Eind 2022 mochten we dit interview doen met Christine van Toor – Zaalberg. En eerlijk is eerlijk, we waren onder de indruk. Zo erg zelfs dat tot op de dag van vandaag Christine onze place to go is wanneer we tegen een probleem aanlopen met onze kids (geboren 2020 en 2022). Ook al is het sinds onze verhuis naar België ondertussen zo’n 2u30 rijden. Er zijn maar weinig TCM’rs gespecialiseerd in kinderen en dit is zeker en vast een specialiste. Niet alleen door haar onmetelijke bagage aan kennis maar vooral door haar feeling hoe ze om moet gaan met kinderen. Een onmisbaar aspect van elke kindertherapeut. We zijn heel dankbaar dat we deze prachtige dame hebben leren kennen en onze kinderen des te meer mochten ze het beseffen. Geniet van het interview.
INTERVIEW Christine van Toor
Mijn naam is Christine van Toor en als acupuncturist en herbalist ben ik gespecialiseerd in het behandelen van kinderen. Dat doe ik ondertussen zo’n 20 jaar. Mijn leermeester was Alex Tiberi die helaas is overleden. Naast de twee maandelijkse lessen die ik bij hem volgde via Qing Bai mocht ik stage lopen in zijn praktijk in San Diego. Daarnaast heb ik les gehad van Steven Cowen, Harriet Beinfield en Efren Korngold. Zij zijn eigenaar van Gentle Warriors. Een kruidenlijn speciaal voor kinderen. Tevens ben ik onderwezen in Shonishin (Japanse kinderacupunctuur) en Japanse meridiaantherapie. De kruidenopleiding heb ik dan weer bij Yan Schroen gevolgd.

Sinds twee jaar geef ik nu zelf bijscholingen aan Qing Bai. Toen Alex Tiberi kwam te overlijden was er niemand meer die over kinderen kon praten en heb ik als het ware de stok overgenomen. Les geven is weliswaar enigszins buiten mijn comfort zone maar de materie is te belangrijk om verloren te gaan. Kinderen behandelen is nu eenmaal een vak op zich. Het is een heel andere tak van sport dan het behandelen van volwassenen.
Bij kinderen is het allerbelangrijkste om goed te leren observeren. Hoe ziet het gelaat er uit, de lichaamsvorm, hoe lopen ze, hoe ruiken ze, …. Daar begin je mee. Daarnaast is palpatie eveneens een belangrijke techniek. Volwassenen kun je van kop tot teen uitvragen. Bij kinderen is dat lastig, zeker bij de allerjongste. Ze hebben dat verbale vermogen nog niet. De ouders die vraag je uiteraard wel uit maar daar zit altijd een bias en ook zij weten niet altijd wat het kind precies ervaart. Daarom is dat stukje non-verbale diagnose extra belangrijk.
Is er daar binnen de opleiding extra aandacht voor? Voor zaken zoals facial reading en palpatie?
Facial reading is inderdaad een belangrijk aspect. Hoe observeer je de shen? Wat zie je aan ogen, oren, mond, gelaatskleur? En belangrijker nog – wat betekent het? Simpel voorbeeld. Een klein blauw streepje tussen de ogen betekent bijvoorbeeld dat er milt yang xu is. De observatie van het kind gebeurt nadat je het gesprek met de ouders hebt gevoerd. Daarmee begin ik.
Het liefst houd ik de gesprekken over klachten en de eventuele problematiek van het ouderschap of zwangerschap weg van het kind. Met het kind zelf probeer ik luchtig contact te maken. Praten over de juf, het lievelingseten, ed… is veel makkelijker om een verbinding te krijgen met het kind. Een gesprek over klachten is altijd belastend voor het kind. Zeker als je moeder of vader daar zit en allerlei onderwerpen uit de kast haalt. Dat soort gesprekken vangen ze echt wel op en komt bij hen binnen. Als het kind zelf aangeeft hierover in gesprek te willen gaan, prima. Maar dat gebeurt dan met name met wat oudere kinderen.
Met de jongsten gaat het toch echt meer over het aanraken en observeren. Super belangrijk is dat het altijd op basis van vertrouwen gaat. Mag ik je aanraken? Mag ik je tong zien, pols voelen, buik voelen? Dat doe je steevast met het grootste respect. Die kinderen hebben tenslotte niet zelf gekozen om bij jou te komen. Een volwassene heeft de keuze om aan te geven of men wel of niet behandeld wil worden door jou. Of zij instemmen. Een kind heeft dat niet. Daarom moet je extra respect en zorg in je benadering leggen. Alles wat je mag doen is winst. Ondanks dat ik zelf behandel geef ik ook altijd oefeningen mee voor de ouders. Uitleg over hoe ze kunnen behandelen met tuina of guasha, met magneetjes, enz… Zij zijn tenslotte de beste behandelaren. Onderwijs de ouders, zo help je het kind.
Je zegt onderwijs de ouders – is dat dan puur op therapeutisch handelen of ook op andere vlakken?
Dat is op allerlei vlakken. Hoe je met je kind omgaat en communiceert is heel belangrijk. Ik zal je een vb. geven. Ik zie best veel kinderen met ADHD. Het enige wat die kinderen horen is afwijzing. “Hou op – schei uit – blijf zitten – doe eens normaal – … Dat zijn allemaal vormen van afwijzing, van zeggen: wat jij doet is niet goed. Terwijl net die kinderen een groot gebrek aan zelfvertrouwen hebben.
Een gebrek wat ze overschreeuwen met druk gedrag. Beloon ze liever voor wat ze wel kunnen. Want op allerlei vlakken zijn ze net wel beter. Vaak overzien ze beter en herkennen patronen veel sneller dan een gemiddeld kind. En dat stukje, vind ik, behoort eveneens tot mijn opvoedkundige taak. Vandaar dat dit ook in de opleiding aan bod komt.
Je vraagt ouders steevast ook naar het bedritueel. Rust – ritme – en regelmaat. Die drie aspecten, daar wil je inzicht in krijgen. Als jij tegen een ADHD kind zegt dat hij naar bed mag wanneer hij dat wil creëert dit onrust. Die heeft structuur nodig. Net als alle kinderen. Dan kun je wel naaldjes zetten maar dan pak je de oorzaak niet weg. Maar wat echt belangrijk is, is dat je kinderen beschermd in hun zijn. Begeleiding van. Dat is een stukje waar ik het met mijn mentoren Alex Tiberi en Stephen Cowan heel veel heb over gehad.
Binnen de zienswijzen op opvoeding heb je natuurlijk allerlei verschillende stromingen…
Zeker. Alles hangt af van het type kind waarmee je te maken hebt. Daar zijn er vijf van. In correlatie met de wuxing theorie. Het hout kind, vuur kind, aarde kind, metaal kind en water kind. Dit is één van de kernpunten in de basiscursus. Welk type kind heb je voor je? Dit is een centrale vraag. Ik geef een voorbeeld: Een hout kind gaat altijd op zoek naar de grenzen. Nee is dan een poging om verder te gaan. Die hebben behoefte aan beweging. Daar zeg je: kom we gaan naar de speeltuin en die is meteen vertrokken. Een metaal kind is dan weer heel anders. Die houden veel meer van situaties overzien, structuur en ritme. Daar kun je beter zeggen: zullen we over een half uurtje naar de speeltuin gaan? Dan kan die er even over nadenken en zich mentaal voorbereiden op de verandering. Dat is een heel andere manier van benaderen.
Daarbij wil je te allen tijde rekening houden met het type dat jij bent. Dat is je persoonlijke bias. De observatie maak je aan de hand van de vijf elementenleer maar je houdt uiteraard ook rekening met het verhaal van de ouders. Is het kind snel bang? Eet hij graag? Is hij enthousiast? Is hij koesterend of verzorgend? Dat zijn die kinderen waarvan de juf zegt: ga maar naast haar zitten want zij legt het wel uit. Dan weet je zeker dat dit een aarde type kind is.
Een kind heeft vaak geen keuze of het al dan niet behandeld wil worden door jou. Daarom dien je te allen tijde met extra aandacht, respect en zorg het kind te benaderen.
Alles wat je mag doen is winst.
Zit daar een verschil in met hoe je bij volwassenen het type bepaalt?
Niet echt. Alleen bij kinderen heb je nog veel meer het zuivere type. Volwassenen zijn vaak door al hun ervaringen en indrukken, een mengvorm van verschillende types. Een vrouw bv. zal te allen tijde een beetje aarde worden wanneer zij moeder wordt. Dan komt dat verzorgende sowieso in je naar boven. Dat gebeurt door levensgebeurtenissen maar ook door je opvoeding of correcties op je gedrag. Stel dat je een metaal vader hebt, die is gek op structuur. En jij als kind bent een vuurtype… Nou dan weet je meteen dat dit een kind is die onder de duim wordt gehouden want die vader houdt nu eenmaal niet van verrassingen. En zo krijg je een aanpassing in het gedrag van dit vuurkind.
Betekent dit dat je het type van de ouders meeneemt in je diagnose?
Altijd. Dat geeft tenslotte veel informatie. Onze communicatie met elkaar is 80% non-verbaal. Al helemaal met kinderen. Die wisselwerking tussen de types geeft je heel veel inzicht in wat voor patronen er onderling kunnen bestaan en welke impact dat heeft. De onderliggende patronen binnen het gezin. De verhouding van de ouders tov het kind is heel belangrijk.
Een kind is tot een bepaalde leeftijd te alle tijde afhankelijk van de ouders. Dat geeft een bepaalde machtspositie. Maw. De ouders bepalen. Misschien heeft dat kind behoefte aan rust – ritme en regelmaat. Maar zijn de ouders ook bereid om dat te voorzien? Twee hout ouders die houden van reizen en avontuur vragen om structuur in hun leven en daarmee dat van het kind aan te brengen, is heel lastig. Als die een metaal kind hebben dat nergens heen wil, dan heb je dus een probleem. Alleen al inzicht krijgen in die verhoudingen is voor de ouders zinvol. Dat ze het herkennen. Ik heb wel eens een ADHD kind op bezoek gehad met twee hout ouders. Die wisten niet wat ze gingen doen op een dag, alles gebeurde spontaan. Geen structuur, geen grenzen. En dat kind was zelf ook hout. Nou dat ontspoorde dus volledig. Dat kind werd zo overprikkeld. Hij brandde helemaal op. Toen zijn ze van midden in de stad naar een rustig dorp verhuisd om zo toch iets meer rust te creëren in de omgeving. Dat werkte op zich al prima.
Ik hoor hier met name dat het type kind gaat over persoonlijkheid. Zit daar nog meer achter?
Het heeft eveneens te maken met de bouw van het kind. Hoe het kind beweegt, waar het van houdt. Metaalkinderen bv. hebben vaak een mono-dieet. Dat zijn kinderen die alleen zachte dingen willen eten. Maar naast bouw en lichaamspostuur kijk je ook naar kleur en andere uiterlijke kenmerken. Het is dus niet alleen op meer mentaal en persoonlijkheidsniveau maar ook fysische kenmerken. Dat type vertelt je waar dit kind kwetsbaar voor is. Het type kind in combinatie met de type klacht vertelt je wat de beste tijd voor behandelen is. De vijf elementenleer zit in je diagnose van het type kind en de type klacht. Die combinatie. Als je eenmaal weet waar je moet kijken en hoe je moet kijken is het heel makkelijk want kinderen hebben nu eenmaal niet zo veel patronen. Ze zijn nog puur en hebben vaak dezelfde basis klachten. Maag milt is deficiënt, lever is in excess. Die pathologieën komen heel vaak voor.
Je begint dus met observatie van kind en ouders. Je bevraagt de ouders en voelt evt. het kind. Wat voor behandelmethodes kan ik verwachten?
Kijk, op zich elk kind kun je prikken. De vraag is: wil je dat ook? Is het noodzakelijk? Hun systeem is tenslotte nog onvolledig. Vaak ben je beter af met kindertuina of guasha, met magneten of electro-acupunctuur. Je kunt cupping doen. Het hangt af van welk kind je voor je hebt. Bij het prikken hoef je overigens de naalden niet te laten zitten. Je zet ze erin en je haalt ze eruit. Daarbij hoef je maar één kant te prikken, dat is voldoende. Kinderen hebben veel minder behandelingen nodig omdat ze veel heftiger reageren op de behandeling. Daarnaast kun je uiteraard ook moxa gebruiken maar mijn persoonlijke favoriet is kruiden.
Voor mij is het allerbelangrijkste de relatie met het kind. Opbouwen van vertrouwen. De eerste keren raak ik ze bijna niet aan als ze dat niet willen. Observeren, palperen, ruiken, … die dingen zijn belangrijk. Dat het kind dat toelaat. Als je al die dingen mag, dan kun je al heel makkelijk een kruidenformule voorschrijven. Vervolgens zien ze je vaker, groeit het vertrouwen en opent zich het pallet aan behandelmogelijkheden.
Dat was voor mij ook de reden om de kinderboeken te gaan schrijven die ik recent heb uitgebracht. Als centrum hebben we nl. een nauwe samenwerking met het Juliana Kinder Ziekenhuis (JKZ). Van daaruit krijgen we vaak doorverwijzingen maar als mensen het woord acupuncturist horen, haakt 60% van de mensen af. Puur en alleen om het feit dat ze denken dat we exclusief met naalden werken en ze dat niet geschikt vinden voor hun kind. De kinderboekjes beschrijven dan ook heel mooi welke verschillende mogelijkheden er zijn bij ons als TCM therapeut.
In dat opzicht is acupuncturist misschien een te éénzijdige benaming van uw beroep…
Zeker weten. Kruidengeneeskunde neemt overigens een veel grotere rol in binnen TCM dan acupunctuur. Alleen die tak is een ondergeschoven kindje terwijl acupunctuur net op de voorgrond wordt gezet als zijnde kartrekker voor de hele TCM community. Deels omdat die nu eenmaal vergoed wordt door de zorgverzekeraar. Toch vind ik het bijna noodzaak dat als je kinderen gaat behandelen, je wel degelijk verstand hebt van kruiden.
Zit daar verschil in als je hebt over kruiden voor kinderen of voor volwassenen?
Absoluut. Allereerst ligt de dosering niet zo hoog. Maar je kiest gewoonweg vaak andere kruiden. De hele scherpe, bittere kruiden vermijd ik liever. Je neigt sneller naar de wat zoetere kruiden die hetzelfde effect hebben. Je houdt rekening met de smaak. Als je een hout kind voor je hebt kun je die best bittere kruiden voorschrijven. Die is stoer en doet dat wel even. Maar een water kind die veelal al niet zo’n fan is van formules, daar zul je toch wat takt voller mee om moeten gaan. Wederom dat type dus die om de hoek komt kijken.
In welke vorm krijgen ze die kruiden?
Mijn eerste keus gaat uit naar vloeibaar. Met name vanwege het gemak. Je kunt het makkelijk in voeding doen, zoals bv. appelmoes. Of in aanlenglimonade. Aanlengen met water en dan met een spuitje in de mond brengen met een beetje drinken erachteraan. Bepalend hiervoor is wat voor het kind gewoon is.
Was je insteek bij de boekjes de ouders te bereiken of de kinderen?
Op zich wel beide. De tekst is geschreven op rijm. Dat is super leuk om voor te lezen aan kinderen. Ik merk goed dat kinderen er positief op reageren. Oa. door het gebruik van dieren in het boek. Mijn eigen dieren spelen nl. de hoofdrol. Het is erg speels met super leuke tekeningen. Toch zijn ook de ouders een heel belangrijke doelgroep voor het boek. Ze zijn immers tot stand gekomen als gevolg van de samenwerking met het JKZ. Specifiek met de intentie om de ouders te overtuigen dat wij meer doen dan alleen naalden zetten en dat het erg zinvol kan zijn voor hun kind om een behandeling met Chinese geneeswijze te overwegen.
Hoe staat het ziekenhuis er zelf in?
Die zijn erg enthousiast en positief. Ze zien graag dat hun doorverwijzingen worden opgevolgd. In dat opzicht ben ik de enige niet-BIG geregistreerde in de verwijzingenlijst. Een hele eer vind ik dat. Je merkt gewoon dat er steeds meer een brug wordt geslagen. Zo werd ik onlangs benaderd door een kinderarts uit het AUMC in Amsterdam. Die kinderarts heeft na haar opleiding acupunctuur toestemming gekregen om een onderzoek uit te voeren naar het effect van acupunctuur op kinderen met constipatie.
Zij heeft me gevraagd om haar mentor te zijn door het hele proces heen. Dat is natuurlijk super mooi dat er zo’n samenwerkingsverband ontstaat.
Ik wou graag even terug naar de bijscholingen die je geeft. Hoe zien die er precies uit?
Het zijn allemaal bijscholingen maar het is opgezet als een reeks. Mensen volgen de basiscursus en dan hoop ik dat het voldoende prikkelt om verder te gaan en vervolgens de pathologie in te duiken. Na die hele reeks ben je echt wel goed onderlegd en kun je een heleboel om kinderen verder te helpen. Het is zeker een geheel pakket. We beginnen dus met de behandeling van kinderen binnen de TCM. Vervolgens kijken we naar spijsverteringsproblemen, luchtwegproblemen, bedplassen, slaapproblemen, eczeem en andere huidproblemen, ADHD / ADD en concentratiestoornissen.
Kun je wat meer vertellen over wat voor basis men kan verwachten?
De basis is dus dat stukje vertrouwen. Hoe benader je een kind, hoe begin je aan dat kennismakingsgesprek en waar moet je op letten? Welk type kinderen heb je en wat houdt dat in voor je verdere behandelingstraject. Vervolgens heb je de anamnese van zowel ouders als kind. Het uitvragen van de ouders, vaststellen van de types en het interpreteren van de onderlinge dynamiek binnen het gezin. Niet alleen met kinderen erbij dus maar eveneens in de zwangerschap is sturing mogelijk. Daar begint het kind tenslotte, daar in die buik. Het yin van moeder en yang van vader. Vervolgens komen we echt bij de behandelingen die je kunt inzetten. Denk aan Shonishin en kindertuina.


De boekjes zijn te bestellen via de website van Christine van Toor.
www.baihe.nl
Shonishin? Wat moet ik daaronder verstaan?
Shonishin is Japans. Het zijn allemaal kleine instrumentjes waarmee je een behandeling kunt geven en je – zeker bij een klein kind – bv. hitte kunt klaren. Iets wat vaak nodig is. We maken het lichaam weer stromend. Dat is prioriteit.
Bij shonishin hoort mijn kinderdoos zoals ik het noem. Het is een gereedschapskist met allerlei materialen die ik kan inzetten. Deze hulpmiddelen worden alleen bij kinderen ingezet. Alles gebeurt nl. heel minimaal, zacht en kort. Zo heb je chokishin of de Teishin om te strijken.
Doordat het systeem van het kind onvolledig is reageren ze enorm goed op aanraking. Het strijken met deze tools is heel fijn en zacht. Het is een aangenaam gevoel. Door het strijken bewerk je het hele oppervlak en stimuleer je daarmee het hele systeem.
Japanse acupunctuur is overigens eveneens heel zacht. Je gaat bijlange niet zo diep in de huid als bij de Chinese methode. Die zachtheid van behandelen vindt je bij deze toolbox terug. Verder zie je in deze box een cupje om cupping te doen. Dit is een knijpcup, wederom veel zachter van aard. Een tijgerwarmer waar je moxa in stopt om er vervolgens mee over de huid te rollen.
Met dit electroacupunctuur apparaat kun je heel makkelijk punt per punt behandelen. Zoals je ziet is de electroacupunctuur heel anders dan voor volwassenen. Je maakt hier geen gebruik van naalden maar eerder vanuit het acupressuur principe. Het is een erg licht voltage die je goed kunt reguleren zodat het kind kan aangeven wanneer deze het voelt. Het handige is dat het gedeelte waar mijn eigen duim ligt de electro eveneens laat voelen. Op die manier weet ik steeds wat het kind voelt. Electroacupunctuur heeft het voordeel dat je geen naaldstimulatie dient uit te voeren. Iets wat ik bij een kind sowieso niet echt kan aanbevelen.



Welke leeftijd kinderen komen hier?
De jongste die ik ooit behandeld heb was drie weken oud. De moeder van dit kindje was onder behandeling tijdens de zwangerschap. Op een dag kwam de vrouw huilend binnen. Het kind was alleen maar aan het huilen en krijsen. Ze kon een half uur voeden, vervolgens sliep het kind een uur en dan krijste het een uur tot ze weer ging voeden. Die vrouw was echt helemaal op. Ik heb die mevrouw voedingsadvies gegeven, de moeder aan de kruiden gezet want die was natuurlijk helemaal op. Kindertuina geleerd aan de moeder zodat ze die buikkrampen kon stillen. Binnen een week sliep het kind. Het leuke aan het hele verhaal is dat ditzelfde kindje nu ondertussen 15 jaar is en opnieuw bij mij komt maar dan voor menstruatieklachten.
Het hele spectrum aan leeftijden komt daarmee bij mij. Van baby tot puber. Het trieste met de pubers nu is dat je ziet dat de corona periode een enorme impact heeft gehad. Snijden, depressies, … Echt veel kinderen zien het niet meer zitten. Je werk bestaat hier voor een groot deel uit praten en helpen om zaken in een perspectief te zetten. Ze hebben een puberbrein dus zodra er wat speelt dan vergaat de hele wereld. Een stukje helderheid brengen en ondersteunen met kruiden is hoe ik hier meestal te werk ga.
Even herhalen: je hebt een basis dag waarbij je anamnese leert afnemen. De observatie, de types kinderen en het bevragen van de ouders. Je leert verschillende behandeltechnieken waaronder kindertuina en shonishin toolbox. Vervolgens heb je verschillende pathologie dagen en als je klaar bent dan heb je een vrij compleet pakket om aan de slag te gaan met kinderen van alle leeftijden. Waarbij je zelf aangeeft dat het erg zinvol of zelfs wenselijk is dat je geschoold bent in kruidenleer.
Ik ben eens benieuwd: vanuit welke beweegredenen volgen mensen deze bijscholingen?
We zien onder de studenten veel shiatsu therapeuten en acupuncturisten of mensen in opleiding. Maar zeker niet alleen vanuit de Chinese geneeskunde. Kijk we verwachten natuurlijk wel dat je een bepaalde basiskennis hebt van bv. de vijf elementen, yin-yang enz… maar verder is iedereen welkom. Er is weliswaar één heel grote voorwaarde. Je MOET van kinderen houden. Anders moet je er echt niet aan beginnen. Een kind is net een antenne, die pikt alles op. Dus als jij bij het zien van een kind denkt: oh daar heb je er weer één? Stop. Doe het dan niet. Ze zullen het voelen en je behandeling zal erg weinig kans van slagen hebben. Kinderen behandelen vereist dat je flexibel bent, dat je jezelf weet aan te passen aan de energie van het kind. Je moet met hen meebewegen.
Je vermelde een paar keer, een kind heeft geen volledig systeem. Wat bedoel je daar mee?
Het kind is nog volop in ontwikkeling en dat geldt op meerdere vlakken. Zo zijn de meridianen nog niet volgroeid. Een hele boel dingen zijn in exces terwijl een ander deel nog volledig deficiënt is. Zo neemt de lever bij baby’s en peuters bv. de helft van de buik in beslag. Een kind wordt in het eerste jaar 3x zo zwaar en 2x zo groot. Dat vereist een grote hoeveelheid energie. Het lichaam heeft veel nodig. Ze zijn puur yang want dat zorgt voor die groei. Daar dien je rekening mee te houden. En je wil die yang ook niet uitdoven maar het op een goede manier geleiden.
Die groei vereist veel en goede voeding – heb je daar nog tips over?
Het grootste probleem is dat we onze kinderen energetisch koude voeding geven. We denken vaak ten onrechte dat wat goed is voor ons, ook goed is voor het kind. Die ‘gezonde’ tendens in voeding die we nu zo vaak zien kan er wel eens voor zorgen dat kinderen te weinig voedingsstoffen binnen krijgen. De vegetarische trend bv. Kinderen hebben echt wel vlees nodig. Wij denken misschien: een griekse yoghurt met banaan is super gezond maar daar wordt een kind dus echt niet groot van. Het is energetisch koud en creëert slijm. Ze hebben warme dingen nodig zoals de goede ouderwetse pap. De mindset van vooral groente en fruit is gezond voor je, gaat niet op voor kinderen. Die milt heeft warmte nodig.
Je kind heeft Energetisch Warme Voeding nodig
Wat voor pathologie zie je vaak bij kinderen?
Zoals je na het voorgaande kunt verwachten, heel veel koude patronen. Milt yang xu en lever qi stagnatie zijn bijna standaard. Die lever qi stagnatie komt overigens veelal door keuzestress. Een kind heeft regels nodig en sturing. Als je bv. een jong kind zelf laat bepalen wat hij wil eten of wanneer hij gaat slapen. Geef een kind een beperkte keuze: dit of dat. Geen van beide? Prima, dan niet. Te veel keuze geeft stress. Daarnaast heb je zaken zoals bedplassen, astma, slaapproblemen, …
Ik hoor daar toch weer een stukje opvoeding als oorzaak.
Het is natuurlijk vloeken in de kerk. Ieder heeft zijn eigen mening over wat een goede opvoeding is. Toch vind ik dat er dingen zijn die algemeen belangrijk zijn voor je gezondheid. Voeding en slaapritueel zijn voor mij cruciaal. Bouw de dag af. Ga even zitten met je kind en doorloop de dag. Kom samen tot rust voor je hen in bed stopt. Kinderen hebben huidhonger. Die willen fysiek contact naast de aandacht voor henzelf als persoon. Geen I-pad of mobieltjes mee naar bed. Simpel maar o zo belangrijk, want het heeft echt een enorme impact. Samen eten, samen praten, dat gezin als hoeksteen. Misschien een beetje ouderwets in deze tijd maar in mijn ogen een belangrijke factor in handhaving van de gezondheid.
En sporten?
Uiteraard ook erg belangrijk. Hoewel we hier wederom de bedenking kunnen maken of het zinvol is de agenda van een kind te overladen met activiteiten. Sommigen zitten op ballet, schaatsen en turnen. Om maar een vb. te noemen. Weer die tijdsdruk, keuzestress en met vaak als gevolg – die eet dan, die eet dan… Het inpassen in je dagelijkse leven is zeker een punt van aandacht. Daarnaast wil je ook hier weer kijken: welk type kind is het? Beweging is heel belangrijk, voor iedereen. Maar voor bepaalde types net nog meer dan voor een ander. Topsport daarentegen vind ik nooit zo’n goed idee. Houd dat voor na de pubertijd. Het is een te grote belasting op zowel het leven binnen het gezin alsook op het lichaam en geest zelf. Zo had ik ooit een jongeman die maar niet wilde groeien. Groeien deed hij daarentegen wel als hij off season even zes weken rust had. Dat zegt toch al heel wat.
En vanuit TCM gezien dan: activiteiten zoals qigong, yoga of taiji?
De structuur van dergelijke sporten is veelal wel zinvol. Het gecontroleerd bewegen, duidelijke regels. Dat betekent natuurlijk niet dat het interne werk niet belangrijk is. Zo zijn er onderzoeken gedaan in Zweden waarbij kinderen mindfulness kregen en die duidelijk aantoonden hoe dit de sfeer in de klas veranderde. Zo werden kinderen bv. milder naar elkaar toe. Daar is dus zeker wat over te zeggen. Bij jonge kinderen kun je speels wat zaken proberen aan te reiken maar echt beoefenen zou ik pas aanraden vanaf zo’n 6 jaar. Schoolgaande leeftijd zeg maar. Los van sporten in georganiseerd verband wil ik wel benadrukken dat ik een erg grote fan ben van buiten spelen. Niet alleen belangrijk voor je motorische ontwikkeling maar ook voor je sociale ontwikkeling. Wie vroeger veel buiten speelde met kinderen van de buurt, dat betekent van allerlei leeftijden en komaf, die leerde de sociale verhoudingen op die manier. Dat zie je nu veel minder en dat is echt jammer.

Gewoonlijk vragen we om drie tips voor onze lezers om gezondheid en welzijn te verhogen – maar in dit geval wil ik daar een vraag bijvoegen: Gezien de kindertherapeuten vanuit de Chinees geneeskundige hoek schaars zijn – hebt u tips voor therapeuten die kinderen willen behandelen maar niet weten hoe ze eraan moeten beginnen of drempelvrees hebben?
1. Volg een bijscholing. Dan zie je hoe het in zijn werk gaat en hoeveel effect je kan hebben.
2. Probeer het vooral eens. Niet op je eigen kinderen want daar kun je niet objectief je werk doen.
3. Begin klein. Doe eens een stukje cupping of tuina en kijk wat je kunt bereiken.
En de tips voor alle ouders die proberen hun kinderen gezond op te voeden?
1. Liefde en koestering zijn super belangrijk. Aandacht hebben voor je kind. Dat betekent niet dat je fulltime bezig moet zijn met je kind maar als je er bent, wees er dan ook echt. Bouw die relatie op, dat vertrouwen. Daar zit ook aanraking bij. Een kind heeft huidhonger. Niet alleen jonge baby’s, ook pubers hebben dat. Wees een familie, doe dingen samen en sta klaar voor elkaar.
2. Klinkt gek maar probeer niet TE gezond te eten. Een kind mag best wel eens een chipje, een patatje of een pannenkoek. Let er vooral op dat je energetisch warm gaat eten. Sla is voor jou misschien prima maar je kind heeft meer nodig wil je hem laten groeien.
3. Rust, ritme en regelmaat.
