Christine van Toor – Kinderspecialist

Eind 2022 mochten we dit interview doen met Christine van Toor – Zaalberg. En eerlijk is eerlijk, we waren onder de indruk. Zo erg zelfs dat tot op de dag van vandaag Christine onze place to go is wanneer we tegen een probleem aanlopen met onze kids (geboren 2020 en 2022). Ook al is het sinds onze verhuis naar België ondertussen zo’n 2u30 rijden. Er zijn maar weinig TCM’rs gespecialiseerd in kinderen en dit is zeker en vast een specialiste. Niet alleen door haar onmetelijke bagage aan kennis maar vooral door haar feeling hoe ze om moet gaan met kinderen. Een onmisbaar aspect van elke kindertherapeut. We zijn heel dankbaar dat we deze prachtige dame hebben leren kennen en onze kinderen des te meer mochten ze het beseffen. Geniet van het interview.

INTERVIEW Christine van Toor

Mijn naam is Christine van Toor en als acupuncturist en herbalist ben ik gespecialiseerd in het behandelen van kinderen.  Dat doe ik ondertussen zo’n 20 jaar.  Mijn leermeester was Alex Tiberi die helaas is overleden.  Naast de twee maandelijkse lessen die ik bij hem volgde via Qing Bai mocht ik stage lopen in zijn praktijk in San Diego.  Daarnaast heb ik les gehad van Steven Cowen, Harriet Beinfield en Efren Korngold.  Zij zijn eigenaar van Gentle Warriors.  Een kruidenlijn speciaal voor kinderen.   Tevens ben ik onderwezen in Shonishin (Japanse kinderacupunctuur) en Japanse meridiaantherapie.  De kruidenopleiding heb ik dan weer bij Yan Schroen gevolgd. 

Sinds twee jaar geef ik nu zelf bijscholingen aan Qing Bai.  Toen Alex Tiberi kwam te overlijden was er niemand meer die over kinderen kon praten en heb ik als het ware de stok overgenomen.  Les geven is weliswaar enigszins buiten mijn comfort zone maar de materie is te belangrijk om verloren te gaan.  Kinderen behandelen is nu eenmaal een vak op zich.  Het is een heel andere tak van sport dan het behandelen van volwassenen.

Bij kinderen is het allerbelangrijkste om goed te leren observeren. Hoe ziet het gelaat er uit, de lichaamsvorm, hoe lopen ze, hoe ruiken ze, ….  Daar begin je mee.  Daarnaast is palpatie eveneens een belangrijke techniek.   Volwassenen kun je van kop tot teen uitvragen.  Bij kinderen is dat lastig, zeker bij de allerjongste.  Ze hebben dat verbale vermogen nog niet.  De ouders die vraag je uiteraard wel uit maar daar zit altijd een bias en ook zij weten niet altijd wat het kind precies ervaart.  Daarom is dat stukje non-verbale diagnose extra belangrijk. 

Is er daar binnen de opleiding extra aandacht voor?  Voor zaken zoals facial reading en palpatie?

Facial reading is inderdaad een belangrijk aspect.  Hoe observeer je de shen?  Wat zie je aan ogen, oren, mond, gelaatskleur?  En belangrijker nog – wat betekent het?  Simpel voorbeeld.  Een klein blauw streepje tussen de ogen betekent bijvoorbeeld dat er milt yang xu is.  De observatie van het kind gebeurt nadat je het gesprek met de ouders hebt gevoerd.  Daarmee begin ik.

Het liefst houd ik de gesprekken over klachten en de eventuele problematiek van het ouderschap of zwangerschap weg van het kind.  Met het kind zelf probeer ik luchtig contact te maken.  Praten over de juf, het lievelingseten, ed…   is veel makkelijker om een verbinding te krijgen met het kind.   Een gesprek over klachten is altijd belastend voor het kind.  Zeker als je moeder of vader daar zit en allerlei onderwerpen uit de kast haalt.  Dat soort gesprekken vangen ze echt wel op en komt bij hen binnen.  Als het kind zelf aangeeft hierover in gesprek te willen gaan, prima.  Maar dat gebeurt dan met name met wat oudere kinderen.

Met de jongsten gaat het toch echt meer over het aanraken en observeren.  Super belangrijk is dat het altijd op basis van vertrouwen gaat.  Mag ik je aanraken?  Mag ik je tong zien, pols voelen, buik voelen?  Dat doe je steevast met het grootste respect.  Die kinderen hebben tenslotte niet zelf gekozen om bij jou te komen.  Een volwassene heeft de keuze om aan te geven of men wel of niet behandeld wil worden door jou.  Of zij instemmen.  Een kind heeft dat niet.  Daarom moet je extra respect en zorg in je benadering leggen.  Alles wat je mag doen is winst.  Ondanks dat ik zelf behandel geef ik ook altijd oefeningen mee voor de ouders.  Uitleg over hoe ze kunnen behandelen met tuina of guasha, met magneetjes, enz…  Zij zijn tenslotte de beste behandelaren.  Onderwijs de ouders, zo help je het kind.

Je zegt onderwijs de ouders – is dat dan puur op therapeutisch handelen of ook op andere vlakken?

Dat is op allerlei vlakken.  Hoe je met je kind omgaat en communiceert is heel belangrijk.  Ik zal je een vb. geven.  Ik zie best veel kinderen met ADHD.  Het enige wat die kinderen horen is afwijzing.  “Hou op – schei uit – blijf zitten – doe eens normaal – …  Dat zijn allemaal vormen van afwijzing, van zeggen: wat jij doet is niet goed.  Terwijl net die kinderen een groot gebrek aan zelfvertrouwen hebben. 

Een gebrek wat ze overschreeuwen met druk gedrag.  Beloon ze liever voor wat ze wel kunnen.  Want op allerlei vlakken zijn ze net wel beter.  Vaak overzien ze beter en herkennen patronen veel sneller dan een gemiddeld kind.  En dat stukje, vind ik, behoort eveneens tot mijn opvoedkundige taak.  Vandaar dat dit ook in de opleiding aan bod komt.

Je vraagt ouders steevast ook naar het bedritueel.  Rust – ritme – en regelmaat.  Die drie aspecten, daar wil je inzicht in krijgen.  Als jij tegen een ADHD kind zegt dat hij naar bed mag wanneer hij dat wil creëert dit onrust.   Die heeft structuur nodig.  Net als alle kinderen.  Dan kun je wel naaldjes zetten maar dan pak je de oorzaak niet weg.  Maar wat echt belangrijk is, is dat je kinderen beschermd in hun zijn.  Begeleiding van.  Dat is een stukje waar ik het met mijn mentoren Alex Tiberi en Stephen Cowan heel veel heb over gehad.

Binnen de zienswijzen op opvoeding heb je natuurlijk allerlei verschillende stromingen…

Zeker.  Alles hangt af van het type kind waarmee je te maken hebt.  Daar zijn er vijf van.  In correlatie met de wuxing theorie.  Het hout kind, vuur kind, aarde kind, metaal kind en water kind.  Dit is één van de kernpunten in de basiscursus.  Welk type kind heb je voor je?  Dit is een centrale vraag.  Ik geef een voorbeeld:  Een hout kind gaat altijd op zoek naar de grenzen.  Nee is dan een poging om verder te gaan.  Die hebben behoefte aan beweging.  Daar zeg je: kom we gaan naar de speeltuin en die is meteen vertrokken.  Een metaal kind is dan weer heel anders.  Die houden veel meer van situaties overzien, structuur en ritme.   Daar kun je beter zeggen:  zullen we over een half uurtje naar de speeltuin gaan?  Dan kan die er even over nadenken en zich mentaal voorbereiden op de verandering.  Dat is een heel andere manier van benaderen. 

Daarbij wil je te allen tijde rekening houden met het type dat jij bent.  Dat is je persoonlijke bias.  De observatie maak je aan de hand van de vijf elementenleer maar je houdt uiteraard ook rekening met het verhaal van de ouders.  Is het kind snel bang?  Eet hij graag?  Is hij enthousiast?  Is hij koesterend of verzorgend?  Dat zijn die kinderen waarvan de juf zegt: ga maar naast haar zitten want zij legt het wel uit.  Dan weet je zeker dat dit een aarde type kind is. 

Een kind heeft vaak geen keuze of het al dan niet behandeld wil worden door jou.  Daarom dien je te allen tijde met extra aandacht, respect en zorg het kind te benaderen.

Alles wat je mag doen is winst.

Zit daar een verschil in met hoe je bij volwassenen het type bepaalt?

Niet echt.  Alleen bij kinderen heb je nog veel meer het zuivere type.  Volwassenen zijn vaak door al hun ervaringen en indrukken, een mengvorm van verschillende types.  Een vrouw bv. zal te allen tijde een beetje aarde worden wanneer zij moeder wordt.  Dan komt dat verzorgende sowieso in je naar boven.  Dat gebeurt door levensgebeurtenissen maar ook door je opvoeding of correcties op je gedrag.  Stel dat je een metaal vader hebt, die is gek op structuur.  En jij als kind bent een vuurtype… Nou dan weet je meteen dat dit een kind is die onder de duim wordt gehouden want die vader houdt nu eenmaal niet van verrassingen.  En zo krijg je een aanpassing in het gedrag van dit vuurkind. 

Betekent dit dat je het type van de ouders meeneemt in je diagnose?

Altijd.  Dat geeft tenslotte veel informatie.  Onze communicatie met elkaar is 80% non-verbaal.  Al helemaal met kinderen.  Die wisselwerking tussen de types geeft je heel veel inzicht in wat voor patronen er onderling kunnen bestaan en welke impact dat heeft.  De onderliggende patronen binnen het gezin.  De verhouding van de ouders tov het kind is heel belangrijk. 

Een kind is tot een bepaalde leeftijd te alle tijde afhankelijk van de ouders.  Dat geeft een bepaalde machtspositie.  Maw. De ouders bepalen.  Misschien heeft dat kind behoefte aan rust – ritme en regelmaat.  Maar zijn de ouders ook bereid om dat te voorzien?  Twee hout ouders die houden van reizen en avontuur vragen om structuur in hun leven en daarmee dat van het kind aan te brengen, is heel lastig.  Als die een metaal kind hebben dat nergens heen wil, dan heb je dus een probleem.  Alleen al inzicht krijgen in die verhoudingen is voor de ouders zinvol.  Dat ze het herkennen.  Ik heb wel eens een ADHD kind op bezoek gehad met twee hout ouders.  Die wisten niet wat ze gingen doen op een dag, alles gebeurde spontaan.  Geen structuur, geen grenzen.  En dat kind was zelf ook hout.  Nou dat ontspoorde dus volledig.  Dat kind werd zo overprikkeld.  Hij brandde helemaal op.  Toen zijn ze van midden in de stad naar een rustig dorp verhuisd om zo toch iets meer rust te creëren in de omgeving.  Dat werkte op zich al prima.

Ik hoor hier met name dat het type kind gaat over persoonlijkheid.  Zit daar nog meer achter?

Het heeft eveneens te maken met de bouw van het kind.  Hoe het kind beweegt, waar het van houdt.  Metaalkinderen bv. hebben vaak een mono-dieet.   Dat zijn kinderen die alleen zachte dingen willen eten.  Maar naast bouw en lichaamspostuur kijk je ook naar kleur en andere uiterlijke kenmerken.  Het is dus niet alleen op meer mentaal en persoonlijkheidsniveau maar ook fysische kenmerken.  Dat type vertelt je waar dit kind kwetsbaar voor is.  Het type kind in combinatie met de type klacht vertelt je wat de beste tijd voor behandelen is.  De vijf elementenleer zit in je diagnose van het type kind en de type klacht.  Die combinatie.  Als je eenmaal weet waar je moet kijken en hoe je moet kijken is het heel makkelijk want kinderen hebben nu eenmaal niet zo veel patronen.  Ze zijn nog puur en hebben vaak dezelfde basis klachten.  Maag milt is deficiënt, lever is in excess.  Die pathologieën komen heel vaak voor.

Je begint dus met observatie van kind en ouders.  Je bevraagt de ouders en voelt evt. het kind.  Wat voor behandelmethodes kan ik verwachten?

Kijk, op zich elk kind kun je prikken.  De vraag is: wil je dat ook?  Is het noodzakelijk?  Hun systeem is tenslotte nog onvolledig.  Vaak ben je beter af met kindertuina of guasha, met magneten of electro-acupunctuur.  Je kunt cupping doen.  Het hangt af van welk kind je voor je hebt.  Bij het prikken hoef je overigens de naalden niet te laten zitten.  Je zet ze erin en je haalt ze eruit.  Daarbij hoef je maar één kant te prikken, dat is voldoende.  Kinderen hebben veel minder behandelingen nodig omdat ze veel heftiger reageren op de behandeling.  Daarnaast kun je uiteraard ook moxa gebruiken maar mijn persoonlijke favoriet is kruiden. 

Voor mij is het allerbelangrijkste de relatie met het kind. Opbouwen van vertrouwen.  De eerste keren raak ik ze bijna niet aan als ze dat niet willen.  Observeren, palperen, ruiken, … die dingen zijn belangrijk.  Dat het kind dat toelaat.  Als je al die dingen mag, dan kun je al heel makkelijk een kruidenformule voorschrijven.  Vervolgens zien ze je vaker, groeit het vertrouwen en opent zich het pallet aan behandelmogelijkheden. 

Dat was voor mij ook de reden om de kinderboeken te gaan schrijven die ik recent heb uitgebracht.  Als centrum hebben we nl. een nauwe samenwerking met het Juliana Kinder Ziekenhuis (JKZ).  Van daaruit krijgen we vaak doorverwijzingen maar als mensen het woord acupuncturist horen, haakt 60% van de mensen af.  Puur en alleen om het feit dat ze denken dat we exclusief met naalden werken en ze dat niet geschikt vinden voor hun kind.  De kinderboekjes beschrijven dan ook heel mooi welke verschillende mogelijkheden er zijn bij ons als TCM therapeut.

In dat opzicht is acupuncturist misschien een te éénzijdige benaming van uw beroep…

Zeker weten.  Kruidengeneeskunde neemt overigens een veel grotere rol in binnen TCM dan acupunctuur.  Alleen die tak is een ondergeschoven kindje terwijl acupunctuur net op de voorgrond wordt gezet als zijnde kartrekker voor de hele TCM community.  Deels omdat die nu eenmaal vergoed wordt door de zorgverzekeraar.  Toch vind ik het bijna noodzaak dat als je kinderen gaat behandelen, je wel degelijk verstand hebt van kruiden.

Zit daar verschil in als je hebt over kruiden voor kinderen of voor volwassenen?

Absoluut.  Allereerst ligt de dosering niet zo hoog.  Maar je kiest gewoonweg vaak andere kruiden.  De hele scherpe, bittere kruiden vermijd ik liever.  Je neigt sneller naar de wat zoetere kruiden die hetzelfde effect hebben.  Je houdt rekening met de smaak.  Als je een hout kind voor je hebt kun je die best bittere kruiden voorschrijven.  Die is stoer en doet dat wel even.  Maar een water kind die veelal al niet zo’n fan is van formules, daar zul je toch wat takt voller mee om moeten gaan.  Wederom dat type dus die om de hoek komt kijken.

In welke vorm krijgen ze die kruiden?

Mijn eerste keus gaat uit naar vloeibaar.  Met name vanwege het gemak.  Je kunt het makkelijk in voeding doen, zoals bv. appelmoes.  Of in aanlenglimonade.  Aanlengen met water en dan met een spuitje in de mond brengen met een beetje drinken erachteraan.  Bepalend hiervoor is wat voor het kind gewoon is. 

Was je insteek bij de boekjes de ouders te bereiken of de kinderen?

Op zich wel beide.  De tekst is geschreven op rijm.  Dat is super leuk om voor te lezen aan kinderen.  Ik merk goed dat kinderen er positief op reageren.  Oa. door het gebruik van dieren in het boek.  Mijn eigen dieren spelen nl. de hoofdrol.  Het is erg speels met super leuke tekeningen.  Toch zijn ook de ouders een heel belangrijke doelgroep voor het boek.  Ze zijn immers tot stand gekomen als gevolg van de samenwerking met het JKZ.  Specifiek met de intentie om de ouders te overtuigen dat wij meer doen dan alleen naalden zetten en dat het erg zinvol kan zijn voor hun kind om een behandeling met Chinese geneeswijze te overwegen.

Hoe staat het ziekenhuis er zelf in?

Die zijn erg enthousiast en positief.  Ze zien graag dat hun doorverwijzingen worden opgevolgd.  In dat opzicht ben ik de enige niet-BIG geregistreerde in de verwijzingenlijst.  Een hele eer vind ik dat.  Je merkt gewoon dat er steeds meer een brug wordt geslagen.  Zo werd ik onlangs benaderd door een kinderarts uit het AUMC in Amsterdam.  Die kinderarts heeft na haar opleiding acupunctuur toestemming gekregen om een onderzoek uit te voeren naar het effect van acupunctuur op kinderen met constipatie. 

Zij heeft me gevraagd om haar mentor te zijn door het hele proces heen.  Dat is natuurlijk super mooi dat er zo’n samenwerkingsverband ontstaat. 

Ik wou graag even terug naar de bijscholingen die je geeft.  Hoe zien die er precies uit?

Het zijn allemaal bijscholingen maar het is opgezet als een reeks.  Mensen volgen de basiscursus en dan hoop ik dat het voldoende prikkelt om verder te gaan en vervolgens de pathologie in te duiken.  Na die hele reeks ben je echt wel goed onderlegd en kun je een heleboel om kinderen verder te helpen.  Het is zeker een geheel pakket.  We beginnen dus met de behandeling van kinderen binnen de TCM.  Vervolgens kijken we naar spijsverteringsproblemen, luchtwegproblemen, bedplassen, slaapproblemen, eczeem en andere huidproblemen, ADHD / ADD en concentratiestoornissen.

Kun je wat meer vertellen over wat voor basis men kan verwachten?

De basis is dus dat stukje vertrouwen.  Hoe benader je een kind, hoe begin je aan dat kennismakingsgesprek en waar moet je op letten?  Welk type kinderen heb je en wat houdt dat in voor je verdere behandelingstraject.  Vervolgens heb je de anamnese van zowel ouders als kind.  Het uitvragen van de ouders, vaststellen van de types en het interpreteren van de onderlinge dynamiek binnen het gezin.  Niet alleen met kinderen erbij dus maar eveneens in de zwangerschap is sturing mogelijk.  Daar begint het kind tenslotte, daar in die buik.  Het yin van moeder en yang van vader.  Vervolgens komen we echt bij de behandelingen die je kunt inzetten.  Denk aan Shonishin en kindertuina. 

De boekjes zijn te bestellen via de website van Christine van Toor.

www.baihe.nl

Shonishin?  Wat moet ik daaronder verstaan?

Shonishin is Japans.  Het zijn allemaal kleine instrumentjes waarmee je een behandeling kunt geven en je – zeker bij een klein kind – bv. hitte kunt klaren.  Iets wat vaak nodig is.   We maken het lichaam weer stromend.  Dat is prioriteit. 

Bij shonishin hoort mijn kinderdoos zoals ik het noem.  Het is een gereedschapskist met allerlei materialen die ik kan inzetten.  Deze hulpmiddelen worden alleen bij kinderen ingezet.  Alles gebeurt nl. heel minimaal, zacht en kort.  Zo heb je chokishin of de Teishin om te strijken. 

Doordat het systeem van het kind onvolledig is reageren ze enorm goed op aanraking.  Het strijken met deze tools is heel fijn en zacht.  Het is een aangenaam gevoel.  Door het strijken bewerk je het hele oppervlak en stimuleer je daarmee het hele systeem. 

Japanse acupunctuur is overigens eveneens heel zacht.  Je gaat bijlange niet zo diep in de huid als bij de Chinese methode.  Die zachtheid van behandelen vindt je bij deze toolbox terug.  Verder zie je in deze box een cupje om cupping te doen.  Dit is een knijpcup, wederom veel zachter van aard.  Een tijgerwarmer waar je moxa in stopt om er vervolgens mee over de huid te rollen.

Met dit electroacupunctuur apparaat kun je heel makkelijk punt per punt behandelen.  Zoals je ziet is de electroacupunctuur heel anders dan voor volwassenen.  Je maakt hier geen gebruik van naalden maar eerder vanuit het acupressuur principe.  Het is een erg licht voltage die je goed kunt reguleren zodat het kind kan aangeven wanneer deze het voelt.  Het handige is dat het gedeelte waar mijn eigen duim ligt de electro eveneens laat voelen.  Op die manier weet ik steeds wat het kind voelt.  Electroacupunctuur heeft het voordeel dat je geen naaldstimulatie dient uit te voeren.  Iets wat ik bij een kind sowieso niet echt kan aanbevelen. 

Welke leeftijd kinderen komen hier?

De jongste die ik ooit behandeld heb was drie weken oud.  De moeder van dit kindje was onder behandeling tijdens de zwangerschap.  Op een dag kwam de vrouw huilend binnen.  Het kind was alleen maar aan het huilen en krijsen.  Ze kon een half uur voeden, vervolgens sliep het kind een uur en dan krijste het een uur tot ze weer ging voeden.  Die vrouw was echt helemaal op.  Ik heb die mevrouw voedingsadvies gegeven, de moeder aan de kruiden gezet want die was natuurlijk helemaal op.  Kindertuina geleerd aan de moeder zodat ze die buikkrampen kon stillen.  Binnen een week sliep het kind.  Het leuke aan het hele verhaal is dat ditzelfde kindje nu ondertussen 15 jaar is en opnieuw bij mij komt maar dan voor menstruatieklachten.

Het hele spectrum aan leeftijden komt daarmee bij mij.  Van baby tot puber.  Het trieste met de pubers nu is dat je ziet dat de corona periode een enorme impact heeft gehad.  Snijden, depressies, … Echt veel kinderen zien het niet meer zitten.  Je werk bestaat hier voor een groot deel uit praten en helpen om zaken in een perspectief te zetten.  Ze hebben een puberbrein dus zodra er wat speelt dan vergaat de hele wereld.  Een stukje helderheid brengen en ondersteunen met kruiden is hoe ik hier meestal te werk ga.

Even herhalen: je hebt een basis dag waarbij je anamnese leert afnemen.  De observatie, de types kinderen en het bevragen van de ouders.  Je leert verschillende behandeltechnieken waaronder kindertuina en shonishin toolbox.  Vervolgens heb je verschillende pathologie dagen en als je klaar bent dan heb je een vrij compleet pakket om aan de slag te gaan met kinderen van alle leeftijden.  Waarbij je zelf aangeeft dat het erg zinvol of zelfs wenselijk is dat je geschoold bent in kruidenleer.

Ik ben eens benieuwd: vanuit welke beweegredenen volgen mensen deze bijscholingen?

We zien onder de studenten veel shiatsu therapeuten en acupuncturisten of mensen in opleiding.  Maar zeker niet alleen vanuit de Chinese geneeskunde.  Kijk we verwachten natuurlijk wel dat je een bepaalde basiskennis hebt van bv. de vijf elementen, yin-yang enz… maar verder is iedereen welkom.  Er is weliswaar één heel grote voorwaarde.  Je MOET van kinderen houden.  Anders moet je er echt niet aan beginnen.  Een kind is net een antenne, die pikt alles op.  Dus als jij bij het zien van een kind denkt: oh daar heb je er weer één?  Stop.  Doe het dan niet.  Ze zullen het voelen en je behandeling zal erg weinig kans van slagen hebben.  Kinderen behandelen vereist dat je flexibel bent, dat je jezelf weet aan te passen aan de energie van het kind.  Je moet met hen meebewegen.

Je vermelde een paar keer, een kind heeft geen volledig systeem.  Wat bedoel je daar mee?

Het kind is nog volop in ontwikkeling en dat geldt op meerdere vlakken.  Zo zijn de meridianen nog niet volgroeid.  Een hele boel dingen zijn in exces terwijl een ander deel nog volledig deficiënt is.  Zo neemt de lever bij baby’s en peuters bv. de helft van de buik in beslag.  Een kind wordt in het eerste jaar 3x zo zwaar en 2x zo groot.  Dat vereist een grote hoeveelheid energie.  Het lichaam heeft veel nodig.  Ze zijn puur yang want dat zorgt voor die groei.  Daar dien je rekening mee te houden.  En je wil die yang ook niet uitdoven maar het op een goede manier geleiden.

Die groei vereist  veel en goede voeding – heb je daar nog tips over?

Het grootste probleem is dat we onze kinderen energetisch koude voeding geven.  We denken vaak ten onrechte dat wat goed is voor ons, ook goed is voor het kind.  Die ‘gezonde’ tendens in voeding die we nu zo vaak zien kan er wel eens voor zorgen dat kinderen te weinig voedingsstoffen binnen krijgen.  De vegetarische trend bv.  Kinderen hebben echt wel vlees nodig.  Wij denken misschien: een griekse yoghurt met banaan is super gezond maar daar wordt een kind dus echt niet groot van.  Het is energetisch koud en creëert slijm.  Ze hebben warme dingen nodig zoals de goede ouderwetse pap.  De mindset van vooral groente en fruit is gezond voor je, gaat niet op voor kinderen.  Die milt heeft warmte nodig. 

Je kind heeft Energetisch Warme Voeding nodig

Wat voor pathologie zie je vaak bij kinderen?

Zoals je na het voorgaande kunt verwachten, heel veel koude patronen.  Milt yang xu en lever qi stagnatie zijn bijna standaard.  Die lever qi stagnatie komt overigens veelal door keuzestress.  Een kind heeft regels nodig en sturing.  Als je bv. een jong kind zelf laat bepalen wat hij wil eten of wanneer hij gaat slapen.  Geef een kind een beperkte keuze: dit of dat.  Geen van beide?  Prima, dan niet.  Te veel keuze geeft stress.  Daarnaast heb je zaken zoals bedplassen, astma, slaapproblemen, …

Ik hoor daar toch weer een stukje opvoeding als oorzaak.

Het is natuurlijk vloeken in de kerk.  Ieder heeft zijn eigen mening over wat een goede opvoeding is.  Toch vind ik dat er dingen zijn die algemeen belangrijk zijn voor je gezondheid.  Voeding en slaapritueel zijn voor mij cruciaal.  Bouw de dag af.  Ga even zitten met je kind en doorloop de dag.  Kom samen tot rust voor je hen in bed stopt.  Kinderen hebben huidhonger.  Die willen fysiek contact naast de aandacht voor henzelf als persoon.  Geen I-pad of mobieltjes mee naar bed.  Simpel maar o zo belangrijk, want het heeft echt een enorme impact.  Samen eten, samen praten, dat gezin als hoeksteen.  Misschien een beetje ouderwets in deze tijd maar in mijn ogen een belangrijke factor in handhaving van de gezondheid.

En sporten?

Uiteraard ook erg belangrijk.  Hoewel we hier wederom de bedenking kunnen maken of het zinvol is de agenda van een kind te overladen met activiteiten.  Sommigen zitten op ballet, schaatsen en turnen.  Om maar een vb. te noemen.  Weer die tijdsdruk, keuzestress en met vaak als gevolg – die eet dan, die eet dan…  Het inpassen in je dagelijkse leven is zeker een punt van aandacht.  Daarnaast wil je ook hier weer kijken: welk type kind is het?  Beweging is heel belangrijk, voor iedereen.  Maar voor bepaalde types net nog meer dan voor een ander.  Topsport daarentegen vind ik nooit zo’n goed idee.  Houd dat voor na de pubertijd.  Het is een te grote belasting op zowel het leven binnen het gezin alsook op het lichaam en geest zelf.  Zo had ik ooit een jongeman die maar niet wilde groeien.  Groeien deed hij daarentegen wel als hij off season even zes weken rust had.  Dat zegt toch al heel wat.   

En vanuit TCM gezien dan: activiteiten zoals qigong, yoga of taiji?

De structuur van dergelijke sporten is veelal wel zinvol.  Het gecontroleerd bewegen, duidelijke regels.  Dat betekent natuurlijk niet dat het interne werk niet belangrijk is.  Zo zijn er onderzoeken gedaan in Zweden waarbij kinderen mindfulness kregen en die duidelijk aantoonden hoe dit de sfeer in de klas veranderde.  Zo werden kinderen bv. milder naar elkaar toe.  Daar is dus zeker wat over te zeggen.  Bij jonge kinderen kun je speels wat zaken proberen aan te reiken maar echt beoefenen zou ik pas aanraden vanaf zo’n 6 jaar.  Schoolgaande leeftijd zeg maar.  Los van sporten in georganiseerd verband wil ik wel benadrukken dat ik een erg grote fan ben van buiten spelen.  Niet alleen belangrijk voor je motorische ontwikkeling maar ook voor je sociale ontwikkeling.  Wie vroeger veel buiten speelde met kinderen van de buurt, dat betekent van allerlei leeftijden en komaf, die leerde de sociale verhoudingen op die manier.  Dat zie je nu veel minder en dat is echt jammer. 

Gewoonlijk vragen we om drie tips voor onze lezers om gezondheid en welzijn te verhogen – maar in dit geval wil ik daar een vraag bijvoegen:  Gezien de kindertherapeuten vanuit de Chinees geneeskundige hoek schaars zijn – hebt u tips voor therapeuten die kinderen willen behandelen maar niet weten hoe ze eraan moeten beginnen of drempelvrees hebben?

1. Volg een bijscholing.  Dan zie je hoe het in zijn werk gaat en hoeveel effect je kan hebben.

2. Probeer het vooral eens.  Niet op je eigen kinderen want daar kun je niet objectief je werk doen.

3. Begin klein.  Doe eens een stukje cupping of tuina en kijk wat je kunt bereiken.

       En de tips voor alle ouders die proberen hun kinderen gezond       op te voeden?

1. Liefde en koestering zijn super belangrijk.  Aandacht hebben voor je kind.  Dat betekent niet dat je fulltime bezig moet zijn met je kind maar als je er bent, wees er dan ook echt.  Bouw die relatie op, dat vertrouwen.   Daar zit ook aanraking bij.  Een kind heeft huidhonger.  Niet alleen jonge baby’s, ook pubers hebben dat.  Wees een familie, doe dingen samen en sta klaar voor elkaar.

2. Klinkt gek maar probeer niet TE gezond te eten.  Een kind mag best wel eens een chipje, een patatje of een pannenkoek.  Let er vooral op dat je energetisch warm gaat eten.  Sla is voor jou misschien prima maar je kind heeft meer nodig wil je hem laten groeien.

3. Rust, ritme en regelmaat.

Brechtje Sebregts

Voor het eerste nummer van 2022 mochten we deze bijzondere dame ontmoeten. Brechtje Sebregts is één van die Chinees geneeskundigen die zich helemaal in de materie vastbijt. Als gastdocent bij Qing Bai en met haar eigen onderwijscentrum en TCM praktijk in Leiden, is zij dan ook één van de vele specialisten die Nederland rijk is. De aanleiding van het interview was haar boek over de divergente meridianen. Materie die jammer genoeg in de opleidingen veelal onderbelicht blijft. Gelukkig zijn daar scholars zoals Brechtje die de klassiekers binnenste buiten keren om zo veel mogelijk kennis hieromtrent naar boven te halen en dat te delen met ons. Een enorm leerrijk interview – uit het 17e nummer van het Yang Sheng Lifestyle magazine.

INTERVIEW Brechtje Sebregts

Hey – mijn naam is Brechtje Sebregts en ik ben acupuncturist. Ik heb een achtergrond in het onderwijs en ben daarna acupunctuur gaan studeren.

Ik heb er heel bewust voor gekozen om me te specialiseren in de acupunctuur zelf en bv. niet ook kruiden te gaan studeren. Het werkveld van de acupunctuur is  erg breed en divers, en ik wil zoveel mogelijk aspecten daarvan kunnen beheersen.     

Nadat ik  mijn studie acupunctuur in Nederland had afgerond, ben ik in Zwitserland gaan studeren  bij Josef Müller.   Daarvoor moest ik elke drie weken op vrijdag de nachttrein in, dan heel het weekend studeren in Zürich en op maandagmiddag was ik terug. Dat was een erg hectisch tijd, maar ik heb er enorm genoten. Dat is ook wat mij kenmerkt in wie ik ben en wat ik doe.

Ik verdiep me in de acupunctuur en wil graag met het gehele meridiaanstelsel werken en vervolgens deel ik deze kennis het liefst met zoveel mogelijk mensen. Dat was voor mij ook de aanleiding om mijn boek te schrijven over de divergente trajecten. Het is verschenen in het Nederlands en het Engels.

Naast mijn werk als acupuncturist ben ik één van de docenten op TCMA en geef ik geregeld college’s bij Qing Bai.  Omdat ik ervan verzekerd wil zijn dat ik ook volledig op mijn eigen manier kan lesgeven en de onderwerpen op de agenda kan zetten die ik boeiend vind, heb ik daarnaast een eigen onderwijscentrum Centrum Sebregts

Wat heeft je naar Zwitserland getrokken?

Dat was specifiek, omdat ik bij Josef Müller wou studeren. Ik was hem tijdens mijn acupunctuuropleiding op Qing Bai tegengekomen tijdens een interne stagedag. Er werd toen veel gesproken over zijn werkwijze en een stagedag bij hem moest je zeker een keer gevolgd hebben.  Na mijn opleiding kreeg ik de kans om bij hem te studeren in Zürich.  Zodoende heb ik dat gedaan. Bij Müller heb ik geleerd om te werken met de vijf elementen en hoe je vanuit deze visie psychosomatische klachten kunt behandelen.  Al heel snel werd me duidelijk dat werken met de vijf elementen veel breder was dan wat ik er toen van af wist.  Mülller combineert het werken met de vijf elementen met het gebruik maken van het gehele meridiaanstelsel. Toen ik daar begon met mijn opleiding kende ik Zwitserland helemaal niet, maar ben gewoon gegaan. De start van zijn 2-jarige opleiding sloot aan op mijn afstuderen in Nederland, dus dat plaatje klopte.

Wat is er zo anders aan zijn manier van werken?

Wat me heel erg opviel was hoezeer hij aandacht had voor de persoon en doorvroeg tijdens de anamnese.  Als iemand kwam met een pijnklacht, dan kon het gesprek uiteindelijk gaan over hoe het er op diens werk aan toe ging of wat deze persoon in de jeugd had meegemaakt.  Hij wilde een zo compleet mogelijk beeld hebben van wie de persoon was om zo tot de ware kern van het probleem te komen. Zijn liefde waarmee hij mensen benaderde, dat was mooi om te zien. Maar niet alleen zijn manier van diagnosticeren sprak mij aan.  Hij gebruikte behandeltechnieken die ik niet kende en hij gebruikte het gehele meridiaanstelsel in zijn behandeling. Veel van zijn technieken had ik op de opleiding niet geleerd.

Je zegt dat zijn manier van werken veel breder was dan wat jij hier op de opleiding hebt geleerd, in welke zin is dat?

Hij maakt heel specifiek gebruik van de vijf elementen door de fysieke en mentaal-emotionele klachten vanuit dat kader te bekijken en te behandelen. Daarnaast maakt hij gebruik van kinesiologisch testen, een spiertest zeg maar.  Met deze testen onderzoekt hij waar de pathogeen zich bevindt in het meridiaanstelsel.  Dat kan dus zijn in de hoofdkanalen, tendinomusculaire meridianen, luo-vaten, divergente trajecten of de extra kanalen.  Super fascinerend om te zien hoe hij zijn patiënten behandelt. Hij spreekt ook over Kiiko Matsumoto, een Japanse acupuncturist met een eigen methodiek . Zij maakt o.a. gebruik van hara-diagnostiek, een vorm van Japanse buikdiagnostiek. Sinds mijn kennismaking met dit diagnostische middel ben ik het ook veelvuldig gaan gebruiken in de praktijk.

Als je het hebt over het gebruik maken van de vijf elementen in je acupunctuurbehandeling, heb je het dan over de Shu-antieke punten?

De shu-antieke punten zijn één van de puntgroepen die ik gebruik in mijn behandelingen. Vanuit mijn kennis van de vijf elementen ga ik op zoek naar het element dat een disbalans heeft. Vanuit dat element behandel ik de fysieke en mentaal-emotionele klachten van de patiënt. Ik zal je een voorbeeld geven. Het element Metaal wordt gelinkt aan de emotie verdriet, de kleur wit en vanuit de fysiologie met de peristaltiek van de dikke darm. Als ik constateer dat bij een patiënt het Metaal-element uit balans is, dan kies ik het liefst acupunctuurpunten die passen bij dit element. Dan gebruik ik bijvoorbeeld shu-antieke punten van de Long en de Dikke darm, het front mu- of back shu-punt van de Long of Dikke darm, het xi-cleft punt van de Long of de Dikke darm etc.

Wanneer we spreken over het meridiaanstelsel

Dan gaat dat over meer dan alleen de hoofdkanalen.

Tendinomusculair

Luo vaten

Divergente Trajecten

Extra kanalen

Ze vormen allemaal een onderdeel

van dat uitgebreide stelsel.

Ik hoor je een stukje typologie en constitutie benoemen. Ik las op je site iets over constitutionele meridiaantherapie – heeft dat wat met elkaar te maken?

Dat heeft het inderdaad.  Vanuit de constitutionele meridiaantherapie bekijk ik waar de wortel van de verstoring zit. Het woord constitutie beschrijft de levenslange kenmerken die zich kunnen manifesteren in de fysieke gezondheid of psychologische samenstelling van de persoon. In de behandelingen spreken we over de constitutionele factor. Deze factor is een belangrijke focus en van invloed op het stellen van mijn diagnose. Tevens is een groot deel van de behandeling van de patiënt daarop gericht. Je kunt dit zien als de onderliggende disbalans van de patiënt en deze disbalans wordt zichtbaar in de fysieke en mentaal-emotionele klachten van de patiënt. Symptomen zijn wat men noemt de ‘Biao’ – de takken, als het ware.  Wij willen in eerste instantie vertrekken vanuit de ‘Ben’, de wortel of oorsprong.  Dat is het constitutionele stuk.  Die ga je behandelen.  Je behandelt dus niet de symptomen, maar de persoon. Meridiaantherapie is de verwijzing naar behandelmogelijkheden die het gehele meridiaanstelsel biedt. In de behandeling maak je gebruik van de hoofdkanalen, de luo-vaten, de divergente trajecten etc.

Hoe bepaal je die wortel?

Er zijn vier diagnostische criteria beschreven om de wortel te bepalen. Zo kijk je naar kleur van de huid in het gelaat en op de binnenzijde van de onderarm. Je luistert naar het stemgeluid. De geur is de derde mogelijkheid. Hoewel dat vrij lastig is gezien de meeste mensen shampoo, zeep, parfum of deo gebruiken.  In de praktijk ruik ik voornamelijk de uitgesproken gevallen. En de vierde mogelijkheid is de wortel bepalen op basis van de emotie.  En dan vooral uitzoeken wat er echt onder die emotie zit. 

Iemand kan heel erg boos zijn, maar als die boosheid uit angst afkomstig is, dan zit de wortel in de angst, niet in de boosheid. Ik vraag naar wat de trigger is van de emotie die de patiënt uit. Hiervoor gebruik ik veelvuldig de psychosomatische profielen. In deze profielen is de emotie uitgewerkt die past bij een element. Je vindt er ook een uitgebreide beschrijving van gedragingen en persoonskenmerken die passen bij een verstoring in dat element. Zo kijkt je vanuit het Metaal-element naar de uitingen en gedragingen met betrekking tot de emotie verdriet.

In het psychosomatische profiel van Metaal vind je bijvoorbeeld ook dat patiënten moeite kunnen hebben lof aan te nemen, contacten verbreken of ze juist niet aangaan om er dan geen verdriet van te hebben als ze geen stand houden, behoefte hebben aan erkenning voor de kwaliteit die ze leveren en angst kunnen hebben voor veranderingen.

Voor het bepalen van de wortel maak ik tevens gebruik van de anamnese, het palperen van de hara en de meridianen, en van kinesiologisch testen. Er zijn ook stromingen in de acupunctuur die kijken naar lichaamsbouw. Zelf gebruik ik dat niet om mijn diagnose te stellen, hoewel ik wel kijk of het matched met wat ik vind.  Ik ben van mening dat dergelijke lichaamstypologie grofweg voor slechts 50% correct is.  Dus als iemand heel slank en pezig is, dan heb je 50% kans dat het een Hout-type betreft, maar misschien is het dat ook helemaal niet.  Dat is voor mij teveel gokwerk.  

Je benoemt de wuxing en het meridiaanstelsel.  Die worden in de Nederlandse opleidingen ook onderwezen.  Ging men in Zwitserland verder daar in?

Toch wel.  In het eerste weekend dat ik daar college volgde, ging het over kinesiologisch testen. De  colleges in de zes weekenden die daarop volgde, gingen over de wuxing. Daarbij stond telkens één element centraal gedurende een heel weekend. In het weekend dat het Water-element besproken werd, kwamen alle acupunctuurpunten van de Nier- en Blaas-meridiaan één voor één aan bod. Dat was een pittige, want daar valt natuurlijk de Blaasmeridiaan onder met zijn 67 punten.

Bij elk element werd het psychosomatische profiel uitgebreid besproken. Zo was er veel aandacht voor de fysieke en mentaal-emotionele klachten die veel voorkomen bij een verstoring in dat element.

Verder hadden we ook een ambulatorium.  Daarbij ging je een week naar school en kwamen patiënten meerdere dagen terug, zodat je ook echt de veranderingen kon zien.  Vervolgens had je ook nog eens zes volledige weekenden die we besteden aan het bestuderen van het volledige meridiaanstelsel.  Zo ging het één weekend over de tendinomusculaire meridianen, één weekend over de luo-vaten, één weekend over de divergente trajecten en één over de extra kanalen.  In de andere weekenden gingen we dieper in op de onderlinge relaties van die verschillende ‘lagen’ van het meridiaanstelsel

4 Diagnostische criteria

– Observeer de kleur

– Luister naar de stem

– Ruik de geur

– Bepaal de emotie

In die specifieke werkwijze hoor ik je het doorvragen benoemen en een belangrijk stukje psychosomatisch, emoties, …  Betekent dit dat de psyche een vaste plek heeft in je praktijk?

Zeker weten. Enerzijds komt dat door mijn interesse in dit vakgebied. De opleidingen en nascholingen die ik zelf volg, maar ook de colleges die ik zelf geef, sluiten hier bij aan. Anderzijds komt het door de patiënten die mijn praktijk bezoeken.

Ik merk verder dat ik een bepaalde reputatie heb gekregen, mensen beginnen je te kennen en daardoor komen er meer complexe patiënten met psychologische problemen over de vloer.  Daarnaast zitten er onder mijn cliënteel een aantal artsen, psychologen en psychiaters dus ook in die wereld weten ze me te vinden voor doorverwijzingen.

Kun je een voorbeeld van geven van een behandeling waarin de psyche centraal staat?

Het is niet zo dat mensen altijd met die vraag bij mij terecht komen. Ik vraag wel altijd door om te kunnen beoordelen of de fysieke klacht waarvoor de patiënt mijn praktijk bezoekt, mogelijk tot mentaal-emotioneel klachten leidt of zelfs een mentaal-emotionele oorzaak heeft. Zo was er een man die een afspraak maakte vanwege zijn tinnitus. Hij had hier inmiddels ruim drie jaar last van. Ik denk dat bijna elke acupuncturist op de opleiding gehoord heeft dat tinnitus moeilijk te behandelen is.  Deze man was echter na een behandeling of vier van de klachten af. 

Puur en alleen omdat we vrij snel achter de wortel van de verstoring kwamen, in dit geval frustratie en boosheid als psychologische trigger.  De periode waarin de tinnitus ontstond was  voor hem een erg stressvolle periode geweest.  Zijn vrouw was depressief en op zijn goed bedoelde adviezen zat zij niet te wachten. Dat zorgde bij hem voor erg veel frustratie. Niemand in het hele (westers medische) behandelcircuit had hem ooit gevraagd hoe zijn persoonlijke omstandigheden waren en of hij stress ervoer in de periode van ontstaan van de tinnitus.  Toch bleek daar de oorzaak te liggen.

Je hebt al een paar keer aangegeven hoe belangrijk het is om de hele breedte van het meridiaanstelsel aan te pakken.  Daar horen de divergente trajecten bij.  Een onderwerp waar je een boek over hebt geschreven.  Kun je daar wat meer over vertellen?

Zoals ik al eerder zei bestaat het meridiaanstelsel uit verschillende onderdelen, ook wel ‘lagen’ genoemd.  De verschillende onderdelen zijn: de spierpees ofwel tendinomusculaire meridianen, de collateralen ofwel de luo-vaten, hoofdkanalen, de divergente trajecten, en de extra kanalen.  Wij maken daarbij een indeling van boven naar beneden, van oppervlakkig naar diep.  De luo-vaten die zitten nog vrij aan de oppervlakte, zo kun je bijvoorbeeld zien dat pathogenen zich in deze vaten bevinden. 

De divergente trajecten liggen dieper.  Deze takken af van de hoofdmeridiaan en hebben net als alle onderdelen van het meridiaanstelsel een eigen verloop. De luo-vaten en de divergente trajecten kun je zien als een buffersysteem. De huidzones en de tendinomusculaire meridianen zullen er in eerste instantie alles aan doen om een pathogeen buiten het lichaam te houden. Lukt dit niet of gaat het om een interne pathogeen, dan komen of de luo-vaten of de divergente trajecten in actie.

De divergente trajecten proberen de pathogeen, die zich nu in het lichaam bevindt, weg te houden van de organen. De meest genoemde beschrijving van dit proces is dat ze de pathogeen kunnen vasthouden en opslaan in hun traject. De gewrichten worden als opslagplaats genoemd en dan bij voorkeur de grote gewrichten als knieën, heupen, ellenbogen en schouders. Dit staat bekend als het ‘in latentie houden’ van de pathogeen.

Het is een soort parkeerplek. De pathogeen blijft latent aanwezig, totdat het lichaam de mogelijkheid heeft om deze uit het lichaam te verwijderen of totdat latentie niet meer behouden kan worden. Kan latentie niet worden behouden dan ervaart de patiënt klachten. Klachten die veroorzaakt kunnen worden door een pathogeen in het divergente traject zijn veelal eenzijdige (pijn)klachten van het bewegingsapparaat, klachten van de huid en zintuigen, klachten van de organen (zangfu) en mentaal-emotionele klachten. Deze klachten zijn chronische en/of intermitterend.

Kijk je bij dat soort klachten steevast naar deze twee types kanalen?

Nee, ik kijk niet alleen naar de luo-vaten of de divergente trajecten. Ik ga steeds eerst kijken waar de pathogeen zit.  Het voordeel van het gebruiken van de hele breedte van het meridiaanstelsel is: hoe specifieker je kunt benoemen waar de pathogeen zich bevindt, hoe gerichter je kunt werken.  Natuurlijk, wanneer weet je iets zeker?  Wij hakken dat meridiaanstelsel nu in ‘laagjes’, maar zo werkt het niet.  Het is allemaal verweven met elkaar.  Maar je kunt wel grofweg een eerste onderscheid maken.  Sommige problematiek is typisch voor de tendinomusculaire meridianen, terwijl andere  klachten kenmerkend zijn voor de divergente trajecten. Dan denk ik bijvoorbeeld aan intermitterende klachten.  Uiteraard is er altijd wel iets van een grijs gebied. In veel reguliere opleidingen zie ik echter dat het gros van de problematiek via de hoofdkanalen wordt behandeld. Dat vind ik jammer..

Je vertelde dat je diagnose anders is.  Welke diagnostische methodes gebruik je zoal?

Uiteraard de gebruikelijke diagnostische middelen als het voelen van de pols, het bekijken van de tong en de anamnese. Het kinesiologisch testen ontbreekt zeker niet. Daarnaast heb ik Toyohari gestudeerd in Amsterdam.  Dat is Japanse acupunctuurstijl.  Daarbij leer je kanaalpalpatie, het observeren van de huid en het beoordelen van de spiertonus.  De palpatietechniek is daarbij duidelijk verschillend van de Chinese manier van palperen zoals bijvoorbeeld Wang-Yi dat beschrijft.

Akabane is een andere Japanse techniek die ik gebruik. Ik gebruik Akabane diagnostisch om vast te stellen in welk onderdeel van het meridiaanstelsel en in welke meridiaan in het bijzonder de disbalans zich bevindt. Bij deze techniek ga je met een wierookstokje over de Jing Well punten heen en je telt hoe lang het duurt voordat iemand ‘heet’ roept. Daarnaast maak ik gebruik van de buikdiagnose zoals Kiiko Matsumoto die hanteert.  Ik gebruik  niet  al deze methodes in een behandeling.  Dat zou te lang duren, zeker iets zoals de Akabane-test neemt toch enige tijd in beslag.  Ik kijk in eerste instantie welke patiënt er voor me staat en wat de klacht is.  Aan de hand daarvan kies ik de diagnostische middelen die me voor dat moment de benodigde informatie verschaffen.

En tijdens die diagnose kun je vaststellen op welk niveau de pathogeen zit? 

In veel gevallen kun je niet met één diagnostische methode vastzetten in welke ‘laag’ de pathogeen zich bevindt.  Daarvoor gebruik ik graag meerdere methoden.  Op basis van mijn bevindingen bepaal ik met welk onderdeel van het meridiaanstelsel ik aan de slag ga om de klachten die veroorzaakt worden door de pathogeen te behandelen.

Wat zeggen de klassieken over die divergenten?

Over de divergenten is één hoofdstuk geschreven in de klassieken, namelijk hoofdstuk 11 in de Ling Shu. Het hoofdstuk begint met een korte inleiding waarin Qi Bo antwoord geeft op een zeer algemene vraag: Hoe verhoudt de mens zich tot de hemel? Op basis van deze ‘introductie’ wil Huang Di meer details weten en gaat de dialoog verder. Qi Bo beschrijft dan de twaalf verlopen van de divergente trajecten in zes yin-yang paren.

In de tekst wordt van elk divergent traject het punt beschreven waar het traject aftakt van de hoofdmeridiaan. Vervolgens wordt het verloop van het traject beschreven en tenslotte wordt aangegeven waar het traject weer samenkomt met de hoofdmeridiaan. Een yin– divergent traject takt af van de hoofdmeridiaan en maakt aan het einde van zijn traject contact met zijn yang-gekoppelde hoofdmeridiaan, dus met zijn yang-partner. Een yang-divergent traject takt af van de hoofdmeridiaan en maakt aan het einde van zijn traject ook weer contact met dezelfde hoofdmeridiaan.

Meestel takt het traject af van de hoofdmeridiaan aan een ledemaat – bv. de knieholte – en komt die bovenin weer aan in de regio van hoofd en hals. Alle trajecten hebben een uniek verloop in het lichaam waarbij ze contact maken met de geassocieerde organen (zangfu) en met de borst of het Hart.  In Ling Shu hoofdstuk 11 worden geen diagnostische methoden, behandelmethodes of punten van de divergente trajecten beschreven.

Dat is wel een duidelijk verschil met wat er beschreven is over de verschillende luo-vaten die connectie maken met de gekoppelde hoofdmeridiaan?

Over het werken met de luo-vaten is er zeker meer beschreven in de klassieken. Wat jij verder omschrijft heeft betrekking op de longitudinale en transversale luo-vaten.  Maar als je de klassieken leest, staat dat niet zo beschreven.  Mbt de luo-vaten hebben velen van ons inderdaad geleerd dat er longitudinale en transversalen luo-vaten zijn.  Echter in mijn zoektocht kwam ik erachter dat deze theorie voor het eerst beschreven wordt door Nguyen Van Nghi (1909-1999). Hij noemde de luo-vaten, zoals ze beschreven zijn in de Ling Shu, de longitudinale luo-vaten. Het transversale luo-vat is de verbinding tussen het luo-punt en het yuan-source punt. Deze luo-verbinding is dus een recentelijk gegeven.

Die divergenten die aftakken aan een ledemaat en in de regio hals of het hoofd weer samenkomen – is dat een wetmatigheid?

Nee, dat ook weer niet. Er zijn twee uitzonderingen. Het divergente traject van de Sanjiao gaat bv. van het hoofd naar beneden, dus dat traject verloopt net de andere kant op. Ook het divergente traject van de Dunne darm verloopt van proximaal naar distaal. Dit traject takt af van de hoofdmeridiaan bij de schouder, gaat door de oksel en het Hart en daalt dan verder om contact te maken met de Dunne darm. Waarom juist deze twee trajecten van proximaal naar distaal verlopen, daar vermelden de klassieken niks over. 

Welke onderdelen komen in je boek aan bod?

Het boek begint met: wat staat er nou echt in hoofdstuk 11 van de Ling Shu? Dus geen interpretaties.  Vervolgens een hoofdstuk over de ontwikkeling van de theorie en het gebruik van de divergente trajecten. In dit hoofdstuk vind je een korte beschrijving van de theorieën en werkwijzen die de meest bekende en invloedrijke auteurs ontwikkelden. Het derde hoofdstuk gaat dan over de huidige opvattingen en mijn beschrijving voor het gebruik van de divergente trajecten in de behandeling.

Ik beschrijf de plek van de divergente trajecten in het meridiaanstelsel, hun functie, de pathologie, de diagnostische methoden en de puntkeuze aan bod. Dat alles toegelicht aan de hand van casussen zodat de lezer ook echt ziet wat je doet. Tot slot vind je in hoofdstuk 4 de beschrijving van de twaalf divergente trajecten. Per traject wordt het verloop beschreven zoals dat in de Ling Shu staat, met daarnaast de moderne beschrijving. Vervolgens vind je daar welke fysieke en mentaal-emotionele klachten je behandelt met dat divergent traject. De puntkeuze is beschreven. Bij elk trajectpunt staat de toepassing voor de behandeling van fysieke en mentaal-emotionele klachten vermeld. En ook in dit hoofdstuk staan casussen.

En die punten van de divergente trajecten bevinden zich op de hoofdmeridiaan?


Ja, dat klopt. Nu hebben de divergente trajecten van oorsprong geen eigen punten. Ling Shu hoofdstuk 11 beschrijf een verloop, waarbij een paar keer een specifiek punt van de hoofdmeridiaan wordt genoemd. Verder wordt in de Ling Shu vaak een zone beschreven als begin- en eindpunt van het divergente traject. In deze zones zijn acupunctuurpunten van de hoofdmeridianen gekozen die het begin- en het eindpunt aanduiden. Ook de trajectpunten zijn punten van de hoofdmeridianen die passen bij het beschreven verloop van het divergente traject.

Wat is nu de trigger dat je jezelf afvraagt of die pathogeen zich in een divergent traject bevindt?

Ik start altijd met een gesprek.  Als ik daar hoor dat een klacht steeds terugkomt, dan begin ik te denken aan een pathogeen in het divergente traject.  Dat is je eerste signaal, een pathogeen die latent aanwezig kan zijn. Daarnaast zie je vaak dat de klacht éénzijdig is, en dat de klacht wisselt van kant; een tweede signaal. En dat het om klachten gaat van de grote gewrichten: knieën, heupen, ellenbogen en schouders; een derde signaal.  En als vierde signaal kun je het chronische stuk nemen.  Die vier signalen zijn voor mij aanleiding om te denken aan een pathogeen in dit onderdeel van het meridiaanstelsel.

Kun je als slot drie tips geven waarom of hoe men met het werken met het gehele meridiaanstelsel aan de slag kan gaan?

1. Eerst het ‘waarom’:  door te werken met het gehele meridiaanstelsel ben ik van mening dat je de patiënt efficiënter kunt behandelen.

2. Om dat te doen is het belangrijkste dat je weet hoe je het hele meridiaanstelsel kunt gebruiken.  Daarvoor leer je die ‘lagen’ kennen.

3. Om dat te leren en daarmee te beginnen—bestudeer het laag voor laag.  Duik de literatuur in.  Als je één laag onder de knie hebt bestudeer je de volgende.  Het is echt de moeite waard!

Jan Eeckhout – Qigong gaat over voelen

Begin 2022 waren we te gast in de praktijk in Gent van Jan Eeckhout. Kinesist (fysio), osteopaat en acupuncturist. Maar bovenal een gevorderd beoefenaar van qigong en kenner van Neidan. Een vakgebied waar hij via het OTCG in Antwerpen in les geeft. Een unieke kans voor ons om dieper in deze materie te mogen duiken. Uit het 17e nummer van het YSL magazine.

Interview Jan Eeckhout

Hallo.  Mijn naam is Jan Eeckhout en ik heb een praktijk waar ik naast de osteopathie ook het hele spectrum aan Chinese geneeskunde beoefen.  Dat wil zeggen; acupunctuur, tuina, kruiden en qigong.  Daarnaast ben ik eveneens lesgever in sommige van deze aspecten aan het OTCG in Antwerpen.  Niet alleen omdat ik lesgeven erg leuk vindt maar omdat ik het belangrijk vindt dat deze kennis wordt doorgegeven.  Oorspronkelijk heb ik kinesitherapie ofwel fysiotherapie gestudeerd.  Vervolgens de Chinese geneeskunde en ten slotte osteopathie, wat een opleiding was van zes jaar. 

Dat is een flinke opleidingsachtergrond. Welke vakken onderwijst u zelf binnen het OTCG?

Ik assisteer in de basis van Chinese geneeskunde, met name pols en tongdiagnose maar ook specifieke onderdelen neem ik voor mijn rekening.  Zoals op dit moment bv. de les over de driewarmer en het pericard.  Daarnaast ben ik samen met Vic Wouters hoofddocent medische qigong.

Ik denk dat velen de stroming van qigong wel kennen maar wat is precies medische qigong?

Je zou in eerste instantie kunnen zeggen dat qigong algemeen genomen een medisch iets is.  Alleen niet specifiek gericht op een bepaalde pathologie.  Wanneer men het dan over medische qigong heeft verwijst men veelal naar het feit dat het op een bepaalde klacht is gericht.  Dat is wat in onze opleiding aan bod komt. 

Een basispakket waarmee je qigong kunt inzetten specifiek gericht naar een bepaalde klacht of pathologie.  Eerder curatief dus.  Daar waar taijiquan en qigong eerder preventief medisch van aard zijn.  De keuze die wij gemaakt hebben in onze lesstof komt uit de opleiding die ik zelf gevolgd heb in Duitsland onder de noemer Medizinesche Geselschaft Qigong Yangsheng en uit de boeken geschreven door professor Jiao Guorei en  uit de opleiding van professor Jerry Alan Johnson

Omdat de opleiding maar een jaar duurt geven we daarin met name een basispakket mee. Het eerste deel van dit jaar is vooral op uw zelf ontwikkeling gericht, oefeningen om uzelf te cultiveren.  Vanaf het 2de deel beperken we ons tot een aantal klachten en concentreren ons op het meegeven van de basisprincipes.  Hierdoor kan men gericht oefeningen inzetten en heeft men een goed fundament om zichzelf verder te verdiepen ook naar andere klachten dan diegene die in ons aanbod voorkomen.

Die basisprincipes, wat houdt dat in?

Om te begrijpen wat basisprincipes zijn moet je beginnen met de definitie van datgene wat je wil leren, nl. qigong.  Qi en Gong – qi hoef ik niet zozeer uit te leggen, als TCM’r begrijp je heus wel waar hier naar verwezen wordt.  Gong kun je kort door de bocht vertalen als kunde.  Dat betekent dat qigong de kunde is om met qi om te gaan.  Niet alleen om ermee om te gaan maar om het te beheersen.  Chinese karakters zijn een heel verhaal op zich.  Zo ook voor die Gong.  Overigens is qigong een begrip die eveneens een hele vracht aan betekenis heeft.  Qigong allereerst is een vrij recente term, het betreft een paraplu term met vele begrippen onder zich.  Oefenvormen zoals daoyin, yangsheng, tugunashi, neiguan, enz… vallen allen vaak onder de noemer van qigong.  Bewegingsoefeningen en meditaties, vaak in combinatie met een specifieke ademhaling.

Het gaat over voelen en beheersen.  Maar het concept wordt binnen een velerlei aan settingen toegepast.  Je hebt qigong om te genezen of de vechtsport ondersteunen, het welbekende gongfu.  Maar er is ook qigong puur gericht op spirituele ontwikkeling of zoals bij de Confucianisten om de moraliteit te bevorderen, een beter mens te worden.  De daoïsten zetten dan weer met name qigong in om te streven naar onsterfelijkheid.  De welbekende neidan training.  Allemaal verschillende strekkingen die soms erg veel uit elkaar lopen qua methodes en doelstellingen.  Echter allemaal hebben ze een gemeenschappelijke factor en dat is dat zij veelal gebaseerd zijn op de traditioneel Chinese geneeskunde.  En binnen die Chinese geneeskunde speelt zij een belangrijke rol via de medische qigong.  Niet alleen naar het genezende aspect maar eveneens qua terminologie en diagnose.  Waar het binnen de TCG vooral gebeurt via pols en tong, anamnese, de acht principes, enz… gebeurt de diagnose binnen de medische qigong eveneens via het kijken en aanvoelen.

Kun je die relatie tussen diagnose en qigong nader toelichten?

Laat het zo zeggen,  iedereen kan qigong leren maar de ene mens heeft al meer talent dan de andere.  Dat komt zeker meer naar boven bij qigong dan bv. bij TCG.  Je hebt mensen die de hele chinese geneeskunde niet nodig hebben om te voelen dat er iets met je lever aan de hand is.  Je hebt mensen met die talenten.  En je kunt dat voor een deel oefenen maar je hebt ook mensen die dat niet moeten oefenen, die dat gewoon hebben.  Wat wij doen is een kapstok bieden zodat men kan plaatsen wat men observeert.  Om te weten hoe om te gaan met wat men voelt.  Er zijn in de opleiding best wel eens mensen die gewoon beter voelen dan ik dat doe, maar die kunnen het soms moeilijk kaderen, weten niet wat ze eruit moeten besluiten of hoe ze moeten handelen.  Dat kader, die van de Chinese geneeskunde, diagnose en differentiatie – dat is wat wij o.a. aanbieden.  Nu is het natuurlijk wel zo dat ook die mensen zichzelf aan de hand van de oefeningen nog verder kunnen ontwikkelen.  Zo zit de opleiding overigens in elkaar.  Het eerste deel doe je vooral voor jezelf.  Oefeningen om jezelf op te bouwen.  Daarbij is qigong gebaseerd op drie belangrijke pijlers: visualisatie (Yi Nian – Yi is visualisatie en Nian is bewustzijn); ademhaling en ten derde het gebruik van je lichaam, de materie. 

Ligt daar een link met de Sanbao theorie – de drie schatten van Jing, qi en shen?

De theorie van sanbao is één van de basisconcepten in de Chinese geneeskunde net zoals yin yang en de trigrammen in de Yijing.  De qigong algemeen werkt daar inderdaad mee maar die van de medische qigong specifiek werkt in eerste instantie met het principe van Di – Ren – Tian ofwel aarde – mens – hemel.  De principes van sederen, tonifiëren of reguleren.  Daarbij is reguleren het hoogste omdat je niets hoeft toe te voegen of weg te nemen.  Dat is de weg van de hemel.  Tonifiëren als er een tekort of deficiëntie is en sederen als er sprake is van exces.  Elke methode binnen qigong berust op gemeenschappelijke principes maar elk heeft zijn eigen specifieke effect.  Qigong voor genezing is heel anders dan die voor martiale doeleinden.  Maar ook binnen de genezing heeft elke vorm of elke oefening weer een ander doel of effect.  Het principe van de Sanbao behoort daarbij niet zozeer bij de medische qigong in de zin van op pathologie gericht maar komt meer voor in meer gevorderde vormen van qigong waar gezondheid uiteraard onderdeel is van de basis.  Sanbao theorie in qigong gaat meer over het verenigen van jing, qi en shen in je lichaam.  Hemel, aarde en mens die één worden.  Jing omzetten naar qi, qi naar hen en shen naar dao.  Dan ben je één in je lichaam en verenig je jezelf vervolgens met de hemel.  Dat is een stap verder dan gezondheid.

Welke theoretische concepten komen aan bod in de opleiding?

We verwachten van studenten dat zij al een bepaalde basis hebben in de Chinese geneeskunde.  Daarvoor hoef je niet persé een volledige opleiding te hebben doorlopen maar het basisjaar Chinese geneeskunde is wel aanbevolen.  Voor iets als Taijiquan is dat niet meteen noodzakelijk, voor qigong wel.  Daarnaast is kennis van de Yijing, de bagua met zijn trigrammen, heavenly stems en earthly branches een vereiste.  Die concepten komen aan bod.  Zeker voor ons als leraar is die kennis onontbeerlijk.  Kennis van de Yijing wordt overigens niet standaard in opleidingen Chinese geneeskunde meegenomen, daarom besteden we er wel extra aandacht aan.  De Yijing is overigens iets wat ook in China niet erg veel aandacht krijgt binnen de opleiding hoewel het toch een basistheorie is.  Zo ook binnen onze qigong opleiding proberen we de zaken vooral praktisch te houden.  Op die manier krijg je tools waar je mee aan de slag kunt.  Wil je jezelf echter verder verdiepen in de materie dan zul je toch kennis moeten nemen van de diepere lagen van de Yijing.

Maakt die kennis je beoefening efficiënter?

Ik denk het wel.  Bovenal geeft het je een extra tool, een kapstok om je ervaringen aan op te hangen.  Je begrijpt beter waarmee je bezig bent.  Het is een extra kader.  Veel qigong vormen zijn gebaseerd op oude principes en die vindt je terug in de Yijing.  Maar dat werk is zeker niet het enige.  Zelf heb ik best wat achtergrond in de meer boeddhistische strekkingen.  Die leggen vaak meer nadruk op het cultiveren van de shen.  Wanneer de shen zuiverder wordt, wordt de qi – je handelen – automatisch ook zuiverder.  De weg van boven naar beneden.  Terwijl er ook methodes zijn die van beneden naar boven werken.  Eerst het lichaam cultiveren. 

Toch gebeurt het veelal samen maar soms ook helemaal niet.  Zo zijn er strekkingen binnen het boeddhisme die het lichaam verwaarlozen en alleen aandacht hebben voor de ontwikkeling van de geest, net als bij de katholieke kerk eigenlijk.  Een strekking zoals het Tantrayana bv. legt een grote nadruk op het werken met de ademhaling en het zuiveren van de spirit.  Ook binnen het Daoïsme ligt er naast de cultivering van het lichaam nadruk op de ontwikkeling van andere gebieden zoals de deugd.  De Teh uit de Dao Teh Jing.  Ook dat is een basisboek.  Net zoals Zhuangzi of de Huang Di Nei Jing.

Waarom zijn dat zo’n belangrijke werken?

De Yijing, dat spreekt voor zich.  De wisselwerking tussen yin en yang is een kernbegrip maar ook zijn er methodes zoals de balansmethode die specifiek gebaseerd zijn op de Yijing.  Wat betreft de meer filosofische werken van Laozi en Zhuangzi – die kun je zien net zoals we de psychologie hebben als tegenhanger van de Westers lichamelijke geneeskunde.  Je moet weten hoe je met patiënten moet omgaan. 

Ook voor pijnproblemen en niet alleen voor psychologische problematiek.  Je kunt mensen leren een andere kijk te hebben op de problemen die ze ervaren.  Een kijk die hen helpt ermee om te gaan.  Dat komt in de Huang Di Nei Jing overigens eveneens aan bod.  De patiënt – behandelaar relatie is altijd belangrijk in een herstelproces.  Uiteraard is het zo dat Chinees geneeskundigen net als hun Westerse collega’s soms tegen het probleem van tijdsdruk aanhikken.  Maar daar moet je toch proberen tijd voor te maken.  Aandacht voor dat stukje psychologie of zelfs spiritualiteit.  Dat hoort nu eenmaal bij een holistische benadering.

De benadering van het lichaam is Westers best verschillend dan de Chinese aanpak – is dat bij de psyche ook zo?

Toch wel ja.  Zelf werk ik veel met mindfulness vanuit de Tibetaanse traditie van Tulku Lobsang.  Je ziet dat de concepten in de Westerse psychologie steeds meer naar pure fysiologie neigen.  Dat betekent dat ze kijken naar het biochemische verhaal zoals de impact van de hormoonhuishouding op het gedrag.  Vroeger had je nog meer de benadering vanuit de Jungeaanse theorie maar ik heb de indruk dat dit toch steeds meer naar de achtergrond verdwijnt, hoewel ik me hier best in kan vergissen hoor.  Dat zou je aan een echte psycholoog moeten vragen. 

Algemeen genomen kun je wel stellen dat vanuit het boeddhisme en overigens ook vanuit Zhuangzi op een heel andere manier gekeken wordt naar het bestaan, de manier van zijn.  Boeddhistische psychologie gaat heel erg over lijden.  De oorzaken daarvan, hoe je het kunt vermijden, hoe je gelukkig kunt zijn en hoe je dat geluk kunt onderhouden.  Vier belangrijke pijlers.  Als je patiënt naar jou komt met maagpijn, je diagnosticeert bv. yin xu van de maag, je behandelt.  Dan moet je nog steeds kijken waar komt die pijn vandaan?  Is dat omdat die persoon zich continue druk maakt en slechte eetgewoontes erop nahoudt?  Dan zul je ook daar moeten adviseren.  Preventie van lijden.  Uiteraard moet men op veel vlakken wel openstaan voor die feedback.  Dan kun je niet altijd bij iedereen.  Net zoals met de oefeningen.

Naast de behandeling en het advies geeft u oefeningen mee?

Als die persoon daar open voor staat ja.  Dat kan één of twee oefeningen zijn.  Maar dat kan ook een geluid zijn.  Werken met geluiden is een aspect wat voorkomt specifiek in de medische qigong.  Wat belangrijk is is dat je niet te veel mee geeft.  Dat onthouden ze vaak niet of men voert de oefeningen dan niet uit.  Als ze de behandeling erna de oefeningen goed hebben getraind dan geef ik aanvullend oefeningen mee of ga ik verder de diepte in met dezelfde oefeningen.  Hebben ze niet geoefend dan heeft het weinig zin om daar nog verder energie in te steken.  De oefeningen bevorderen niet alleen het herstelproces, het geeft hen iets in handen waar ze zelf mee aan de slag kunnen.  Een stukje empowerment zeg maar.

Hoe vaak dient men die oefeningen uit te voeren?

Liever elke dag iets dan één keer per week een piek van twee uur.  Net zoals dat bij andere sport van toepassing is.  Een kwartier of twintig minuten per dag is een mooi begin, maar die tijd is wel een beetje het minimum.  Een half uur per dag vindt ik ideaal qua belasting en doeltreffendheid.  Uiteraard moet je dat als opdrachtgever, of het nu als lesgever of behandelaar is, natuurlijk wel zelf doen.  Anders ben je niet erg geloofwaardig.  Ik begin mijn dag meestal met een veertig tal minuten qigong.  Voor veel mensen is dat echter niet evident.  We leven nu eenmaal in een gehaaste maatschappij.  Dat begrijp ik uiteraard.  

Je moet het enigszins weten in te passen in je leven.  Afstemmen op je ritme.  Dat geldt evengoed voor de oefeningen zelf.  In de ochtend doe ik bv. wat meer dynamische oefeningen.  Dat betekent niet dat ik dezelfde oefening niet in de avond kan doen maar dan doe ik hem vaak minder dynamisch.  Je past je training aan aan het ritme van de dag, het ritme van yin en yang.   Dat is op zich wel iets wat ik algemeen aanbeveel.  Dat betekent overigens niet dat je in de ochtend alleen maar dynamsich kunt werken.  In de ochtend komt de yang op, dingen komen als vanzelf in beweging.  Je kunt dus ook gewoon meditatie doen en de natuur zijn gang laten gaan.

Wat zeg je tegen mensen die dat niet kunnen opbrengen?

Die raad ik een andere cursus aan.  (gaat hard lachen…)  Kijk voor een client is dat anders natuurlijk.  Maar iemand die bij ons de opleiding komt volgen moet zichzelf toch afvragen dat indien hij / zij niet bereid is die minimale vereiste van toewijding aan de dag te leggen, wat die met zo’n opleiding wil.  Het gaat hier tenslotte niet om een workshop, het is een echte opleiding.   Dat betekent dat het een lifestyle dient te worden.  Yogi’s zien er vaak zo goed uit, niet alleen omdat ze oefenen – maar omdat ze de hele levenswijze omarmen.  De hygiëne, de voeding, het slaapritme, etc…   

Ik heb wel eens patiënten die me bv. vragen of ik niet één of andere oefening heb omdat ze te veel stress hebben.  Dan vraag ik hen wel eens om eerst wat minder te gaan doen.  Als jij continue van het één naar het ander holt en je hebt niet de kracht om wat meer rust in je leven te creëren…  Hoe ga je dan de discipline opbrengen om dagelijks te gaan oefenen?  Dat geeft alleen maar meer druk, levert meer stress op.  Het wonder van de oefeningen zit hem in het dagelijks doen.  Dan krijg je die reset van het lichaam, van de qi en de shen.  Maar dan moet je wel de omstandigheden, de mindset en leefstijl ontwikkelen waarin je dat voor elkaar krijgt.

Welke rol speelt qigong nog meer voor een therapeut?

Het biedt je dus de mogelijkheid om mensen tools aan te bieden en zoals ik eerder vermelde helpt het versterken van je diagnostische vaardigheden.  Maar zelfs al beoefen je zelf de bewegingsvorm niet, toch doe je altijd qigong als acupuncturist.  Vooral als je al een tijdje bezig bent als therapeut.  Je werkt immers met qi en dat is wat qigong is, de vaardigheid in het omgaan met qi. 

Je zet je intentie op die naald, je vraagt de patiënt bv.  in te ademen bij het prikken om te tonifiëren.  Je werkt met de adem, je werkt met intentie, je werkt met qi.  De kunde van het omgaan met qi, die qigong, dat zit per definitie al in het beoefenen van acupunctuur.  Die aspecten kun je dan weer dieper gaan ontwikkelen door het beoefenen van qigong.  Een betere ademhaling, een sterkere aanwezigheid en intentie.  De kracht van de focus, van de shen. (geest, heart-mind) 

In onze vorige editie schreven we een artikel over Neidan – kunt u ons wat meer vertellen over de link met qigong?

Nei is intern en dan refereert naar het elixir, de dan of het dantian.  Echter die dan is er nog niet.   Het veld – de tian – is nog leeg.  Je moet het trainen.  Neiye is die innerlijke training.  Daar valt neigong, qigong en neidan onder.  Vanuit het perspectief dat Neidan werkt met het dantian kun je dus stellen dat er in qigong al een stuk neidan zit.  Persoonlijk vindt ik dat sommige dingen soms wat gehyped worden.  Al die zaken horen bij elkaar.  Toch zit er vaak een duidelijk verschil.  Ik heb zelf getraind bij Wang Li Ping (van het boek Through the Dragon Gate – Longmen Pai) – dat is pure Neidan.  Pure neidan is meditatie.  Vijf tot zes uur zitten per dag.  Het innerlijke werk Neiguan.  Guan betekent observatie.  Een aspect wat bij qigong niet minder aan bod komt, die blik naar binnen. 

Neidan begint met het naar binnen brengen van je intentie, naar het dantien.  Yi nian.  Dan volgt eventueel uw qi.  Eventueel zeg ik want het is geen gegeven dat het dantien zich vult gewoon omdat je aandacht er is.  Eén van mijn professoren in Beijing zei op een gegeven moment: uw dantien is leeg.  En dat terwijl ik al best een tijd bezig was met dit soort zaken.  Toch voelde ik dat hij gelijk had.  Ik had zwakke benen, zwakke rug, weinig energie.  De zaken die typisch zijn voor een nierdeficiëntie in de Chinese geneeskunde.  Kenmerken van een leeg dantien. 

Maar uw intentie brengen is het begin, vervolgens komt de qi en de shen, het bewustzijn, het daadwerkelijk voelen van uw dantien.  Als laatste stap de xin guan, het licht en dan pas kun je echt gaan observeren.  De neiguan.  De innerlijke observatie.  Op die manier ga je werken met de drie dantien.  Veel oefeningen zijn uitwendig.  Je maakt een verzamelende beweging met je handen richting je dantien, dat is uitwendig.  Je aandacht – je yi, qi en shen – hoe die bewegen, dat is inwendig. 

Qigong is daarbij een goede voorbereiding op neidan.  Het leert je focus, aandacht, plaatsen van intentie.  Hoe ga jij zoals bij Li Ping, drie uur lang concentreren op een bepaalde meridiaan als je nog geen vijf minuten je aandacht kunt houden?  Die kwaliteiten dien je te trainen en dat kun je via qigong.  Nu zijn er wel eens mensen die zeggen dat je helemaal niet zo lang hoeft te zitten om te mediteren maar voor neidan is dat zeker wel het geval.  Pas na een bepaalde tijd kom je nl. in de vereiste staat van zijn.  Anders is het gewoon zitten en zitten is geen neidan.  Eerst moet het troebele water stil worden, het moet bezinken en pas dan kun je er daadwerkelijk iets mee doen. 

Pure Neidan is meditatie

Het cultiveren van het elixirde DAN

Qigong is daarvoor een goede voorbereiding

Het leert je focus, aandacht & plaatsen van intentie

Op je CV is duidelijk te zien dat je een enorm uitgebreid assortiment aan cursussen en opleidingen gedaan hebt.  Je kennis van het vak is erg breed.  Is het een voordeel dat je zo veel verschillende aspecten bestudeerd hebt?

Op zijn Duits gezegd: Jain.  (lacht)  Ja en nee dus.  Het was enorm interessant.  Door je breed te oriënteren kom je in aanraking met ontzettend veel materiaal.  Dat geeft keuzemogelijkheden.  Het nadeel is natuurlijk dat je niet in alles even goed kunt worden, je moet keuzes maken.  Belangrijk is dat je geen dingen door elkaar gaat halen.  Als je iets traint, beperk je dan tot die methode.  Ga niet meerdere methodes tegelijk oefenen.  Dan weet je nl. niet welke methode welk effect veroorzaakt.  Of als het fout gaat – welke methode is de oorzaak?  Ik ging dus steeds een bepaalde tijd één methode oefenen voor ik aan iets anders begon.  Echter nooit door elkaar.

Er zitten nl. ook gevaren in de beoefening van qigong.  Dit heet qigong deviatie en daar besteden we uiteraard aandacht aan in de opleiding.  Er zijn bepaalde zaken die als normaal beschouwd worden als zij voorkomen.  Hoofdpijn, trillen, warmte, … kan allemaal als negatief ervaren worden.  Echter als je stopt met de oefening dan dient het vrij snel weg te trekken.  Blijf je er last van houden dan dien je  aan de bel te trekken.  Let wel, als er zich hier een probleem ontwikkelt dan kun je het alleen oplossen dmv qigong, je huisarts zal er waarschijnlijk geen oplossing voor vinden.  Het probleem kan zich op verschillende niveau’s situeren.  Lichamelijk, psychologisch of op energetisch niveau.  Een belangrijk aandachtspunt is altijd de ademhaling.  Ga niet meteen je adem manipuleren.  Laat je adem – zeker in het beginstadium – vrij.  De beweging dient zich aan te passen aan de ademhaling en niet andersom.  Een belangrijke contra indicatie is het aanwezig zijn van ernstig psychologische stoornissen.  Bij de beoefenaar of zelfs in de familie.  Qigong heeft nl. de potentie om dingen naar boven te laten komen.  Zaken te versterken.  Zeker bij zoiets als Zhang Zhuang.  Vandaar dat je in qigong vaak eerst dient te sederen of purgeren anders loop je het risico om de Xie qi of Bing qi (zieke qi) te versterken.

Daarom dat het mixen van methodes een no go is.  Je wil nauwkeurig kunnen observeren wat het effect is.  Klassiek ga je een methode 42 dagen trainen.  Dat is de tijd die je lichaam nodig heeft om de methode eigen te maken.  Dat kan overigens variëren per methode.  Zelf heb ik een bepaalde meditatie gedaan die specifiek op mijn constitutie was ingesteld.  Die moest ik drie jaar lang doen en dat slechts 72 dagen per jaar maar wel specifiek in een bepaald seizoen.  Het gekozen seizoen was afhankelijk van je constitutie.  Dat verschilt dus van persoon tot persoon.  De één moet het in de winter doen, de ander in de zomer.  Dus niet alleen kan er een verschil zijn in tijdsperiode die geoefend dient te worden, ook in het tijdstip zelf of de variant kan er een verschil zitten.  Daarnaast merk ik zelf dat ik nu heel andere dingen train dan toen ik twintig jaar jonger was.  Ook die energie verandert.

Hebt u nog 3 tips voor het bevorderen van gezondheid en welzijn?

Ik denk dat het gebruiken van je eigen gezond verstand al veel problemen kan voorkomen. Relativeren is daarbij een gezonde eigenschap.  Maar eigenlijk moet je jezelf vooral drie zaken afvragen:

– Welke gedragsmatige of emotionele patronen komen steeds terug in mijn leven en welk effect heeft dat?

– Heb je er al iets aan gedaan om het te veranderen en is het noodzakelijk dat je iets verandert?

– Kun je leven met de gevolgen van die beslissing?

Mayriam Buitenhek – Stijns – TCM & Kankerbehandeling

In  2021 mochten we Mayriam Buitenhek – Stijns interviewen.  De unieke combinatie van iemand die haar roots heeft in de Westerse wetenschap en geneeskunde maar tegelijk met de benen volop in de Chinese geneeskunde staat.  Dat leidde tot een heel erg interessant interview.  Mayriam is  als gecertificeerd Oncologie acupuncturist de aangewezen persoon ons hier meer over te vertellen.  Haar praktijk ‘Yang Sheng’ vind je in Pijnacker.  Als jij of een naaste te maken krijgt met deze vreselijke ziekte, zeker een bezoekje waard.  Alvast veel leesplezier!  Uit het CNYS magazine nr. 16 – 2e Tr. 2021

INTERVIEW Mayriam Buitenhek – Stijns

Mijn naam is Mayriam Buitenhek-Stijns, ik ben getrouwd en heb twee kinderen en een hond.  Sinds 2012 werk ik vanuit mijn eigen praktijk als TCM therapeut, met name met acupunctuur en Chinese kruiden. Mijn specialisme is oncologie. Daarnaast geef ik ook les in de Chinese Kruidenleer  aan het opleidingsinstituut Qing Bai.  Sinds kort mag ik mezelf ook Lemonista noemen.  Daarbij heb ik een opleiding gevolgd bij de organisatie “Know Your Lemons.org”, zij voorzien in informatie over borstkanker en vroege detectie van borstkanker informatie.  Ze hebben een onwijs leuke app voor vrouwen en mannen, om meer informatie te verschaffen met betrekking tot borstgezondheid en vroege detectie van borstkanker.  Dat is daarbij één van mijn taken.  Ik geef een stukje voorlichting over het onderwerp borstkanker, borstgezondheid en borstzelfonderzoek   Als je weet dat 1 op 8 vrouwen in Nederland borstkanker krijgt dan is dat broodnodig.  Leren hoe je zelfonderzoek doet kan een enorme hulp zijn in de vroege opsporing van eventuele borstafwijkingen. En het is overigens erg leuk om te doen.  Soms gebeurt dat in een groep, maar het kan ook 1 op 1, afhankelijk van waar er behoefte aan is.  Daarnaast studeer ik momenteel Immuno-Oncologie en Cancer Genomics en Precision Oncology aan de Harvard Medical School.  Bij Immuno-Oncologie kijkt men hoe het immuunsysteem ingezet kan worden voor geavanceerde kankerbehandelingen zoals checkpointblokkade therapie en CAR T-celtherapie en Cancer Genomics en Precision Oncology bestudeert de verbanden tussen genetica en kanker.  Puur Westerse materie maar heel erg zinvol en voor mij erg interessant.  Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van medicatie op basis van die precisie biologie en immunologie.  Daarbij gaat men kijken naar het genetisch profiel van een persoon om te bepalen welke medicatie of behandeling het meest geschikt zijn.  Erg persoonsgericht, daar ligt zeker een stuk toekomst van de oncologie.

Heb je een voorgeschiedenis binnen dit specialisme?

Van huis uit ben ik vrij westers opgeleid als biologisch gezondheidswetenschapper.  De gezondheidswetenschapper stelt zich met name de vraag:  waarom worden mensen ziek?  Binnen de TCM kijken we daarbij net als de wetenschapper naar wat is de wortel, de oorzaak van het ziek zijn?  Na mijn opleiding aan de Universiteit van Maastricht ben ik een aantal jaren wetenschappelijk onderzoeker geweest, bij de afdeling Haematologie-oncologie bij het UMC Utrecht.   Ik werkte met stamcellen en embryonale stamcellen, recombinante DNA technologie en virale vectoren. Wel steevast binnen een meer oncologische setting.  Dat heb ik in totaal een jaar of 4-5 gedaan waarna ik een opleiding tot anesthesie verpleegkundige ben gaan doen.  Nadat ik daar 3 jaar werkzaam was ben ik uiteindelijk binnen de farmaceutische industrie terecht gekomen.  Eerst als Clinical Research Associate bij het begeleiden van klinische trials waarbij geneesmiddelen op de markt werden gebracht, waarna ik kon doorgroeien tot medisch en wetenschappelijk adviseur voor farmaceutische bedrijven.  Tijdens de hele loopbaan is oncologie steevast een aandachtsgebied geweest. Ik vind oncologie erg interessant als ik puur kijk naar wat het is.  Kanker is niet lichaamsvreemd, het zijn je eigen cellen en dat maakt het erg uniek.  Hoe komt het dat op een gegeven moment, iets wat van jezelf is, besluit om zich niet langer aan de regels te houden?  Daarnaast ken ik net zoals zo veel anderen, best wat mensen binnen vrienden en familiekring, die ermee te maken hebben gehad.  Kanker is een ziekte wat zo ontzettend verspreid en veelvuldig voorkomt, dat we bijna allemaal op een gegeven moment in ons leven ermee geconfronteerd zullen worden. Het heeft persoonlijk een diepe indruk op mij gemaakt.

Dat is een flinke loopbaan binnen de Westers medische wereld.  Vanwaar de overstap naar TCM?

Zelf ben ik al mijn hele leven chronisch ziek.  Dankzij de Chinese geneeswijzen weet ik mijn aandoening stabiel te houden.  Dat is één.  Daarnaast zijn er wel enkele zaken die ik mis binnen de Westerse visie.   Allereerst is er het gebrek aan een holistische visie maar zeker als ik op het vakgebied kanker toespits, dan zie ik dat mensen vaak gezien worden als de ziekte.  Maar mensen zijn meer dan de kanker, ze zijn mens.  En die wil je in zijn of haar totaliteit kunnen ondersteunen. Dus aandacht voor lichaam, geest en ziel. Het hebben van kanker heeft zo’n emotionele impact op de zieke en zijn of haar naasten. Op dat vlak wil ik ook mijn ondersteuning bieden. Je merkt ook dat mensen steeds meer moeite hebben met die berg medicatie en bijhorende bijwerkingen. Op een gegeven moment denken ze vaak: dit moet anders.  De Chinese kijk op de mens en gezondheid is daarbij een verfrissende aanpak.  Zowel acupunctuur als met name voor mij dan de kruiden, dat is echt mijn ding.

Met welke reden is dat?

Ik vermoed dat de liefde voor Chinese Kruiden met mijn achtergrond binnen de geneesmiddelen industrie te maken heeft. Chinese Kruidenformules zitten ingenieus in elkaar. Binnen de Chinese Kruidenleer kijken we naar de Nature van de kruiden. We kijken naar de temperatuur, de smaak, richting van het kruid, volgens welke meridiaan het werkt en welke actie het heeft. Ze worden niet vaak als enkel kruid ingezet maar worden gebruikt binnen een kruidenformule. Deze formules hebben een sterke hiërarchie met keizer, minister en assistent kruiden waarbij dosering en onderlinge samenhang erg belangrijk is. Kruiden zijn overigens ook erg makkelijk in gebruik omdat je ze altijd in kunt nemen, voor acupunctuur moet een patiënt steevast naar je praktijk komen en dat is niet altijd even handig.  Toch ligt het gebruik van Chinese kruiden binnen de oncologie erg gevoelig. Oncologen zijn bang dat het kruid of kruidenformule invloed heeft op de Westerse behandeling die de patiënt ondergaat. Echter in de handen van ervaren herbalisten die precies weten welke kruiden ze wel en niet kunnen inzetten en onder medisch toezicht van de arts kan het een bijzonder goede aanvulling zijn op de Westerse behandeling in alle fasen van ziek zijn.

Steeds meer komt Integrative Medicine naar de voorgrond en daarbij vinden de oncologen het prima dat een patiënt aanvulling zoekt binnen de acupunctuur of met training in taiji en qigong,  

Acupunctuur wordt echt wel al uitgebreid ingezet.  Het Memorial Sloan  Kettering Cancer Center, heeft zelfs al een afdeling integrative medicine waar acupunctuur gewoon op de afdeling wordt gegeven.  En dat is het ’s werelds grootste particuliere oncologie ziekenhuis.  Mensen die in de middag chemo krijgen worden in de ochtend bv. behandeld met acupunctuur.  Binnen deze ziekenhuissetting wordt gewerkt met vaste “evidenced based” acupunctuur protocollen.

Zijn die moeilijker vast te leggen in protocollen?

Eigenlijk kun je TCM helemaal niet vastleggen in protocollen.   Je kijkt heel erg naar de persoon an sich, naar wat iemand nodig heeft op dat specifieke moment.  Goed, je kunt algemene punten gaan prikken om het symptoom te verlichten maar als acupuncturist en herbalist wil je een op maat gemaakte behandeling die op de persoon, situatie en tijdstip gericht is.  Binnen de TCM is het zo dat we wel allemaal dezelfde ziekte kunnen hebben maar dat betekent niet dat we allen hetzelfde ziektepatroon hebben.  Als TCM-er richt je je op het ziekte patroon, niet op de klacht of symptoom.  In gesprek met de oncoloog heb ik wel het voordeel dat ik met mijn Westers Medische achtergrond makkelijk de vertaalslag kan maken voor de oncoloog.  Dan vertaal ik mijn TCM redenering naar een meer Westerse visie.  Dat schept meer vertrouwen.  Een oncoloog kijkt je misschien wat vreemd aan als je begint over yin en yang, qi en bloed of lichaamsvloeistoffen.  Dat is te vaag voor hen

Best een lastige vraag. In de klassieke werken wordt niet gesproken overkanker maar over de term liú (瘤 tumor). Deze term is terug te voeren op inscripties op botten en schildpadden in de Shang Dynastie (16de-11de eeuw voor Christus). Ook in de Huáng Dì Nèi Jīng wordt over “tumoren” gesproken: Dan zien we bijvoorbeeld Xia Ge massa’s onder het diafragma veroorzaakt door Bloed Stase of Shi Jia steenachtige massa’s in de uterus. In de Ling Shū hoofdstuk 4 Xié Qì Zàng Fŭ Bìng Xíng wordt er gesproken over een vorm van ziekte veroorzaakt door pathogene factoren in de zàng fŭ.  Wanneer we het over kanker hebben moeten we niet vergeten dat het ontstaan van kanker een langdurig proces is. Wanneer kanker evident is, is er een heel proces aan cumulatieve “beschadigingen/ mutaties” aan vooraf gegaan.

Vanuit TCM perspectief leren we dat kanker kan ontstaan door phlegm accumulatie, bloed stase, toxische hitte en door uitputting van de zheng Qi al dan niet gecombineerd met elkaar. Maar wat ligt hieraan ten grondslag. Professor Dr. Li Zhong heeft dat mooi uitgelegd. Kanker is geen tumor maar is het product van een proces van manifestatie als tumor. De fundamentele pathogenese van kanker is het verlies van communicatie tussen Yin en Yang. Dit leidt tot disharmonie van qi en bloed, zang fu en qi dynamiek met de vorming van een pathogene toxine tot gevolg. Kanker toxine is een speciale giftige pathogeen die ontstaat door langdurige stimulatie van verschillende pathologische factoren. Het duurt even voordat het zich manifesteert. Aan de andere kant zien we uitputting van de zheng qi, mede door de pathogene kanker toxine, die niet meer in staat is de pathogene kanker toxine te elimineren en zijn verspreiding of metastasering tegen te gaan.

Als ik het goed begrijp is de kanker dan een resultaat van een heel proces.  Betekent dit dat er ruimte is om die kanker te voorkomen?  Kun je inschatten of iets al dan niet tot een kanker zal leiden?

Om dat te kunnen beantwoorden moeten we kijken naar wat men noemt de ‘Seed and soil theorie’.  Het zaadje van de tumor en wat nu steeds meer in opkomst is, is het kijken naar de soil – het micromilieu waarin het zaadje groeit. Sommigen zoals Cheng Shuzhen beweren zelfs dat het micromileu waarin cellen zich bevinden de belangrijkste oorzaak van kanker is en juist hier aandacht voor moet zijn. Een tumorgezwel bestaat naast de tumorcellen ook uit normale lichaamscellen, waaronder cellen uit ons immuunsysteem, bloedvat en bindweefsel cellen. Deze cellen communiceren met elkaar en scheiden allerlei stofjes uit.  Dit micromileu is erg bepalend voor de groei maar ook de overleving van kankercellen. Vanuit TCM kunnen we dat misschien vertalen naar het yin en yang, de jing, qi en shen van het lichaam.  Dat micromilieu bepaalt hoe dat zaadje uitgroeit.  Plant je een mandarijn pit in het noorden van China dan zal de vrucht heel anders smaken dan datzelfde zaadje geplant in zuid China.  Het resultaat is afhankelijk van de soil (bodem) waarin het groeit.  Dus de vraag is: hoe kunnen we die bodem zo gezond mogelijk houden?  Daar is natuurlijk een grote rol voor preventie weggelegd. Vermindering van blootstelling aan allerlei toxische stoffen en leefstijlveranderingen zoals voldoende beweging, goede voeding, voldoende rust, moderatie van emoties. Eigenlijk alles wat de Yang Sheng visie behelst.

Dan zeg je eigenlijk Chinees gezien, kun je aan de disbalans van yin en yang al zien dat er een proces gaande is, wat mogelijk leidt tot kanker? En Westers gezien vertaal je dat dan eerder als dat je ziet dat er veranderingen plaatsvinden in het micromilieu van de cel?

En dat is net wat het zo lastig maakt.  Het is heel moeilijk om dat te zien.  De omgeving van de cel, maar ook wat er in de cel gebeurt.  Westers gezien spreken we daarbij over de 10 Hoofdkenmerken van kanker cellen, de 10 kenmerken die bijna alle tumorcellen bezitten. Eén daarvan is bv. het niet stoppen met delen.  Waardoor komt dat?  Omdat iets in die cel veranderd is?  Of het milieu waarin die cel zich bevindt blijft groeifactoren geven aan die cel waardoor het blijft groeien.  Het zijn allemaal processen en die processen zijn helemaal nog niet zo duidelijk als we zouden willen.

Als ik het goed begrijp wordt er zowel vanuit TCM als vanuit de Westerse optiek gezegd dat kanker een manifestatie is van een proces wat zich gedurende langere tijd afspeelt.  Daarbij geldt dat beide vormen van diagnostiek te kampen hebben met de moeilijkheid van het vaststellen van dat proces?

Vanuit beide visies betreft het een diep verborgen proces. En inderdaad vaak signaleren we het pas als we een knobbeltje in de borst voelen of wanneer we te maken hebben met een wisselend ontlasting patroon met bloed bijmenging. Westers gezien zijn er wel screenings methoden zoals mammografie voor vroege detectie van borstkanker of screening op colorectaal kanker bijvoorbeeld.  Vanuit TCM perspectief blijven wij zorgen voor balans tussen yin en yang, en zorgen we dat qi en bloed vrijelijk kan blijven stromen of weer gaat stromen zodat er geen pathogene qi ontstaat. We letten op de wei qi, de zheng qi, jing etc. Het moment van metastaseren zelf kan ik niet voelen in de pols.

Maar je kunt wel aan de hand van tong en pols diagnostiek en palpatie voelen of bepaalde zang fu zijn aangedaan.  Zo heb ik bv. een vrouw gehad die blaaskanker had waarbij er op een gegeven moment een enorm scherpe sensatie was op de longpositie bij de polsdiagnostiek.  Op dat moment kon ik het niet duiden maar ik wist wel dat er iets niet in orde was. Uiteindelijk bleek de dame in kwestie uitzaaiingen in de longen te hebben. Het feit dat de kanker was uitgezaaid naar de longen, dat heb ik kunnen voelen in de pols. Als ik nog eens zo’n pols verandering voel zal mogelijke metastasering wel in mijn achterhoofd zijn. Dat is uiteindelijk hoe je expertise opbouwt in je diagnostiek.  Maar uiteraard zijn er bepaalde rode vlaggen waar je mee rekening kunt houden.  Iemand met een prostaatkanker die plots heel vergeetachtig wordt, hoofdpijn krijgt zonder dat dat te maken heeft met zijn behandeling zoals het krijgen van een “chemo brain” , dan weet je dat je er verstandig aan doet om dat te laten controleren.  De kans bestaat dat er daarbij uitzaaiingen zijn naar de hersenen is opgetreden. Op die manier wil je er altijd de westerse kennis bij houden.  Dat helpt altijd.  Als jij weet welke symptomen en bijwerkingen iemand kan hebben bij het inzetten van cytostatica of chemotherapie, dan kun je daarop inspelen.  Je kunt je behandelplan gaan aanpassen want de eerste week zullen bepaalde bijwerkingen prevaleren, de tweede week weer andere en de derde week nog andere.  Je kunt ook de timing van je behandelingen daarop afstemmen.  Je speelt als het ware in op het Westerse behandelprotocol.

Wat kan TCM nu precies beteken in termen van kankerbehandeling – is dat puur ondersteunend?

TCM heeft over het algemeen een ondersteunende rol. Zeker in Nederland. We kunnen een bijdrage leveren wanneer iemand een operatie moet ondergaan of bij het herstel na een operatie. Tijdens de chemo en bestraling maar zeker ook erna. Westerse behandeling voor kanker veroorzaakt talloze bijwerkingen waarbij zeker naast de klachten die men van de kanker zelf al ervaart onze expertise voor kunnen inzetten. Niet alleen voor de fysieke klachten, zoals pijnklachten, vermoeidheid, allerlei digestieve klachten, misselijkheid, slapeloosheid, chemo brain etc,  Maar zeer zeker ook voor de emotionele ondersteuning.  In China echter zie je wel Westerse geneeskunde tezamen met de Traditionele Chinese geneeskunde binnen het ziekenhuis. Gelukkig hebben al diverse evidence based onderzoeken aangetoond dat acupunctuur en ook de Chinese kruidengeneeskunde een rol verdienen binnen de oncologische setting. Diverse onderzoeken  laten zien dat Chinese kruidengeneesmiddelen in combinatie met chemo- of radiotherapie kunnen worden gebruikt om de bijwerkingen en complicaties van chemo-en radiotherapie te verminderen en de werkzaamheid ervan te vergroten. Dat is uiteindelijk ook mijn droom. TCM en Westerse geneeskunde samen op een oncologie afdeling.

Gebeurt dat dan in combinatie met de oncoloog of gebruik je geen kruiden? Zet jij ook zelf kruiden in? En gaat dat dan in overleg met de oncoloog?

Naast acupunctuur zet ik inderdaad veelvuldig Chinese kruiden in voor de behandeling van de patiënt tijdens chemo- of radio therapie om de bijwerkingen te verminderen. Uiteraard in overleg met de cliënt en diens behandelend arts. Een aantal keren verneem ik dan via de patiënt dat de oncoloog er afwijzend tegenover staat. Dan zet ik geen kruiden in. Vaak probeer ik dan wel nog de arts te informeren over de kruiden door bijvoorbeeld artikelen op te sturen. Maar je kunt ook als voorbereiding kruiden inzetten. Bv. in aanloop naar het proces van behandelingen, om iemand aan te sterken. Of tijdens de palliatieve fase wanneer iemand uitbehandeld is. Acupunctuur en voeding echter  zijn zeer goede alternatieven in verschillende fases van het ziek zijn.  Je kunt daarmee iemand prima ondersteunen.  3 aspecten zijn bij mij altijd van belang. 1)eetlust en ontlasting, 2)goede slaap 3) Shen en emoties. Als iemand niet goed kan eten, of het slecht kan verteren en ook nog eens niet slaapt dan kan het lichaam minder goed herstellen Een ander belangrijk aspect om aandacht te besteden is de Shen.  Zorg dat mensen geestelijk het proces aan kunnen.  Op het moment dat jij de diagnose kanker krijgt kom je in een mallemolen terecht.  Eentje waar je zelf weinig grip op hebt, je moet het maar ondergaan. Het is een achtbaan vol emoties en onzekerheid waar niet alleen jijzelf maar ook familie en vrienden in terecht komen.  Kanker heb je nooit alleen.  Ik behandel dan ook vaak bv. de partner of andere leden van het gezin.  Als therapeut vind ik dat de patiënt zelf de grootste bijdrage heeft in zijn genezingsproces.  Dat stuk zit hem met name in het vermogen om positief te blijven, een stukje karakter om gezond te eten, bewegen, enz…

Maar het optimisme, dat is echt super belangrijk.  Als je er mentaal aan onderdoor gaat, dan wordt het lichamelijke herstel en het dragen van de pijn wel heel erg moeilijk. Als mijn werk klachten kan verminderen maar ook bijdraagt aan een stukje empowerment en positiviteit dan ben ik erg tevreden.

Ik hoor je ook een stukje leefstijl benoemen?

Zeker weten. Ze krijgen bij mij altijd een informatie pakket met acupressuur punten die ze in diverse situaties kunnen gebruiken of kunnen moxeren alsook informatie over voeding om bijvoorbeeld het yin te versterken of net de yang of het bloed al naar wat nodig is. Vanuit TCM perspectief hebben we met voeding een krachtige tool in handen, maar dat hangt er natuurlijk van af hoe lang ze kunnen eten.  Als iemand geen trek meer heeft dan ben ik al lang blij dat men eet. Dan maakt het minder uit wat, zolang ze maar die calorieën binnen krijgen.  55 tot 75% van mensen met kanker krijgt te maken met een smaakverandering. Daarnaast kan ook het mondgevoel veranderen. Structuren van voedsel komen plots anders binnen.  Dan maak ik gebruik van het smaak kompas .  [Ontwikkeld door Kelly Silverio Alonso Duin in samenwerking met het Wereld Kanker Onderzoek Fonds.]  Door gebruik te maken van smaaksturing kun je iemands smaak positief beïnvloeden. Daarbij ga je kijken welke smaak men wel nog proeft of lekker vindt.  Vervolgens kun je de voeding zo afstemmen dat het weer wat prettiger smaakt.  Dat werkt dan stimulerend om toch te gaan eten.  Dat blijft belangrijk.  Je wil niet dat ze al te veel gaan afvallen.  Het smaak kompas geeft ook tips hoe men door de manier van voedsel bereiding de structuur van voedsel kan beïnvloeden.  Mensen weten over het algemeen alles over de behandeling en de medicijnen die ze krijgen, maar hoe ze met voeding moeten werken is voor velen een vreemd gegeven. Daarbij zet ik naast Chinese kruiden ook vaak Westerse Kruiden in. Tijm in combinatie met salie is bv. heel erg slijm oplossend.  Ik houd het graag praktisch.

Naast voeding, vind ik de balans tussen beweging en ontspanning heel belangrijk. Maak mensen bewust dat ze zuinig met hun energie moeten omgaan. Vaak zie je dat zodra men zich wat fitter voelt men allerlei activiteiten onderneemt vanuit de optiek ‘het kan weer even’.  Maar dat is het dan ook ‘even’.  En je wil mensen leren dat ze niet 2 euro op hun energierekening willen hebben maar 2000. Het behouden van de fysieke conditie blijft echter belangrijk.  Daarbij zijn bewegingsvormen zoals taiji en qigong of mindful walking natuurlijk heel zinvol. Je ziet overigens vanuit de integrative medicine dat men in de ziekenhuizen steeds meer oog begint te krijgen voor deze aspecten van beweging en ontspanning.  Niet alleen acupunctuur of qigong, wandelen maar ook meditatie, muziek, tekenen of schilderen.  Al die dingen helpen je om die mindset te pakken te krijgen die je zo broodnodig hebt om dat traject aan te kunnen.  Wie goed in zijn of haar vel zit kan die chemo veel beter ‘handelen’.  Het geeft overigens een veel betere levensverwachting en dat is toch een belangrijke rol van TCM.  Niet dat je alleen maar acupunctuur of kruiden geeft, maar die hele filosofie erin mee neemt met voeding, beweging en leefstijl.  Dat je daar aandacht voor hebt.  Let wel, ga altijd uit van de patiënt.  Wat je doet hangt altijd af van hoe de patiënt bij je komt, welke ziektepatronen je ziet.

Zijn er dingen die je net niet moet doen als iemand in een chemotraject zit?

Misschien moeten we kijken naar wat we als TCM therapeut juist wel kunnen doen. TCM speelt een belangrijke rol in het verminderen van de diverse bijwerkingen veroorzaakt door de hitte toxines veroorzaakt door de chemo.

Daarbij zijn twee behandel—principes belangrijk.

Als eerste is het belangrijk om de milt en de nieren te versterken om de zheng qi te sterken en de root te cultiveren.  Daarnaast is het belangrijk om qi en bloed op te bouwen en het bloed te bewegen om bloed stase te voorkomen.  Het verminderen van toxiciteit en het elimineren van hitte, het genereren van lichaamsvloeistoffen en het bevochtigen van droogte bij een beschadigd yin moet uiteraard ook gebeuren. Waar we als therapeut op bedacht moeten zijn, is dat we de patiënt niet over stimuleren. Kijk goed naar je patiënt hoe hij of zij zich op dat moment voelt. Een zachtere naaldtechniek, minder naalden of deze minder lang laten zitten is misschien meer aan de orde op dit moment. En uiteraard heb aandacht voor de eetlust en ontlasting, de slaap en de shen. Maak emoties bespreekbaar. Vanuit TCM perspectief is onze fysieke gezondheid onlosmakelijk verbonden met onze emoties. Zorgen hebben, angstig, boos of verdrietig zijn hebben zo hun invloed op de qi dynamiek en daarbij beïnvloeden ze onze gezondheid.

Als je binnen de Westerse geneeskunde kijkt spreekt men over allerlei soorten kanker zoals bv. borst of prostaat kanker.  Is dat onderscheid binnen TCM ook aanwezig?

Uiteraard maar vanuit een TCM perspectief. Hoewel we in de klassieke werken kanker alleen beschouwen met een massa wordt er niet echt gesproken over kanker zonder massa’s zoals de bloedtumoren waaronder leukemie. Zoals ik reeds eerder heb aangegeven is het ontstaan van kanker een langdurig multifactorieel proces met een diep verborgen pathogene qi en een deficiënt beeld en bloed stase, phlegm accumulatie en toxische hitte als externe manifestaties van dit proces.

Als iemand bij mij op de praktijk komt, kijk ik naar 2 diagnostische categorieën. Een noemen we de bian zheng zeg maar het constitutionele patroon of meer de “Soil” en de ander is de bian bing oftewel het ziekte patroon.  Zo weten we dat borstkanker vanuit lever qi stagnatie kan ontstaan.  Die lever en galblaas meridianen, en ook andere meridianen, lopen daar niet voor niks.  Maar ook bloed stase, accumulatie van toxines, qi en bloed deficiënties, en phlegm accumulatie bij milt qi deficiëntie zijn patronen die kunnen voorkomen bij borstkanker. Waaruit die kanker ontstaat?  Dat is één ding.  Daarnaast is er de manifestatie zoals die zich op dat moment aandient. Beide adresseer ik in mijn kruiden of  acupunctuur formule.

Als ik je goed begrijp zit er dus wel degelijk verschil in kanker en dan met name in het proces wat eraan vooraf gaat.  Betekent dit dat niet alle kankers een vorm van toxische hitte zijn?

“Kanker is niet één ziekte maar eerder meer dan 100 verschillende ziekten met overeenkomsten.”

Elke type kanker wordt anders behandeld. Het proces wat er aan vooraf gaat, kan verschillend zijn net als dat de externe manifestaties kunnen verschillen. Toxische hitte, wanneer je dit ziet, pak je het uiteraard aan.

Kun je even toelichten hoe chemo extreem yin is en van daaruit hitte ontstaan?OF misschien beter Chemo wordt ook wel een extreem yin genoemd, waarom is dat?   

Chemo is een extreme vorm van yin. Het is een zeer toxische substantie of  “hitte toxine” dat yin, yang, qi en bloed kan beschadigen en tegelijkertijd extreme warme en koude reacties kan veroorzaken. Extreem yin beschadigt het yang. Als het yang is aangetast dan zien we dat de mogelijkheid om qi en bloed en lichaamsvloeistoffen te bewegen en het lichaam te verwarmen, en voedsel tot qi te transformeren ook wordt aangetast. Als de circulatie is aangetast dan is het moeilijk voor het lichaam om warm te blijven. Interne koude kan damp tot phlegm transformeren en bloedstase veroorzaken. Bij een verstoorde spijsvertering genereren de milt en maag onvoldoende qi en bloed met deficiëntie tot gevolg. De nadelige bijwerkingen die we zien bij chemo maar ook bij bestraling komen dus overeen met symptomen die we zien bij ernstige qi, bloed, vloeistof, yin en jing deficiënties.

Als ik jou zo hoor lijkt kanker me heel erg complex, Westers gezien maar ook vanuit de TCM is het moeilijk om op een passende manier daarop in te spelen.  Zeker wat betreft het afstemmen op de Westerse aanpak.

Dat is het zeker.  Uiterst complex en bij elke type kanker weer anders. Je zult zien dat er steeds meer aandacht komt voor integrative medicine.  Steeds vaker het gebruik van Oost en West naast elkaar.  Steeds meer evidence based onderzoek laat zien dat acupunctuur en kruiden gewoon werken.  Het proces is gaande.  Hier in Nederland lopen we een nog beetje achter hoewel er ook al ziekenhuizen zijn met Integrative Medicine spreekuren.  Als je kijkt naar New York, Zwitserland, Duitsland, … daar wordt er al veel meer mee gedaan.  Kijk de Westerse visie heeft als valkuil dat er te veel vanuit één bepaald standpunt gekeken wordt naar de materie.  Die integrative medicine, een holistische benadering is dus hard nodig.  Momenteel zijn daarin mooie ontwikkelingen gaande combineren van Oost en West.   Maar dat is niet zo éénvoudig.

Bij kruiden bv. spreken wij niet over werkzame biochemische stofjes maar over de temperatuur van het kruid, de smaak, de richting, de natuur ervan.  Dat is prima zolang we binnen die TCM diagnose opereren maar je moet uiteindelijk toch weer die vertaalslag gaan maken en kijken welke stofjes zitten daar nu precies in.  Wat doet het biochemisch gezien in het lichaam?

Kan TCM in die samensmelting voldoende haar eigen karakter behouden?

Het mooiste zou zijn dat beide visies hun eigenheid kunnen bewaren.  Dat TCM gerespecteerd wordt als TCM zijnde. Een op zichzelf staand systeem met eigen diagnose en methodiek.   Want als je westers gezien kijkt naar een kruid en je gaat daarbij op zoek naar dat werkzame stofje om het eruit te halen, dan ben je wel erg biochemisch bezig.  Daar is natuurlijk niks verkeerd mee.  Zo is tenslotte aspirine ontstaan en zo zal er in de toekomst nog veel meer aan medicijnen worden uitgebracht.  Alleen je gaat voorbij aan het  Chinese gedachtengoed, de harmonie van de formule de samenhang van de kruiden binnen een kruiden formule waardoor het effect juist versterkt wordt.  Daarom dat Westerse medicijnen vaak zo veel bijwerkingen hebben.  Er is geen formule die het geheel in balans brengt, het gaat meer om individuele actieve stoffen.

Je zegt: mensen worden vanuit die integrative medicine aanpak naar jou doorgestuurd.  In welke fase is dat?  Is dat meer aan het begin of einde van het behandeltraject?

Ik heb een aantal samenwerkingsverbanden met oncologen, huisartsen, fysiotherapeuten en lymfe therapeuten die patiënten naar mij doorsturen. Dat kan gedurende alle fasen van hun ziekte of behandeling zijn. In alle fasen kunnen we ze nog steeds met TCM ondersteunen. Zeker na de chemo hebben mensen te maken met talloze bijwerkingen, zoals misselijkheid, verminderde eetlust, klachten aan het digestieve traject, insomina etc. Op dat moment zijn mensen op zoek naar meer.  Ze willen dat er aandacht is voor hen als mens en niet alleen voor de kanker in hun lijf.  Vaak worden ze daarbij naar allerlei verschillende specialisten doorgestuurd.  Op dat moment gaan ze meer alternatief of complementair kijken.  Het westen is zo gericht op die tumor dat mensen behoefte hebben dat er ook naar hun persoon zelf gekeken wordt.  Je wil mensen leren hoe ze voor zichzelf kunnen zorgen, een stukje empowerment.  Dat is wat ze óók nodig hebben.

Dat is een mooie aanvulling ja.  Werk je vaak met mensen als vervolgtraject van een succesvolle behandeling?

Zeker.  Herinner je dat het gaat om het onderliggend proces.  Westerse behandeling is erop gericht om die tumor aan te pakken.  Op het moment dat deze niet meer zichtbaar is op een scan of wanneer de tumormarkers laag zijn, ben je kankervrij en kun je maanden later nog eens terug komen om te kijken of het nog steeds weg is.  Maar vanuit de “seed and soil” theorie wil je die soil terug goed krijgen.  Denk eraan, het is het micromilieu wat geleid heeft tot het probleem.  En dat is net het probleem met de behandeling.  Die bestraling of chemo pakt uiteraard wel de tumor aan maar het heeft vaak als gevolgd dat het interne milieu nog verder verslechtert.  Het blijft vergif voor je lichaam.  Dat betekent dat er steeds kans is op terugval of zelfs metastasering. Daarnaast is het zo dat tot 85% van de mensen die behandeld zijn achteraf te kampen krijgen met langdurige vermoeidheidsklachten. Met TCM kun je daarbij heel veel betekenen.  Dat doen we tenslotte ook met mensen die geen kanker hebben gehad of hebben.  We willen een gezonde, optimaal functionerende mens.   Ik zeg altijd, het is net als een moestuintje.  Je wil een gezonde, voedzame bodem zodat de plantjes goed kunnen groeien.  Dat doen we tenslotte ook als we vrouwen ondersteunen in het zwanger worden.  We creëren de voorwaardes voor een succesvolle bevruchting.  Dat is met oncologie dus niet anders.

Welke 3 tips zou u onze lezers mee geven om gezondheid en welzijn te verbeteren? 

Voor de lezers:

1.Geniet van het leven. Blijf positief.  Een positieve mindset is super belangrijk voor je gezondheid.

  1. Doe wat je leuk vindt maar houdt je zoveel mogelijk aan de Yang Sheng leefwijze om gezond oud te worden. Modereer je emoties en reduceer stress, neem voldoende slaap, rust en beweging. Voedt je lichaam met wat je lichaam en je geest nodig hebben.
  2. Vanuit TCM perspectief willen we Deficiency, Stagnatie en Disharmonie voorkomen. Want dit zijn de 3 condities die vooraf gaan aan het ontstaan van kanker en andere ziekten.

Welke 3 tips zou u kunnen geven voor behandelaren?

  1. Als eerste de term: Doe geen kwaad. Doe niets wat de door de patiënt zelf gekozen behandeling ondermijnt. Heb respect voor hun keuzes. We hebben te maken met soms ernstig zieke mensen met een complexe aandoening. Als je niet zeker bent van je zaak, stuur deze mensen door naar een andere behandelaar. Of overleg met ervaren collega’s. Dit is zeker waar wanneer je Chinese Kruiden formules wilt uitschrijven.
  2. Onthoud dat kanker niet een ziekte is maar eerder meer dan 100 verschillende ziekten met overeenkomsten. Elke type kanker wordt anders behandeld. Maar kijk wie je voor je hebt. Staar je niet blind op de Westerse Diagnose maar kijk vanuit je TCM visie naar de persoon voor je. Check pols en tong. Stel de juiste vragen.
  3. Er is een Chinees gezegde: Normale ontlasting en een goede nachtrust zijn de voorwaarden voor gezondheid. Deze moeten vóór andere worden behandeld, zodat het lichaam zichzelf kan rehabiliteren. terwijl het geneest. Heb daarnaast altijd aandacht voor de Shen. Daarnaast verlicht je uiteraard ook de acute symptomen.

Peter de Vilder – Balansmethode

Onlangs werd ik verrast door het bericht dat Peter de Vilder de Belgische Acupunctuur Federatie zou gaan verlaten.  Een jammere zaak maar een welverdiende rust na 25 jaar ten dienste van het vak.  Als bezige bij heeft Peter naast zijn praktijk in Brugge eveneens de taak van docent, bestuurslid en president van hét opleidingsinstituut voor Chinese geneeskunde in België OTCG.  Wij hadden de eer Peter in zijn drukke schema te mogen onderbreken om met hem een interview te doen.   Dit naar aanleiding van zijn toen pas uitgekomen boek: de balansmethode.  Een grootheid in het vak en een waar genoegen om met hem dit gesprek te mogen voeren.  Geniet met ons mee van dit artikel uit het 16e nr van ons magazine (2e Trimester 2021)

 

INTERVIEW  Peter de Vilder

 

profielfoto van Peter de VilderMijn naam is Peter de Vilder en ik ben in hoofdzaak acupuncturist, hoewel  ik de Chinese geneeskunde en filosofie in al haar facetten beoefen en bestudeer.  Maar acupunctuur is mijn specialiteit.  Daarnaast werk ik met kruiden, voeding en uiteraard tuina.  Dat ben ik toen vanuit mijn vooropleiding kinesitherapie (in Nederland fysiotherapie) gaan studeren, dat was een mooie aanvulling.  Ondertussen heb ik al meer dan 25 jaar mijn eigen praktijk.  Dat is mijn hoofdberoep.  Echter als Vlaming zijnde heb je natuurlijk niet genoeg aan één beroep dus ben ik zo’n 20 jaar geleden begonnen als lesgever bij  OTCG.  Daar had ik overigens mijn eigen opleiding genoten.  Les geven vind ik erg leuk, het is een ware verdieping van je eigen kennis.  Het dwingt je jezelf echt te verdiepen in de materie.  Ik ben student in hart en nieren.  Altijd bezig met studeren, elke dag.  Vanuit mijn functie als lesgever ben ik doorgegroeid naar lid van het bestuur en ben daar nu voorzitter van de opleiding Chinese geneeskunde.

 

En met OTCG zijn jullie verbonden aan de Hogeschool Antwerpen?

In België is het zo dat als je een postgraduaat  opleiding wil afleveren, je verbonden moet zijn aan een hogeschool.  Enkel die kunnen een diploma uit reiken.  OTCG heeft twee postgraduaat  opleidingen, nl. die van acupunctuur en massage en bewegingsleer, dat is dan de tuina en medische qigong.  Uiteindelijk is dat verhaal zo breed geworden dat we tegenwoordig een heel nauwe samenwerking hebben met de Karel de Grote Hogeschool.  Het is een echt partnership geworden.  Dat verhoogt heel erg het niveau van ons opleidingsinstituut.  Daar zijn we uiteraard heel blij mee, ook naar erkenning in België.

 

Is de opleiding erkend door de Belgische overheid?

Nee. Er is een vrij vreemde structuur in België.  Dan komen we meteen bij mijn derde beroep, nl. die van secretaris van de beroepsvereniging BAF.  In België is het zo dat je een vooropleiding dient genoten te hebben wil je acupunctuur studeren.  Verpleegkundige, kinesitherapie of arts.  Dat is nergens anders ter wereld zo.

De wetgeving in België, de wet Colla heet dat, is zo dat de beroepsvereniging wel erkend is maar de acupunctuur zelf niet. 

Dat vraagstuk wordt steeds van regering naar regering doorgeschoven.  De beroepsvereniging is al 30 jaar bezig met de aanvraag tot erkenning.  Ook nu ben ik in contact met de minister over dit onderwerp.  Echter zo lang acupunctuur niet erkend wordt, is de opleiding niet officieel erkend.  Maar het postgraduaat  diploma wat we afleveren is dan wel weer een erkend diploma.  Klinkt raar maar dat is typisch Belgisch.  In België zijn er slechts enkele opleidingen.  Er is een Franstalige  opleiding, ETTC.  Dat was ooit een zusterafdeling van OTCG maar functioneert nu volledig zelfstandig.  In Brussel heb je de opleiding specifiek voor artsen, een beetje zoals de NAAV in Nederland.  Vlaanderen telt er dan weer 2:  OTCG en ICZO.

 

Met OTCG hebben jullie een mooi aanbod.  Wat zijn de mogelijkheden?

Wat wij belangrijk vinden is dat alles wat we aanbieden onder TCM valt.  Soms vragen mensen wel eens om een cursus homeopathie, shiatsu of osteopathie – maar dan moet ik hen toch teleurstellen.  Wij specialiseren echt in die Chinese geneeskunde.  Daarin hebben we vijf belangrijke pijlers: acupunctuur, kruidenleer, voeding, qigong en tuina.  Daarvan bieden we zowel basis opleidingen als bijscholingen aan.  De structuur bij ons is altijd dat je eerst een basisjaar volgt.  Dat is vooral een theoretisch jaar.  Daar komen alle aspecten van TCM aan bod en daarna kun je verder studeren.  Maar dat basisjaar is echt cruciaal.  Door de jaren heen heb ik heel veel beoefenaars ontmoet en soms mis ik wel eens die sterke fundamenten.  Dat is echt jammer.  Het loont nl. heel erg om eerst een  stevige basis te hebben.

Vervolgens zit er bij ons steevast een stuk filosofie verpakt in de opleiding.  Je kunt niet zonder.  Als je over Chinese geneeskunde praat, praat je automatisch over filosofie, astrologie, enz…  Het is een stukje verdieping wat elke beoefenaar doorheen zijn of haar carrière  zal doormaken.   Je begint met het medische maar langzaam aan wordt je steeds dieper in de materie getrokken.  Je gaat daarbij achteruit in de tijd.  Ik maak wel eens de opmerking: in de westerse geneeskunde zijn we blij als we iets nieuws ontdekken, in de oosterse geneeskunde zijn we blij als we iets ouds verstaan.  Wij hoeven niks nieuws uit te vinden.  Je mag al blij zijn als je het topje van de ijsberg, de “Classics”  kunt leren begrijpen.  Het is een bijzonder uitgestrekt vakgebied.  Enorm fascinerend.

 

Je bent zelf gespecialiseerd in acupunctuur.  Daar heb je ook een boek over geschreven.  Specifiek over de balansmethode.  Kun je daar wat meer over vertellen?

De balansmethode is de laatste jaren erg in opkomst.  Zelf heb ik dr. Tan voor het eerst ontmoet in 2009 in Berlijn.  Als beginnend acupuncturist was ik erg op zoek naar efficiënte technieken.  Ik vond het altijd lastig om als klassieke tcm’r een patiënt bij me te krijgen, diagnose stellen, behandelen en dan een week moeten wachten tot ik kon vragen: en, wat was het resultaat?  Vervolgens moet je dan gaan bijsturen als het niet meteen de beste resultaten gaf.   Vervolgens weer een week wachten, en zo verder.

Toen ik dr. Tan hoorde praten was ik meteen verkocht.  Dr. Tan was een show man, een erg charismatisch man.  Direct effect – dat was hoe hij het resultaat van zijn methode omschreef.  Daar was die efficiëntie waar ik zo naar op zoek was.  Als ik nu een patiënt prik hoef ik niet te wachten.  Ik vraag meteen: hoe voelt het?  Heb ik niet het gewenste effect dan kan ik daar meteen op inspelen.  Dat is het grote voordeel van de balansmethode.  De efficiëntie van je behandelingen gaat drastisch omhoog.  Daarbij is het niet speciaal een symptomatische manier van behandelen maar je her-balanceert de patiënt.  Je brengt de mens terug naar zijn centrum. Het woord balans wordt tegenwoordig vaak een beetje te pas en te onpas gebruikt zonder echt de betekenis ervan te begrijpen.  Balans is niet stil staan, het is continue in beweging en er is dan ook een voortdurende beweging nodig om telkens weer in dat centrum te staan.  Het is dynamisch.

De balansmethode staat vaak bekend als ideaal voor pijnbestrijding, maar zo te horen is het dus meer dan dat?

Zeer zeker.  Dat is inderdaad een verkeerde indruk.  Binnen de behandelmethodes heb je verschillende mogelijkheden.  Je hebt local balans, global balans, meridian conversion etc…  Omdat de meeste mensen met name de local balans kennen staat de balansmethode gekend als pijnbestrijding, want dat is wat die local balans doet.  Pijn aan je schouder, prik je de heup aan de andere zijde van het lichaam; pijn aan je pols – prik je de enkel.  Die principes zijn vaak gekend.  Toch is ook dat meer dan louter pijnbehandeling want ook daar balanceer je de meridiaan.  Maar je kunt dus nog een heel stuk verder gaan.

Zelf ben ik erg bezig met de seizoensbehandeling.  De rol van de mens in de natuur.  Die drie-eenheid van hemel – mens – aarde.  Hoe zit die verbinding, die relatie in elkaar?  Dat boeit me enorm.  Vanuit die optiek ga je werken met de energie van het betreffende seizoen.  Momenteel zitten we in de herfst, dat is metaal energie.  De herfst begon dit jaar overigens op 7  augustus.  Dat is heel anders dan onze westerse kalender.  Herfst en metaal zijn gekoppeld met de long en dikke darm.  Als je op deze meridianen gaat werken lukt het je in deze periode van het jaar makkelijker om de persoon in balans te krijgen.  Je past dus je behandelstrategie aan naargelang het seizoen.  Althans dat is één mogelijkheid.  Je kunt daarbij een persoon niet alleen op pijnniveau behandelen maar ook emotioneel, functioneel of fysiek herbalanceren.

 

Merk je daarbij even snel resultaat als bij pijnbestrijding?

Met complexere problematiek is het inderdaad wel moeilijker maar toch moet het effect onmiddellijk zijn.  Alleen hoe dieper de problematiek zit, hoe meer je zult moeten behandelen.  Zoals dr. Tan zei: als je de stok zet, moet je de schaduw zien.  Of dat nu emotioneel is of op fysiek niveau.  Het effect is dan wel niet blijvend.  Iemand moet een aantal keer terug komen voor het daadwerkelijk blijft hangen.  In het begin moet je misschien wel om de twee dagen prikken. Je wil vooral dat je volgende behandeling gebeurt voordat het effect van de voorgaande helemaal weg is.  Ik noem dat de posologie van het behandelen.  Dat is iets waar te weinig bij wordt stil gestaan.  Terwijl bij de kruidenleer is dat veel meer vanzelfsprekend.  Als je iemand kruiden geeft wil die automatisch weten: hoe lang moet ik dit nemen, hoe vaak, enz…  Dat is bij acupunctuur niet anders.

De tijdsperiode die tussen je behandelingen zit kan het effect van je behandeling bepalen.  Wacht je te lang, dan is het tevergeefs en blijft iets terug komen.  Vaak hoor je ook een patiënt zeggen: ‘ik voelde dat het tijd was om terug te komen’.  Op dat gebied is het een stukje de patiënt opvoeden.  De frequentie van behandelen is even belangrijk als de punten die je prikt.  Ook in onze lessen leggen we daar vaak de nadruk op.

In China zie je soms dat mensen elke dag komen.

Dat klopt ja.  Hier is dat in eerste instantie financieel al niet mogelijk maar het verschil is natuurlijk groot als je elke dag kunt behandelen of slecht 1x / week.  Het is overigens ook best een tijdsinvestering voor mensen.  Dat mag je niet onderschatten.  Elke week een ritje naar de acupuncturist en dan een uurtje behandeling, dat is best al veel voor mensen.  Terwijl in China gaat men soms 10 dagen na elkaar en dan neemt men een paar dagen rust om vervolgens weer zo’n traject in te gaan.  Het is zeker iets wat we in onze opleiding mee geven.  Je wil niet die 1x / week als standaard gaan zien maar je wil echt kijken naar wat heeft die patiënt nodig. Vaak probeer ik een patiënt in de beginfase 3 keer in 2 weken te zien.  Als de behandelingen goed zijn werk beginnen doen dan schalen we stapsgewijs af. Eerst naar om de twee weken en vaak uiteindelijk naar 1x / maand.

cover van het boek de balansmethode van Peter de Vilder

Je had het eerder over de behandeling afstemmen op de seizoenen.  Zelf merk ik dat er wel vaak gesproken wordt over het leven en behandelen volgens de seizoenen maar dat er praktisch weinig concreets van terecht komt.  Helpt de balansmethode om echt op die manier te gaan denken en daar meer feeling mee te krijgen?

Zeker.  We bouwen dat tijdens de opleiding ook helemaal uit.   Daarbij gaan we steevast uit leggen waarom we iets doen.  Je kunt wel zeggen dat je meegaat met het seizoen maar als je niet weet hoe en waarom blijft het te vaag.  Die seizoensbehandeling is letterlijk een berekening.  Vaak probeer ik een patiënt in de beginfase 3 keer in 2 weken te zien.  Als de behandelingen goed zijn werk beginnen doen dan schalen we stapsgewijs af. Eerst naar om de twee weken en vaak uiteindelijk naar 1x / maand.  Die gebeurt via de meridian conversion, via de trigrammen.  Elk jaar wordt het begin van het seizoen opnieuw berekent.  De datum ligt dus niet vast zoals in onze westerse kalender.

De data variëren.  Op dit moment zijn bv. voor de blaasmeridiaan punten 64,60 en 40 belangrijk.  De energetica van die punten verandert echter met de seizoenen.  Als ik diezelfde blaasmeridiaan in de winter wil gaan prikken dan ben ik beter af met punten 67,65 en 64.  Het zijn subtiele verschillen maar het verschil zit erin dat de energie van het seizoen in jouw meridiaan een andere trillingsfrequentie heeft en dus vereist die een andere behandelstrategie.  Die punten hebben we neergezet in een tabel zoals je in het boek kunt zien maar we leren de studenten ook hoe je nu tot die punten komt.  Dat is belangrijk om het te begrijpen, anders zijn het gewoon punten op een blaadje en geen logische beredenering.

 

Er is ook zoiets als Master Tung punten – hebben die een link met elkaar?

Master Tung is eveneens balansmethode.  Die methode komt dan ook vaak terug binnen onze opleiding maar ook in het boek benoem ik enkele van die punten.  Ik gebruik zelf beide.  Master Tung is een lineage van een paar duizend jaar oud, overgegeven van vader op zoon.  Master Tung zelf heeft echter nooit iets op papier gezet.  Toen zijn zoon besloot om de lineage niet verder te zetten hebben enkele van zijn studenten bepaalde zaken op papier gezet.  Zo ontstond er toch literatuur over het onderwerp en is zijn methode bekend geraakt.  Dr. Tan gebruikte zelf ook heel veel Tung punten zonder het specifiek te vernoemen weliswaar.  Tung heeft zijn eigen methode en numerologie.  Daar zijn de punten bv. niet per meridiaan ingedeeld maar per lichaamszone.  Het is een vorm van balansmethode maar met zijn eigen uitwerking.  Vaak zie je wel dat het moeilijker te begrijpen is omdat het weer allemaal andere punten zijn, andere terminologie.  Het effect echter is hetzelfde.

 

Geldt dat ook voor de onderliggende theorie?

Het is gelijkaardig.  Er zijn in totaal 7  systemen.  Verschillende manieren waarop de meridianen zich tot elkaar verhouden.  Systeem 7 kan je als volgt uitleggen: De  long wordt gebalanceerd door de milt, die milt balanceert weer de maag dus de long balanceert ook de maag.  Dan zie je dat Master Tung bv. zijn longpunten op de maagmeridiaan legt.  Waarom de maag?  De maag meridiaan is rijk aan qi en bloed en daarmee een erg krachtige versterker.  De puntencombinatie genaamd ‘the 4 horses’ – longpunten op de maagmeridiaan bij Master Tung .  En de long heeft natuurlijk weer de link met ons immuunsysteem – de wei qi.  Die vier paarden is dan ook een enorme boost om te prikken.  Het heeft een andere naam en aparte nummering maar het principe van meridianen die elkaar balanceren is gelijk.  Als beginnend acupuncturist is Tung vaak erg overweldigend. Ben je blij dat je eindelijk die 365 punten kent, komen er plots weer een hele hoop bij.  Dat maakt het vooral complex.  Maar in de basis hoeft dat helemaal niet zo te zijn.  Het voordeel van Dr. Tan is dat je die numerologie niet hebt.  Hij benoemt gewoon de punten zoals je ze kent.  Belangrijk om te weten is dat je helemaal niet al die punten hoeft te kennen om ermee aan de slag te gaan.  Je begint gewoon met enkele punten die je kent.  Als je daar mee aan de slag gaat en je ziet hoe goed het werkt, dan wil je vanzelf meer leren.  Het is overigens prima te combineren met de klassieke manier van behandelen.

 

In je boek komen heel duidelijk de tri- en hexagrammen voor.  Kun je daar iets meer over vertellen? 

Het is heel belangrijk in Chinese geneeskunde om de link met de Yijing te kennen.  ‘When you drink water, never forget the source.’  En de diepste bron van de Chinese cultuur en geneeskunde is de Yijing.  Yin en yang.  Yang als een volle lijn en yin als een gebroken lijn.  Daar begint alles.  Vervolgens ga je naar een combinatie van drie lijnen, de 8 trigrammen.  Ga je die met elkaar combineren dan kom je uit bij 64 hexagrammen.  De trigrammen, die zijn de basis voor de balansmethode.  Het zijn de trigrammen die in verband worden gebracht met de meridianen.  Maar ook op de hexagrammen kun je de meridianen neerzetten.  De Yijing, meridianen en Chinese  geneeskunde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.  Daarom hebben we nu bv. een goede samenwerking met Harmen Mesker, een waar expert op het gebied van de Yijing.  Net omdat het zo belangrijk is en die link zo sterk is, willen we dat meegeven aan onze studenten.  Je moet de tri- en hexagrammen kennen wil je de balansmethode echt begrijpen.

 

Waar komt die koppeling met de meridianen vandaan – is dat iets uit de klassieke acupunctuur?

Nee.  Dat is echt specifiek iets wat dr. Tan heeft opgezet.  Eigenlijk is het dr. Chen die het bedacht heeft maar dr. Tan heeft het echt op de kaart gezet.  Dr. Chen legde ook de link tussen de trigrammen en de shu antieke punten.  Die vijf shu punten zijn overigens in de klassieke acupunctuur erg belangrijk.  Als je die kent dan kun je al heel veel.  Zelf gebruik ik in mijn behandeling vaak een combinatie van klassieke acupunctuur, master Tung en de dr. Tan.

 

Waarin zit het verschil met de klassieke acupunctuur?

Met name in de diagnose.  Bij de balansmethode is dat meridiaan gericht, bij de klassieke acupunctuur ga je meer naar de Zang-fu .  Lage rugklachten bv. is klassiek gezien vaak een deficiëntie van de nieren terwijl de vanuit de balansmethode kijken we eerder naar de blaasmeridiaan omdat die specifiek in dat gebied loopt.  Uiteraard is er de link tussen nier en blaas, het is dus niet zo dat die diagnoses elkaar tegenspreken.  Ze vertrekken vanuit een ander standpunt.  Het is niet een of / of verhaal maar het is en / en.  Beide diagnoses zijn waar.  Wanneer ik kruiden gebruik zal ik me meer richten op de TCM diagnose maar voor het inzetten van acupunctuur kijk ik naar de meridiaan.  Daarbij maak ik gebruik van het principe van holografie.  Bv. elleboog komt overeen met lumbaal 2 of het navelgebied.  Ik ga het gebied palperen en zoek naar gevoelige punten.  Als een punt niet gevoelig is dan zal ik die niet prikken.  Het is een erg praktische methode.  En net zoals in de klassieke acupunctuur laat ik vervolgens de naald een bepaalde tijd zitten.  Daarbij ga ik overigens geen naaldmanipulatie toepassen wat in de klassieke acupunctuur wel vaak gebeurt.  Bij dr. Tan gaat het met name over de puntkeuze en de correcte diepte bij het aanprikken.  Acupunctuur voor mij is meridiaan gericht, net zoals tuina en qigong.  Daarbij werken we van buiten om naar binnen te gaan.  We werken op de meridiaan om de weg naar binnen te vinden.  Bij kruiden en voeding is dat omgekeerd.  Daar werken we van binnen uit en weerspiegelt zich dat aan de buitenkant.

 

Hebt u nog drie tips voor onze lezers om gezondheid en welzijn te verbeteren?

  1. Leef met de seizoenen. Verbindt je met de natuur.
  2. Beweeg meer en beweeg bewust. Bewust van jezelf maar ook van die natuur om je heen, de seizoenen.
  3. Maak je minder zorgen. Het leven is mooi!

 

logo van de acupunctuurpraktijk of praktijk voor chinese geneeskunde van Peter de Vilder in Brugge