouden. Vier belangrijke pijlers. Als je patiënt naar jou komt met maagpijn, je diagnosticeert bv. yin xu van de maag, je behandelt. Dan moet je nog steeds kijken waar komt die pijn vandaan? Is dat omdat die persoon zich continue druk maakt en slechte eetgewoontes erop nahoudt? Dan zul je ook daar moeten adviseren. Preventie van lijden. Uiteraard moet men op veel vlakken wel openstaan voor die feedback. Dan kun je niet altijd bij iedereen. Net zoals met de oefeningen.
Naast de behandeling en het advies geeft u oefeningen mee?
Als die persoon daar open voor staat ja. Dat kan één of twee oefeningen zijn. Maar dat kan ook een geluid zijn. Werken met geluiden is een aspect wat voorkomt specifiek in de medische qigong. Wat belangrijk is is dat je niet te veel mee geeft. Dat onthouden ze vaak niet of men voert de oefeningen dan niet uit. Als ze de behandeling erna de oefeningen goed hebben getraind dan geef ik aanvullend oefeningen mee of ga ik verder de diepte in met dezelfde oefeningen. Hebben ze niet geoefend dan heeft het weinig zin om daar nog verder energie in te steken. De oefeningen bevorderen niet alleen het herstelproces, het geeft hen iets in handen waar ze zelf mee aan de slag kunnen. Een stukje empowerment zeg maar.
Hoe vaak dient men die oefeningen uit te voeren?
Liever elke dag iets dan één keer per week een piek van twee uur. Net zoals dat bij andere sport van toepassing is. Een kwartier of twintig minuten per dag is een mooi begin, maar die tijd is wel een beetje het minimum. Een half uur per dag vindt ik ideaal qua belasting en doeltreffendheid. Uiteraard moet je dat als opdrachtgever, of het nu als lesgever of behandelaar is, natuurlijk wel zelf doen. Anders ben je niet erg geloofwaardig. Ik begin mijn dag meestal met een veertig tal minuten qigong. Voor veel mensen is dat echter niet evident. We leven nu eenmaal in een gehaaste maatschappij. Dat begrijp ik uiteraard.
Je moet het enigszins weten in te passen in je leven. Afstemmen op je ritme. Dat geldt evengoed voor de oefeningen zelf. In de ochtend doe ik bv. wat meer dynamische oefeningen. Dat betekent niet dat ik dezelfde oefening niet in de avond kan doen maar dan doe ik hem vaak minder dynamisch. Je past je training aan aan het ritme van de dag, het ritme van yin en yang. Dat is op zich wel iets wat ik algemeen aanbeveel. Dat betekent overigens niet dat je in de ochtend alleen maar dynamsich kunt werken. In de ochtend komt de yang op, dingen komen als vanzelf in beweging. Je kunt dus ook gewoon meditatie doen en de natuur zijn gang laten gaan.
Wat zeg je tegen mensen die dat niet kunnen opbrengen?
Die raad ik een andere cursus aan. (gaat hard lachen…) Kijk voor een client is dat anders natuurlijk. Maar iemand die bij ons de opleiding komt volgen moet zichzelf toch afvragen dat indien hij / zij niet bereid is die minimale vereiste van toewijding aan de dag te leggen, wat die met zo’n opleiding wil. Het gaat hier tenslotte niet om een workshop, het is een echte opleiding. Dat betekent dat het een lifestyle dient te worden. Yogi’s zien er vaak zo goed uit, niet alleen omdat ze oefenen – maar omdat ze de hele levenswijze omarmen. De hygiëne, de voeding, het slaapritme, etc…
Ik heb wel eens patiënten die me bv. vragen of ik niet één of andere oefening heb omdat ze te veel stress hebben. Dan vraag ik hen wel eens om eerst wat minder te gaan doen. Als jij continue van het één naar het ander holt en je hebt niet de kracht om wat meer rust in je leven te creëren… Hoe ga je dan de discipline opbrengen om dagelijks te gaan oefenen? Dat geeft alleen maar meer druk, levert meer stress op. Het wonder van de oefeningen zit hem in het dagelijks doen. Dan krijg je die reset van het lichaam, van de qi en de shen. Maar dan moet je wel de omstandigheden, de mindset en leefstijl ontwikkelen waarin je dat voor elkaar krijgt.
Welke rol speelt qigong nog meer voor een therapeut?
Het biedt je dus de mogelijkheid om mensen tools aan te bieden en zoals ik eerder vermelde helpt het versterken van je diagnostische vaardigheden. Maar zelfs al beoefen je zelf de bewegingsvorm niet, toch doe je altijd qigong als acupuncturist. Vooral als je al een tijdje bezig bent als therapeut. Je werkt immers met qi en dat is wat qigong is, de vaardigheid in het omgaan met qi.
Je zet je intentie op die naald, je vraagt de patiënt bv. in te ademen bij het prikken om te tonifiëren. Je werkt met de adem, je werkt met intentie, je werkt met qi. De kunde van het omgaan met qi, die qigong, dat zit per definitie al in het beoefenen van acupunctuur. Die aspecten kun je dan weer dieper gaan ontwikkelen door het beoefenen van qigong. Een betere ademhaling, een sterkere aanwezigheid en intentie. De kracht van de focus, van de shen. (geest, heart-mind)
In onze vorige editie schreven we een artikel over Neidan – kunt u ons wat meer vertellen over de link met qigong?
Nei is intern en dan refereert naar het elixir, de dan of het dantian. Echter die dan is er nog niet. Het veld – de tian – is nog leeg. Je moet het trainen. Neiye is die innerlijke training. Daar valt neigong, qigong en neidan onder. Vanuit het perspectief dat Neidan werkt met het dantian kun je dus stellen dat er in qigong al een stuk neidan zit. Persoonlijk vindt ik dat sommige dingen soms wat gehyped worden. Al die zaken horen bij elkaar. Toch zit er vaak een duidelijk verschil. Ik heb zelf getraind bij Wang Li Ping (van het boek Through the Dragon Gate – Longmen Pai) – dat is pure Neidan. Pure neidan is meditatie. Vijf tot zes uur zitten per dag. Het innerlijke werk Neiguan. Guan betekent observatie. Een aspect wat bij qigong niet minder aan bod komt, die blik naar binnen.
Neidan begint met het naar binnen brengen van je intentie, naar het dantien. Yi nian. Dan volgt eventueel uw qi. Eventueel zeg ik want het is geen gegeven dat het dantien zich vult gewoon omdat je aandacht er is. Eén van mijn professoren in Beijing zei op een gegeven moment: uw dantien is leeg. En dat terwijl ik al best een tijd bezig was met dit soort zaken. Toch voelde ik dat hij gelijk had. Ik had zwakke benen, zwakke rug, weinig energie. De zaken die typisch zijn voor een nierdeficiëntie in de Chinese geneeskunde. Kenmerken van een leeg dantien.
Maar uw intentie brengen is het begin, vervolgens komt de qi en de shen, het bewustzijn, het daadwerkelijk voelen van uw dantien. Als laatste stap de xin guan, het licht en dan pas kun je echt gaan observeren. De neiguan. De innerlijke observatie. Op die manier ga je werken met de drie dantien. Veel oefeningen zijn uitwendig. Je maakt een verzamelende beweging met je handen richting je dantien, dat is uitwendig. Je aandacht – je yi, qi en shen – hoe die bewegen, dat is inwendig.
Qigong is daarbij een goede voorbereiding op neidan. Het leert je focus, aandacht, plaatsen van intentie. Hoe ga jij zoals bij Li Ping, drie uur lang concentreren op een bepaalde meridiaan als je nog geen vijf minuten je aandacht kunt houden? Die kwaliteiten dien je te trainen en dat kun je via qigong. Nu zijn er wel eens mensen die zeggen dat je helemaal niet zo lang hoeft te zitten om te mediteren maar voor neidan is dat zeker wel het geval. Pas na een bepaalde tijd kom je nl. in de vereiste staat van zijn. Anders is het gewoon zitten en zitten is geen neidan. Eerst moet het troebele water stil worden, het moet bezinken en pas dan kun je er daadwerkelijk iets mee doen.
Pure Neidan is meditatie
Het cultiveren van het elixir – de DAN
Qigong is daarvoor een goede voorbereiding
Het leert je focus, aandacht & plaatsen van intentie
Op je CV is duidelijk te zien dat je een enorm uitgebreid assortiment aan cursussen en opleidingen gedaan hebt. Je kennis van het vak is erg breed. Is het een voordeel dat je zo veel verschillende aspecten bestudeerd hebt?
Op zijn Duits gezegd: Jain. (lacht) Ja en nee dus. Het was enorm interessant. Door je breed te oriënteren kom je in aanraking met ontzettend veel materiaal. Dat geeft keuzemogelijkheden. Het nadeel is natuurlijk dat je niet in alles even goed kunt worden, je moet keuzes maken. Belangrijk is dat je geen dingen door elkaar gaat halen. Als je iets traint, beperk je dan tot die methode. Ga niet meerdere methodes tegelijk oefenen. Dan weet je nl. niet welke methode welk effect veroorzaakt. Of als het fout gaat – welke methode is de oorzaak? Ik ging dus steeds een bepaalde tijd één methode oefenen voor ik aan iets anders begon. Echter nooit door elkaar.
Er zitten nl. ook gevaren in de beoefening van qigong. Dit heet qigong deviatie en daar besteden we uiteraard aandacht aan in de opleiding. Er zijn bepaalde zaken die als normaal beschouwd worden als zij voorkomen. Hoofdpijn, trillen, warmte, … kan allemaal als negatief ervaren worden. Echter als je stopt met de oefening dan dient het vrij snel weg te trekken. Blijf je er last van houden dan dien je aan de bel te trekken. Let wel, als er zich hier een probleem ontwikkelt dan kun je het alleen oplossen dmv qigong, je huisarts zal er waarschijnlijk geen oplossing voor vinden. Het probleem kan zich op verschillende niveau’s situeren. Lichamelijk, psychologisch of op energetisch niveau. Een belangrijk aandachtspunt is altijd de ademhaling. Ga niet meteen je adem manipuleren. Laat je adem – zeker in het beginstadium – vrij. De beweging dient zich aan te passen aan de ademhaling en niet andersom. Een belangrijke contra indicatie is het aanwezig zijn van ernstig psychologische stoornissen. Bij de beoefenaar of zelfs in de familie. Qigong heeft nl. de potentie om dingen naar boven te laten komen. Zaken te versterken. Zeker bij zoiets als Zhang Zhuang. Vandaar dat je in qigong vaak eerst dient te sederen of purgeren anders loop je het risico om de Xie qi of Bing qi (zieke qi) te versterken.
Daarom dat het mixen van methodes een no go is. Je wil nauwkeurig kunnen observeren wat het effect is. Klassiek ga je een methode 42 dagen trainen. Dat is de tijd die je lichaam nodig heeft om de methode eigen te maken. Dat kan overigens variëren per methode. Zelf heb ik een bepaalde meditatie gedaan die specifiek op mijn constitutie was ingesteld. Die moest ik drie jaar lang doen en dat slechts 72 dagen per jaar maar wel specifiek in een bepaald seizoen. Het gekozen seizoen was afhankelijk van je constitutie. Dat verschilt dus van persoon tot persoon. De één moet het in de winter doen, de ander in de zomer. Dus niet alleen kan er een verschil zijn in tijdsperiode die geoefend dient te worden, ook in het tijdstip zelf of de variant kan er een verschil zitten. Daarnaast merk ik zelf dat ik nu heel andere dingen train dan toen ik twintig jaar jonger was. Ook die energie verandert.
Hebt u nog 3 tips voor het bevorderen van gezondheid en welzijn?
Ik denk dat het gebruiken van je eigen gezond verstand al veel problemen kan voorkomen. Relativeren is daarbij een gezonde eigenschap. Maar eigenlijk moet je jezelf vooral drie zaken afvragen:
– Welke gedragsmatige of emotionele patronen komen steeds terug in mijn leven en welk effect heeft dat?
– Heb je er al iets aan gedaan om het te veranderen en is het noodzakelijk dat je iets verandert?
– Kun je leven met de gevolgen van die beslissing?