Voor het eerste nummer van 2022 mochten we deze bijzondere dame ontmoeten. Brechtje Sebregts is één van die Chinees geneeskundigen die zich helemaal in de materie vastbijt. Als gastdocent bij Qing Bai en met haar eigen onderwijscentrum en TCM praktijk in Leiden, is zij dan ook één van de vele specialisten die Nederland rijk is. De aanleiding van het interview was haar boek over de divergente meridianen. Materie die jammer genoeg in de opleidingen veelal onderbelicht blijft. Gelukkig zijn daar scholars zoals Brechtje die de klassiekers binnenste buiten keren om zo veel mogelijk kennis hieromtrent naar boven te halen en dat te delen met ons. Een enorm leerrijk interview – uit het 17e nummer van het Yang Sheng Lifestyle magazine.
INTERVIEW Brechtje Sebregts
Hey – mijn naam is Brechtje Sebregts en ik ben acupuncturist. Ik heb een achtergrond in het onderwijs en ben daarna acupunctuur gaan studeren.
Ik heb er heel bewust voor gekozen om me te specialiseren in de acupunctuur zelf en bv. niet ook kruiden te gaan studeren. Het werkveld van de acupunctuur is erg breed en divers, en ik wil zoveel mogelijk aspecten daarvan kunnen beheersen.
Nadat ik mijn studie acupunctuur in Nederland had afgerond, ben ik in Zwitserland gaan studeren bij Josef Müller. Daarvoor moest ik elke drie weken op vrijdag de nachttrein in, dan heel het weekend studeren in Zürich en op maandagmiddag was ik terug. Dat was een erg hectisch tijd, maar ik heb er enorm genoten. Dat is ook wat mij kenmerkt in wie ik ben en wat ik doe.
Ik verdiep me in de acupunctuur en wil graag met het gehele meridiaanstelsel werken en vervolgens deel ik deze kennis het liefst met zoveel mogelijk mensen. Dat was voor mij ook de aanleiding om mijn boek te schrijven over de divergente trajecten. Het is verschenen in het Nederlands en het Engels.
Naast mijn werk als acupuncturist ben ik één van de docenten op TCMA en geef ik geregeld college’s bij Qing Bai. Omdat ik ervan verzekerd wil zijn dat ik ook volledig op mijn eigen manier kan lesgeven en de onderwerpen op de agenda kan zetten die ik boeiend vind, heb ik daarnaast een eigen onderwijscentrum Centrum Sebregts
Wat heeft je naar Zwitserland getrokken?
Dat was specifiek, omdat ik bij Josef Müller wou studeren. Ik was hem tijdens mijn acupunctuuropleiding op Qing Bai tegengekomen tijdens een interne stagedag. Er werd toen veel gesproken over zijn werkwijze en een stagedag bij hem moest je zeker een keer gevolgd hebben. Na mijn opleiding kreeg ik de kans om bij hem te studeren in Zürich. Zodoende heb ik dat gedaan. Bij Müller heb ik geleerd om te werken met de vijf elementen en hoe je vanuit deze visie psychosomatische klachten kunt behandelen. Al heel snel werd me duidelijk dat werken met de vijf elementen veel breder was dan wat ik er toen van af wist. Mülller combineert het werken met de vijf elementen met het gebruik maken van het gehele meridiaanstelsel. Toen ik daar begon met mijn opleiding kende ik Zwitserland helemaal niet, maar ben gewoon gegaan. De start van zijn 2-jarige opleiding sloot aan op mijn afstuderen in Nederland, dus dat plaatje klopte.
Wat is er zo anders aan zijn manier van werken?
Wat me heel erg opviel was hoezeer hij aandacht had voor de persoon en doorvroeg tijdens de anamnese. Als iemand kwam met een pijnklacht, dan kon het gesprek uiteindelijk gaan over hoe het er op diens werk aan toe ging of wat deze persoon in de jeugd had meegemaakt. Hij wilde een zo compleet mogelijk beeld hebben van wie de persoon was om zo tot de ware kern van het probleem te komen. Zijn liefde waarmee hij mensen benaderde, dat was mooi om te zien. Maar niet alleen zijn manier van diagnosticeren sprak mij aan. Hij gebruikte behandeltechnieken die ik niet kende en hij gebruikte het gehele meridiaanstelsel in zijn behandeling. Veel van zijn technieken had ik op de opleiding niet geleerd.
Je zegt dat zijn manier van werken veel breder was dan wat jij hier op de opleiding hebt geleerd, in welke zin is dat?
Hij maakt heel specifiek gebruik van de vijf elementen door de fysieke en mentaal-emotionele klachten vanuit dat kader te bekijken en te behandelen. Daarnaast maakt hij gebruik van kinesiologisch testen, een spiertest zeg maar. Met deze testen onderzoekt hij waar de pathogeen zich bevindt in het meridiaanstelsel. Dat kan dus zijn in de hoofdkanalen, tendinomusculaire meridianen, luo-vaten, divergente trajecten of de extra kanalen. Super fascinerend om te zien hoe hij zijn patiënten behandelt. Hij spreekt ook over Kiiko Matsumoto, een Japanse acupuncturist met een eigen methodiek . Zij maakt o.a. gebruik van hara-diagnostiek, een vorm van Japanse buikdiagnostiek. Sinds mijn kennismaking met dit diagnostische middel ben ik het ook veelvuldig gaan gebruiken in de praktijk.
Als je het hebt over het gebruik maken van de vijf elementen in je acupunctuurbehandeling, heb je het dan over de Shu-antieke punten?
De shu-antieke punten zijn één van de puntgroepen die ik gebruik in mijn behandelingen. Vanuit mijn kennis van de vijf elementen ga ik op zoek naar het element dat een disbalans heeft. Vanuit dat element behandel ik de fysieke en mentaal-emotionele klachten van de patiënt. Ik zal je een voorbeeld geven. Het element Metaal wordt gelinkt aan de emotie verdriet, de kleur wit en vanuit de fysiologie met de peristaltiek van de dikke darm. Als ik constateer dat bij een patiënt het Metaal-element uit balans is, dan kies ik het liefst acupunctuurpunten die passen bij dit element. Dan gebruik ik bijvoorbeeld shu-antieke punten van de Long en de Dikke darm, het front mu- of back shu-punt van de Long of Dikke darm, het xi-cleft punt van de Long of de Dikke darm etc.
Wanneer we spreken over het meridiaanstelsel
Dan gaat dat over meer dan alleen de hoofdkanalen.
Tendinomusculair
Luo vaten
Divergente Trajecten
Extra kanalen
Ze vormen allemaal een onderdeel
van dat uitgebreide stelsel.
Ik hoor je een stukje typologie en constitutie benoemen. Ik las op je site iets over constitutionele meridiaantherapie – heeft dat wat met elkaar te maken?
Dat heeft het inderdaad. Vanuit de constitutionele meridiaantherapie bekijk ik waar de wortel van de verstoring zit. Het woord constitutie beschrijft de levenslange kenmerken die zich kunnen manifesteren in de fysieke gezondheid of psychologische samenstelling van de persoon. In de behandelingen spreken we over de constitutionele factor. Deze factor is een belangrijke focus en van invloed op het stellen van mijn diagnose. Tevens is een groot deel van de behandeling van de patiënt daarop gericht. Je kunt dit zien als de onderliggende disbalans van de patiënt en deze disbalans wordt zichtbaar in de fysieke en mentaal-emotionele klachten van de patiënt. Symptomen zijn wat men noemt de ‘Biao’ – de takken, als het ware. Wij willen in eerste instantie vertrekken vanuit de ‘Ben’, de wortel of oorsprong. Dat is het constitutionele stuk. Die ga je behandelen. Je behandelt dus niet de symptomen, maar de persoon. Meridiaantherapie is de verwijzing naar behandelmogelijkheden die het gehele meridiaanstelsel biedt. In de behandeling maak je gebruik van de hoofdkanalen, de luo-vaten, de divergente trajecten etc.
Hoe bepaal je die wortel?
Er zijn vier diagnostische criteria beschreven om de wortel te bepalen. Zo kijk je naar kleur van de huid in het gelaat en op de binnenzijde van de onderarm. Je luistert naar het stemgeluid. De geur is de derde mogelijkheid. Hoewel dat vrij lastig is gezien de meeste mensen shampoo, zeep, parfum of deo gebruiken. In de praktijk ruik ik voornamelijk de uitgesproken gevallen. En de vierde mogelijkheid is de wortel bepalen op basis van de emotie. En dan vooral uitzoeken wat er echt onder die emotie zit.
Iemand kan heel erg boos zijn, maar als die boosheid uit angst afkomstig is, dan zit de wortel in de angst, niet in de boosheid. Ik vraag naar wat de trigger is van de emotie die de patiënt uit. Hiervoor gebruik ik veelvuldig de psychosomatische profielen. In deze profielen is de emotie uitgewerkt die past bij een element. Je vindt er ook een uitgebreide beschrijving van gedragingen en persoonskenmerken die passen bij een verstoring in dat element. Zo kijkt je vanuit het Metaal-element naar de uitingen en gedragingen met betrekking tot de emotie verdriet.
In het psychosomatische profiel van Metaal vind je bijvoorbeeld ook dat patiënten moeite kunnen hebben lof aan te nemen, contacten verbreken of ze juist niet aangaan om er dan geen verdriet van te hebben als ze geen stand houden, behoefte hebben aan erkenning voor de kwaliteit die ze leveren en angst kunnen hebben voor veranderingen.
Voor het bepalen van de wortel maak ik tevens gebruik van de anamnese, het palperen van de hara en de meridianen, en van kinesiologisch testen. Er zijn ook stromingen in de acupunctuur die kijken naar lichaamsbouw. Zelf gebruik ik dat niet om mijn diagnose te stellen, hoewel ik wel kijk of het matched met wat ik vind. Ik ben van mening dat dergelijke lichaamstypologie grofweg voor slechts 50% correct is. Dus als iemand heel slank en pezig is, dan heb je 50% kans dat het een Hout-type betreft, maar misschien is het dat ook helemaal niet. Dat is voor mij teveel gokwerk.
Je benoemt de wuxing en het meridiaanstelsel. Die worden in de Nederlandse opleidingen ook onderwezen. Ging men in Zwitserland verder daar in?
Toch wel. In het eerste weekend dat ik daar college volgde, ging het over kinesiologisch testen. De colleges in de zes weekenden die daarop volgde, gingen over de wuxing. Daarbij stond telkens één element centraal gedurende een heel weekend. In het weekend dat het Water-element besproken werd, kwamen alle acupunctuurpunten van de Nier- en Blaas-meridiaan één voor één aan bod. Dat was een pittige, want daar valt natuurlijk de Blaasmeridiaan onder met zijn 67 punten.
Bij elk element werd het psychosomatische profiel uitgebreid besproken. Zo was er veel aandacht voor de fysieke en mentaal-emotionele klachten die veel voorkomen bij een verstoring in dat element.
Verder hadden we ook een ambulatorium. Daarbij ging je een week naar school en kwamen patiënten meerdere dagen terug, zodat je ook echt de veranderingen kon zien. Vervolgens had je ook nog eens zes volledige weekenden die we besteden aan het bestuderen van het volledige meridiaanstelsel. Zo ging het één weekend over de tendinomusculaire meridianen, één weekend over de luo-vaten, één weekend over de divergente trajecten en één over de extra kanalen. In de andere weekenden gingen we dieper in op de onderlinge relaties van die verschillende ‘lagen’ van het meridiaanstelsel
4 Diagnostische criteria
– Observeer de kleur
– Luister naar de stem
– Ruik de geur
– Bepaal de emotie
In die specifieke werkwijze hoor ik je het doorvragen benoemen en een belangrijk stukje psychosomatisch, emoties, … Betekent dit dat de psyche een vaste plek heeft in je praktijk?
Zeker weten. Enerzijds komt dat door mijn interesse in dit vakgebied. De opleidingen en nascholingen die ik zelf volg, maar ook de colleges die ik zelf geef, sluiten hier bij aan. Anderzijds komt het door de patiënten die mijn praktijk bezoeken.
Ik merk verder dat ik een bepaalde reputatie heb gekregen, mensen beginnen je te kennen en daardoor komen er meer complexe patiënten met psychologische problemen over de vloer. Daarnaast zitten er onder mijn cliënteel een aantal artsen, psychologen en psychiaters dus ook in die wereld weten ze me te vinden voor doorverwijzingen.
Kun je een voorbeeld van geven van een behandeling waarin de psyche centraal staat?
Het is niet zo dat mensen altijd met die vraag bij mij terecht komen. Ik vraag wel altijd door om te kunnen beoordelen of de fysieke klacht waarvoor de patiënt mijn praktijk bezoekt, mogelijk tot mentaal-emotioneel klachten leidt of zelfs een mentaal-emotionele oorzaak heeft. Zo was er een man die een afspraak maakte vanwege zijn tinnitus. Hij had hier inmiddels ruim drie jaar last van. Ik denk dat bijna elke acupuncturist op de opleiding gehoord heeft dat tinnitus moeilijk te behandelen is. Deze man was echter na een behandeling of vier van de klachten af.
Puur en alleen omdat we vrij snel achter de wortel van de verstoring kwamen, in dit geval frustratie en boosheid als psychologische trigger. De periode waarin de tinnitus ontstond was voor hem een erg stressvolle periode geweest. Zijn vrouw was depressief en op zijn goed bedoelde adviezen zat zij niet te wachten. Dat zorgde bij hem voor erg veel frustratie. Niemand in het hele (westers medische) behandelcircuit had hem ooit gevraagd hoe zijn persoonlijke omstandigheden waren en of hij stress ervoer in de periode van ontstaan van de tinnitus. Toch bleek daar de oorzaak te liggen.
Je hebt al een paar keer aangegeven hoe belangrijk het is om de hele breedte van het meridiaanstelsel aan te pakken. Daar horen de divergente trajecten bij. Een onderwerp waar je een boek over hebt geschreven. Kun je daar wat meer over vertellen?
Zoals ik al eerder zei bestaat het meridiaanstelsel uit verschillende onderdelen, ook wel ‘lagen’ genoemd. De verschillende onderdelen zijn: de spierpees ofwel tendinomusculaire meridianen, de collateralen ofwel de luo-vaten, hoofdkanalen, de divergente trajecten, en de extra kanalen. Wij maken daarbij een indeling van boven naar beneden, van oppervlakkig naar diep. De luo-vaten die zitten nog vrij aan de oppervlakte, zo kun je bijvoorbeeld zien dat pathogenen zich in deze vaten bevinden.
De divergente trajecten liggen dieper. Deze takken af van de hoofdmeridiaan en hebben net als alle onderdelen van het meridiaanstelsel een eigen verloop. De luo-vaten en de divergente trajecten kun je zien als een buffersysteem. De huidzones en de tendinomusculaire meridianen zullen er in eerste instantie alles aan doen om een pathogeen buiten het lichaam te houden. Lukt dit niet of gaat het om een interne pathogeen, dan komen of de luo-vaten of de divergente trajecten in actie.
De divergente trajecten proberen de pathogeen, die zich nu in het lichaam bevindt, weg te houden van de organen. De meest genoemde beschrijving van dit proces is dat ze de pathogeen kunnen vasthouden en opslaan in hun traject. De gewrichten worden als opslagplaats genoemd en dan bij voorkeur de grote gewrichten als knieën, heupen, ellenbogen en schouders. Dit staat bekend als het ‘in latentie houden’ van de pathogeen.
Het is een soort parkeerplek. De pathogeen blijft latent aanwezig, totdat het lichaam de mogelijkheid heeft om deze uit het lichaam te verwijderen of totdat latentie niet meer behouden kan worden. Kan latentie niet worden behouden dan ervaart de patiënt klachten. Klachten die veroorzaakt kunnen worden door een pathogeen in het divergente traject zijn veelal eenzijdige (pijn)klachten van het bewegingsapparaat, klachten van de huid en zintuigen, klachten van de organen (zangfu) en mentaal-emotionele klachten. Deze klachten zijn chronische en/of intermitterend.
Kijk je bij dat soort klachten steevast naar deze twee types kanalen?
Nee, ik kijk niet alleen naar de luo-vaten of de divergente trajecten. Ik ga steeds eerst kijken waar de pathogeen zit. Het voordeel van het gebruiken van de hele breedte van het meridiaanstelsel is: hoe specifieker je kunt benoemen waar de pathogeen zich bevindt, hoe gerichter je kunt werken. Natuurlijk, wanneer weet je iets zeker? Wij hakken dat meridiaanstelsel nu in ‘laagjes’, maar zo werkt het niet. Het is allemaal verweven met elkaar. Maar je kunt wel grofweg een eerste onderscheid maken. Sommige problematiek is typisch voor de tendinomusculaire meridianen, terwijl andere klachten kenmerkend zijn voor de divergente trajecten. Dan denk ik bijvoorbeeld aan intermitterende klachten. Uiteraard is er altijd wel iets van een grijs gebied. In veel reguliere opleidingen zie ik echter dat het gros van de problematiek via de hoofdkanalen wordt behandeld. Dat vind ik jammer..
Je vertelde dat je diagnose anders is. Welke diagnostische methodes gebruik je zoal?
Uiteraard de gebruikelijke diagnostische middelen als het voelen van de pols, het bekijken van de tong en de anamnese. Het kinesiologisch testen ontbreekt zeker niet. Daarnaast heb ik Toyohari gestudeerd in Amsterdam. Dat is Japanse acupunctuurstijl. Daarbij leer je kanaalpalpatie, het observeren van de huid en het beoordelen van de spiertonus. De palpatietechniek is daarbij duidelijk verschillend van de Chinese manier van palperen zoals bijvoorbeeld Wang-Yi dat beschrijft.
Akabane is een andere Japanse techniek die ik gebruik. Ik gebruik Akabane diagnostisch om vast te stellen in welk onderdeel van het meridiaanstelsel en in welke meridiaan in het bijzonder de disbalans zich bevindt. Bij deze techniek ga je met een wierookstokje over de Jing Well punten heen en je telt hoe lang het duurt voordat iemand ‘heet’ roept. Daarnaast maak ik gebruik van de buikdiagnose zoals Kiiko Matsumoto die hanteert. Ik gebruik niet al deze methodes in een behandeling. Dat zou te lang duren, zeker iets zoals de Akabane-test neemt toch enige tijd in beslag. Ik kijk in eerste instantie welke patiënt er voor me staat en wat de klacht is. Aan de hand daarvan kies ik de diagnostische middelen die me voor dat moment de benodigde informatie verschaffen.
En tijdens die diagnose kun je vaststellen op welk niveau de pathogeen zit?
In veel gevallen kun je niet met één diagnostische methode vastzetten in welke ‘laag’ de pathogeen zich bevindt. Daarvoor gebruik ik graag meerdere methoden. Op basis van mijn bevindingen bepaal ik met welk onderdeel van het meridiaanstelsel ik aan de slag ga om de klachten die veroorzaakt worden door de pathogeen te behandelen.
Wat zeggen de klassieken over die divergenten?
Over de divergenten is één hoofdstuk geschreven in de klassieken, namelijk hoofdstuk 11 in de Ling Shu. Het hoofdstuk begint met een korte inleiding waarin Qi Bo antwoord geeft op een zeer algemene vraag: Hoe verhoudt de mens zich tot de hemel? Op basis van deze ‘introductie’ wil Huang Di meer details weten en gaat de dialoog verder. Qi Bo beschrijft dan de twaalf verlopen van de divergente trajecten in zes yin-yang paren.
In de tekst wordt van elk divergent traject het punt beschreven waar het traject aftakt van de hoofdmeridiaan. Vervolgens wordt het verloop van het traject beschreven en tenslotte wordt aangegeven waar het traject weer samenkomt met de hoofdmeridiaan. Een yin– divergent traject takt af van de hoofdmeridiaan en maakt aan het einde van zijn traject contact met zijn yang-gekoppelde hoofdmeridiaan, dus met zijn yang-partner. Een yang-divergent traject takt af van de hoofdmeridiaan en maakt aan het einde van zijn traject ook weer contact met dezelfde hoofdmeridiaan.
Meestel takt het traject af van de hoofdmeridiaan aan een ledemaat – bv. de knieholte – en komt die bovenin weer aan in de regio van hoofd en hals. Alle trajecten hebben een uniek verloop in het lichaam waarbij ze contact maken met de geassocieerde organen (zangfu) en met de borst of het Hart. In Ling Shu hoofdstuk 11 worden geen diagnostische methoden, behandelmethodes of punten van de divergente trajecten beschreven.
Dat is wel een duidelijk verschil met wat er beschreven is over de verschillende luo-vaten die connectie maken met de gekoppelde hoofdmeridiaan?
Over het werken met de luo-vaten is er zeker meer beschreven in de klassieken. Wat jij verder omschrijft heeft betrekking op de longitudinale en transversale luo-vaten. Maar als je de klassieken leest, staat dat niet zo beschreven. Mbt de luo-vaten hebben velen van ons inderdaad geleerd dat er longitudinale en transversalen luo-vaten zijn. Echter in mijn zoektocht kwam ik erachter dat deze theorie voor het eerst beschreven wordt door Nguyen Van Nghi (1909-1999). Hij noemde de luo-vaten, zoals ze beschreven zijn in de Ling Shu, de longitudinale luo-vaten. Het transversale luo-vat is de verbinding tussen het luo-punt en het yuan-source punt. Deze luo-verbinding is dus een recentelijk gegeven.
Die divergenten die aftakken aan een ledemaat en in de regio hals of het hoofd weer samenkomen – is dat een wetmatigheid?
Nee, dat ook weer niet. Er zijn twee uitzonderingen. Het divergente traject van de Sanjiao gaat bv. van het hoofd naar beneden, dus dat traject verloopt net de andere kant op. Ook het divergente traject van de Dunne darm verloopt van proximaal naar distaal. Dit traject takt af van de hoofdmeridiaan bij de schouder, gaat door de oksel en het Hart en daalt dan verder om contact te maken met de Dunne darm. Waarom juist deze twee trajecten van proximaal naar distaal verlopen, daar vermelden de klassieken niks over.
Welke onderdelen komen in je boek aan bod?
Het boek begint met: wat staat er nou echt in hoofdstuk 11 van de Ling Shu? Dus geen interpretaties. Vervolgens een hoofdstuk over de ontwikkeling van de theorie en het gebruik van de divergente trajecten. In dit hoofdstuk vind je een korte beschrijving van de theorieën en werkwijzen die de meest bekende en invloedrijke auteurs ontwikkelden. Het derde hoofdstuk gaat dan over de huidige opvattingen en mijn beschrijving voor het gebruik van de divergente trajecten in de behandeling.
Ik beschrijf de plek van de divergente trajecten in het meridiaanstelsel, hun functie, de pathologie, de diagnostische methoden en de puntkeuze aan bod. Dat alles toegelicht aan de hand van casussen zodat de lezer ook echt ziet wat je doet. Tot slot vind je in hoofdstuk 4 de beschrijving van de twaalf divergente trajecten. Per traject wordt het verloop beschreven zoals dat in de Ling Shu staat, met daarnaast de moderne beschrijving. Vervolgens vind je daar welke fysieke en mentaal-emotionele klachten je behandelt met dat divergent traject. De puntkeuze is beschreven. Bij elk trajectpunt staat de toepassing voor de behandeling van fysieke en mentaal-emotionele klachten vermeld. En ook in dit hoofdstuk staan casussen.
En die punten van de divergente trajecten bevinden zich op de hoofdmeridiaan?
Ja, dat klopt. Nu hebben de divergente trajecten van oorsprong geen eigen punten. Ling Shu hoofdstuk 11 beschrijf een verloop, waarbij een paar keer een specifiek punt van de hoofdmeridiaan wordt genoemd. Verder wordt in de Ling Shu vaak een zone beschreven als begin- en eindpunt van het divergente traject. In deze zones zijn acupunctuurpunten van de hoofdmeridianen gekozen die het begin- en het eindpunt aanduiden. Ook de trajectpunten zijn punten van de hoofdmeridianen die passen bij het beschreven verloop van het divergente traject.
Wat is nu de trigger dat je jezelf afvraagt of die pathogeen zich in een divergent traject bevindt?
Ik start altijd met een gesprek. Als ik daar hoor dat een klacht steeds terugkomt, dan begin ik te denken aan een pathogeen in het divergente traject. Dat is je eerste signaal, een pathogeen die latent aanwezig kan zijn. Daarnaast zie je vaak dat de klacht éénzijdig is, en dat de klacht wisselt van kant; een tweede signaal. En dat het om klachten gaat van de grote gewrichten: knieën, heupen, ellenbogen en schouders; een derde signaal. En als vierde signaal kun je het chronische stuk nemen. Die vier signalen zijn voor mij aanleiding om te denken aan een pathogeen in dit onderdeel van het meridiaanstelsel.
Kun je als slot drie tips geven waarom of hoe men met het werken met het gehele meridiaanstelsel aan de slag kan gaan?
1. Eerst het ‘waarom’: door te werken met het gehele meridiaanstelsel ben ik van mening dat je de patiënt efficiënter kunt behandelen.
2. Om dat te doen is het belangrijkste dat je weet hoe je het hele meridiaanstelsel kunt gebruiken. Daarvoor leer je die ‘lagen’ kennen.
3. Om dat te leren en daarmee te beginnen—bestudeer het laag voor laag. Duik de literatuur in. Als je één laag onder de knie hebt bestudeer je de volgende. Het is echt de moeite waard!